Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

10.20.00 Wijn

5 Overig

5.1 Wijn maken in Nederland

5.1.1 Commerciële wijnbouw

In Nederland wordt steeds meer wijn verbouwd. Niet alleen in Zuid-Limburg, maar ook in de rest van Nederland zijn wijngaarden aangeplant. Het gaat hierbij zowel om de productie van vruchtenwijnen als van druivenwijnen. Veelal betreft het (zeer) kleinschalige activiteiten, maar er zijn ook diverse commerciële bedrijven actief.

Commerciële wijnproducten hebben een vergunning accijnsgoederenplaats vervaardiging nodig om te wijn te mogen produceren.

Artikel 5, lid 1 van de WA bepaalt dat het verboden is om een accijnsgoed buiten een AGP te vervaardigen, maar onder voorwaarden is ontheffing van deze bepaling mogelijk. Deze ontheffing is opgenomen in artikel 5, lid 3 WA. Het betreft dan onder meer het vervaardigen van wijn door particulieren voor eigen gebruik.

Naar boven

5.1.2 Regeling kleine wijnproducenten.

Onder kleine wijnproducten worden verstaan personen die gemiddeld minder dan dan 1000 hl wijn per jaar produceren.

In artikel 40 van Richtlijn 2008/118 is de mogelijkheid voor Unie-lidstaten opgenomen om kleine wijnproducenten te ontslaan van de in de titels III en IV van deze richtlijn opgenomen verplichtingen. De verplichtingen van titel III hebben betrekking op de productie, verwerking en voorhanden hebben. De verplichtingen van titel IV hebben betrekking op het verkeer van accijnsgoederen in de Unie.

Eén van de ontheffingen houdt in dat in het verkeer tussen lidstaten geen e-AD of VAGD behoeft te worden opgemaakt, maar dat kan worden volstaan met het in artikel 24 van Vo 436/2009 bedoelde wijngeleidedocument kan worden gebruikt.

Naar boven

5.1.3 Wijnbouw door particulieren

Artikel 5, lid 3, letter c van de WA verleent een ontheffing voor de zogenaamde thuisbereiding van wijn. Deze ontheffing is algemeen, een vergunning of ontheffing is dan ook niet vereist. Voorwaarde hierbij is wel dat de door de particulier thuis vervaardigde wijn wordt aangewend voor eigen gebruik.

In artikel 7, lid 3 van het UBA wordt eigen gebruik gedefinieerd als het 'verbruik door de vervaardiger, zijn huisgenoten of zijn gasten'. De achterliggende gedachte is dat het accijnsbelang dat met deze ontheffing gepaard gaat, gering is. Ook redenen van doelmatigheid spelen daarbij een rol.

Als de vervaardigde wijn geheel of gedeeltelijk buiten de huiselijke kring wordt gebracht, is de ontheffing niet meer van toepassing. Voor het vervaardigen en voorhanden hebben van wijn is dan een vergunning AGP vereist. Een particulier komt echter niet in aanmerking voor een vergunning AGP (in het onderdeel 30.10.00 Accijnsgoederenplaats van dit Handboek wordt dit nader toegelicht).

Naar boven

5.2 Wijnmarktordening

5.2.1 Algemeen

In deze paragraaf volgt een korte toelichting op de Unie-wetgeving met betrekking tot de wijnmarktordening. Deze toelichting is waarschijnlijk niet volledig, maar geeft wel aan dat op wijn, naast de bepalingen in de accijnswetgeving, ook andere bepalingen van toepassing zijn. Deze bepalingen zien vooral op de kwaliteit van wijn.

Binnen de Europese Unie (Unie) geldt gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, die gebaseerd is op Vo. 1308/2013 - houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale GMO-verordening).

De gemeenschappelijke ordening van de Europese wijnmarkt is sinds 1 augustus 2009 volledig geïntegreerd in Vo. 1308/2013.
In artikel 1 van de Verordening worden de sectoren benoemd waarop de Verordening van toepassing is. Eén van de benoemde sectoren is de sector wijn. De producten die onder de sector wijn vallen zijn omschreven in bijlage I, deel XII van de Verordening.

Uit deel XII van bijlage I van Vo. 1308/2013 blijkt dat de Verordening onder meer betrekking heeft op de producten uit hoofdstuk 22 van de Gecombineerde Nomenclatuur met de GN-codes 2204 en 2206 00 10.

