Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

10.20.00 Wijn

7 Alcoholpercentage, volume en verrijking

7.1 Algemeen

Voor de als wijn aangemerkte dranken is zowel een minimaal als een maximaal alcoholpercentage vastgesteld:

  • Het minimumalcoholpercentage is voor alle als wijn aangemerkte dranken 1,2% vol.

  • Het maximumalcoholpercentage daarentegen is afhankelijk van de soort als wijn aangemerkte drank en bedraagt veelal 15% vol, maar nooit meer dan 18% vol.

Gegiste dranken met een alcoholpercentage van minder dan 1,2% vol zijn op grond van artikel 8a, lid 1 en 2 en artikel 9, lid 1 en 2 van de WA uitgezonderd van de definitie van wijn. In sommige gevallen kunnen deze producten wel worden aangemerkt als alcoholvrije dranken, waarop een verbruiksbelasting wordt geheven. Zie het onderdeel 10.70.00, Verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken, van het Handboek verbruiksbelastingen alcoholvrije dranken en enkele andere producten (HADAP).

Gegiste dranken met een alcoholpercentage dat hoger is dan de percentages die voor wijn zijn vastgesteld in artikel 8a en 9 van de WA, worden ingedeeld als tussenproducten of als overige alcoholhoudende producten (zie onderdeel 10.30.00, Accijns op tussenproducten en onderdeel 10.40.00, Overige alcoholhoudende producten, van dit Handboek).

Bij wijn is er naast het effectief alcoholvolumegehalte ook nog sprake van een aantal andere alcoholvolumegehaltes, maar deze hebben voor de WA geen betekenis:

  • het potentieel alcoholvolumegehalte: het aantal volume-eenheden zuivere alcohol bij een temperatuur van 20ºC dat kan ontstaan door totale vergisting van de suikers in 100 volume-eenheden van het betrokken product bij die temperatuur

  • het totaal alcoholvolumegehalte: de som van het effectieve en het potentiële alcoholvolumegehalte

  • het natuurlijk alcoholvolumegehalte: het totale alcoholvolumegehalte van het betrokken product vóór verrijking

Artikel 37, lid 1 van de WA en artikel 15, lid 1 van de URA verwijst naar bijlage A.1 waarin nader wordt aangegeven hoe het alcoholgehalte wordt bepaald.

Voor de bepaling van het volume van wijn zijn in de WA geen specifieke bepalingen opgenomen. Voor wijn geldt dus niet de omrekening naar het volume bij 20ºC zoals die geldt voor overige alcoholhoudende stoffen.

In het onderdeel 70.10.00, Warenwet, van dit Handboek wordt nader ingegaan op de bepaling van het alcoholgehalte en van het volume.

Naar boven

7.2 Producten in kleinhandelsverpakking

Als wijn is verpakt in een kleinhandelsverpakking, moet het alcoholgehalte dat is vermeld op de verpakking in aanmerking worden genomen (WA, artikel 37 en URA, artikel 15, lid 2).
Ook het volume of de massa dat op de kleinhandelsverpakking is vermeld wordt in aanmerking genomen, mits deze voldoen aan de voorwaarden die in het Hoeveelheidsaanduidingsbesluit (Warenwet) zijn vermeld (WA, artikel 38 en URA, artikel 16).

In het onderdeel 70.10.00, Warenwet, van dit Handboek wordt nader ingegaan op de kleinhandelsverpakking.

Naar boven

7.3 Verrijking van wijn

Wijn krijgt zijn alcoholvolumegehalte door vergisting van de suikers in de druiven (zie hoofdstuk 6). Niet altijd leveren deze suikers het gewenste of voorgeschreven minimale alcoholvolumegehalte op. Om toch een hoger alcoholvolumegehalte te verkrijgen, kan men een verrijkingsprocédé toepassen. Op grond van Vo. 1234/2007 is dit slechts onder strikte voorwaarden toegestaan.

Verrijking is een wezenlijk ander procédé dan het toevoegen van alcohol.
Bij verrijking wordt een van de volgende stoffen toegevoegd aan de druiven, aan de gedeeltelijk gegiste druivenmost, of aan jonge, nog gistende wijn:

  • sacharose

  • geconcentreerde druivenmost

  • gerectificeerde geconcentreerde druivenmost

In het geval van druivenmost mag verrijking ook nog plaatsvinden door gedeeltelijke concentratie. Verrijking door gedeeltelijke concentratie geschiedt bij wijn door afkoeling.

Naar boven