20.10.00 Belastbare feiten

4 Invoer

4.1 Het begrip invoer

Naast uitslag is ook invoer een belastbaar feit voor de verbruiksbelasting. Onder invoer wordt verstaan het vanuit een derde land brengen van alcoholvrije dranken in Nederland (WVAD, artikel 5, lid 1).

De alcoholvrije dranken moeten fysiek vanuit een derde land in Nederland worden binnengebracht.

Naar boven

4.2 Uitbreiding van het begrip invoer

Als invoer wordt ook aangemerkt (WVAD, artikel 5, lid 2):

• het in Nederland beëindigen van een EU-douaneregeling waaronder de alcoholvrije dranken zijn geplaatst, anders dan door plaatsing onder een andere EU-douaneregeling

• het in Nederland onttrekken van alcoholvrije dranken aan een EU-douaneregeling

• eigen verbruik in Nederland, anders dan als grondstof, van alcoholvrije dranken die onder een EU-douaneregeling zijn geplaatst of binnen een plaats voor tijdelijke opslag

De alcoholvrije dranken moeten fysiek Nederland zijn binnengebracht. Op basis van EU-wetgeving is het mogelijk om alcoholvrije dranken fysiek Nederland binnen te brengen zonder dat de alcoholvrije dranken ten invoer worden aangegeven. De alcoholvrije dranken worden dan geplaatst onder een EU-douaneregeling (bijvoorbeeld een douane-entrepot). Omdat er sprake is van EU-wetgeving is het ook mogelijk dat alcoholvrije dranken al in een andere lidstaat onder een EU-douaneregeling zijn geplaatst en naar Nederland worden overgebracht.

Zolang de alcoholvrije dranken zich nog onder dekking van een EU-douaneregeling bevinden, is de EU-douanewetgeving van toepassing. Pas op het moment dat de EU-douaneregeling wordt beëindigd, alcoholvrije dranken daaraan worden onttrokken of deze worden gebruikt anders dan als grondstof, ontstaat het belastbare feit invoer.

Naar boven

4.3 Beperking van het begrip invoer

In de volgende situaties is geen sprake van invoer (WVAD, artikel 5, lid 3, letter a-e):

• het brengen van alcoholvrije dranken vanuit een derde land naar een IVV die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen of naar een plaats voor tijdelijke opslag

• het in Nederland plaatsen onder een EU-douaneregeling van vanuit een derde land binnengebrachte alcoholvrije dranken

• het brengen van alcoholvrije dranken die zijn geplaatst onder een EU-douaneregeling naar een IVV

• het brengen van alcoholvrije dranken vanuit een plaats voor tijdelijke opslag naar een IVV

• het onder ambtelijk toezicht vernietigen van alcoholvrije dranken die onder een EU-douaneregeling zijn geplaatst

Het doel van deze beperking is te voorkomen dat door deze handelingen al verschuldigdheid van verbruiksbelasting ontstaat. Zo vindt de heffing van verbruiksbelasting zoveel mogelijk plaats op het moment dat de alcoholvrije dranken in de verbruiksfeer komen.

Hierbij moeten voorwaarden in acht worden genomen over de formaliteiten waaraan bij de overbrenging van die alcoholvrije dranken moet worden voldaan (WVAD, artikel 5, lid 4). Wat deze formaliteiten zijn, staat vermeld in het UBVAD:

• het brengen van alcoholvrije dranken vanuit een derde land of vanuit een plaats voor tijdelijke opslag naar een IVV (UBVAD, artikel 8 en 10)

• het brengen van alcoholvrije dranken die zijn geplaatst onder een EU-douaneregeling naar een IVV (UBVAD, artikel 8 en 10)

• het brengen van alcoholvrije dranken vanuit een derde land naar een plaats voor tijdelijke opslag (UBVAD, artikel 9)

• het in Nederland plaatsen onder een EU-douaneregeling van uit een derde land binnengebrachte alcoholvrije dranken (UBVAD, artikel 9)

• het onder ambtelijk toezicht vernietigen van alcoholvrije dranken die onder een EU-douaneregeling zijn geplaatst (UBVAD, artikel 9)

Als bij het overbrengen als bedoeld in artikel 5, lid 3, letter a-e van de WVAD, niet wordt voldaan aan de voorwaarden zoals vermeldt in het UBVAD, dan is er sprake van invoer en is verbruiksbelasting verschuldigd.

Zie ook onderdeel 40.10.00, Overbrengen van alcoholvrije dranken, van dit Handboek.