Naar boven

5.2.2 Uitvoeringsmaatregelen en controle

Tot de regelgevingsmaatregelen behoren onder meer bepalingen met betrekking tot de toegestane oenologische procedés en beperkingen.
Deze zijn opgenomen in de sectie 'Productievoorschriften in de wijnsector', onderdeel van de 'Productie- en afzetvoorschriften' in de Verordening. Deze voorschriften zijn verder uitgewerkt in de uitvoeringsverordening Vo. 606/2009.

Voorts zijn per 1 augustus 2009 de bepalingen betreffende begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwproducten en in de wijnsector bij te houden registers onderdeel van de uitvoeringsverordening 436/2009. In deze uitvoeringsverordening wordt verwezen naar Richtlijn 2008/118, Vo. 684/2009 (elektronisch Administratief Geleidedocument, e-AD) en Vo. 3649/92 (vereenvoudigd administratief geleidedocument, VAGD)).

Artikel 23 van Vo. 436/2009 bepaalt: 'Ook wanneer geautomatiseerde procedures worden gebruikt, moeten alle in het douanegebied van de Gemeenschap gevestigde natuurlijke of rechtspersonen en groeperingen van personen, met inbegrip van handelaren zonder pakhuis, die een wijnbouwproduct vervoeren of laten vervoeren, onder hun verantwoordelijkheid een document opstellen dat het betrokken transport vergezelt, hierna 'begeleidend document' genoemd.'

Vervolgens noemt artikel 24 van Vo. 436/2009 de erkende begeleidende documenten. Daarbij wordt onder meer verwezen naar het e-AD en het VAGD. In artikel 26 en bijlage VI van Vo. 436/2009 zijn de vereisten aan het begeleidend document opgenomen.

Producten onder Vo. 251/2014

In de 251/2014 zijn bepalingen opgenomen voor:

  • Gearomatiseerde wijnen. Deze wijnen hebben een alcoholgehalte van ten minste 14,5% vol en minder dan 22% vol. Kenmerkend voor gearomatiseerde wijn is dat er alcohol aan is toegevoegd. Voorbeelden van gearomatiseerde wijn zijn vermout, kinawijn, bitter vino en starkvinsglögg. Er zijn ook gearomatiseerde wijnen op basis van eieren (onder andere Marsalawijn). Vermout of vermouth is een populair aperitief dat inmiddels over de gehele wereld wordt vervaardigd en zowel droog als zoet kan zijn.

  • Gearomatiseerde drank op basis van wijn Deze dranken hebben een alcoholgehalte van ten minste 7% vol en minder dan 14,5% vol. In principe wordt er geen alcohol aan toegevoegd. Uitzondering zijn Zurra en bitter soda. Andere producten in deze categorie zijn onder meer: sangria, clarea, kalte ente, glühwein, maiwein en vinglögg.

Zowel de gearomatiseerde wijn als de gearomatiseerde dranken op basis van wijn vallen onder GN-code 2205.

Uitgezonderd van GN-code 2205 zijn de gearomatiseerde cocktails. Bij deze cocktails wordt ook wijn en/of druivenmost gebruikt, maar het alcoholgehalte is minder dan 7% vol. Er wordt geen alcohol aan toegevoegd. Daarmee vallen deze producten niet meer onder GN-code 2205 (zie Aanvullende aantekening (GN) 8) , maar onder GN-code 2206.

Vervoer van wijnbouwproducten

Als bij het vervoer van wijnbouwproducten het elektronisch administratief document (e-AD) of vereenvoudigd administratief geleidedocument (VAGD) ook als geleidedocument voor wijnbouwproducten wordt gebruikt, moet de gedrukte versie van het e-AD of een VAGD niet alleen voldoen aan de vereisten van Vo. 684/2009 respectievelijk Vo. 3649/92, maar ook aan de extra eisen opgenomen in de Uitvoeringsverordening. Het is overigens ook mogelijk dat het vervoer van wijnbouwproducten slechts plaats vindt onder geleide van het geleidedocument als bedoeld in Vo. 436/2009. Ook dit geleidedocument moet door de Douane geviseerd worden.

Controle

De controle op de naleving van de Vo. 1308/2013 en de daarvan afgeleide uitvoeringsverordeningen is in Nederland een taak van de NVWA.

Naar boven