CO2-heffing glastuinbouw

Nederland moet de uitstoot van broeikasgassen met 55% verminderen. Voor de glastuinbouw is hierover een afspraak gemaakt in het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030. In dit convenant staat dat de glastuinbouw in 2030 maximaal 4,3 megaton broeikasgassen mag uitstoten. Daarom wordt het bestaande CO2-sectorsysteem vervangen. Vanaf 1 januari 2025 geldt er een individuele CO2-heffing die bij zal dragen aan het verminderen van de uitstoot.

Situatie tot 1 januari 2025

Het bestaande systeem van kostenverdeling (CO2-sectorsysteem) stopt op 1 januari 2025. Het RVO handelt het heffingsjaar 2024 af in 2025 en 2026. Op rvo.nl vindt u meer informatie over de huidige situatie.

Situatie vanaf 1 januari 2025

Vanaf 1 januari 2025 is er een individuele CO2-heffing. Deze wordt uitgevoerd door de Belastingdienst. In 2027 moeten glastuinbouwbedrijven voor het eerst aangifte doen bij de Belastingdienst.

Wie betalen de CO2-heffing

De volgende exploitanten moeten CO2-heffing betalen.

  • Glastuinbouwondernemingen, tenzij:
    • de totale oppervlakte van de kassen kleiner is dan 2.500 m².
    • de teelt alleen voor gebruik aan huis, educatieve doelen, onderzoek, of volkstuinen is.
  • Energiebedrijven die warmte leveren aan glastuinbouwbedrijven, tenzij:
    • minder dan 75% van de met aardgas opgewekte warmte naar glastuinbouwbedrijven is gegaan.
    • deze bedrijven alleen restwarmte hebben geleverd aan glastuinbouwbedrijven.

Tarieven CO2-heffing

Wij berekenen de CO2-heffing op basis van de hoeveelheid CO2-uitstoot die ontstaat door het gebruik van aardgas.

Het tarief per ton CO2-uitstoot is:

  • 2025: € 9,50
  • 2026: € 11,14
  • 2027: € 12,78
  • 2028: € 14,42
  • 2029: € 16,06
  • Vanaf 2030: € 17,70

Contact

Voor vragen kunt u contact opnemen met de BelastingTelefoon.

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.