Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

30.60.00 Zekerheid

5 Vaststelling, wijziging en beëindiging van de zekerheid

5.1 Beschikking zekerheid

De inspecteur stelt het bedrag van de zekerheid vast bij een voor bezwaar vatbare beschikking (WA, artikel 58, eerste lid). Een afschrift van de beschikking, met daarbij een ambtsbericht voor de vaststelling van de hoogte van de zekerheid (model volgens Handboek Douane, onderdeel 27.00.00, bijlage 7), gaat naar de ontvanger. Een afschrift van de berekening wordt in het vergunningendossier opgenomen.

Als blijkt dat het bedrag waarvoor zekerheid moet worden gesteld beneden de landelijk vastgestelde norm van € 5.000 of € 2.000 blijft, kan de inspecteur afzien van het laten stellen van zekerheid. In dat geval stuurt de inspecteur een zogenoemde 0-beschikking naar de klant. Hierin geeft hij aan dat het berekende bedrag aan zekerheid op dat moment niet hoeft te worden gesteld, vanwege de ondergrens van € 5.000 of € 2.000. Ook vermeldt de inspecteur in de beschikking dat hij voor het genoemde bedrag op enig moment alsnog een zekerheid kan eisen dan wel het bedrag kan opeisen.

Naar boven

5.2 Zekerheid wijzigen

Artikel 57, eerste lid, van de WA bepaalt dat de inspecteur de vastgestelde zekerheid kan wijzigen. Dit doet hij als blijkt, bijvoorbeeld naar aanleiding van een administratieve controle, dat het accijnsbelang is veranderd op basis waarvan de zekerheid is berekend. Bij een verhoging van de te stellen zekerheid zal de inspecteur dat wel vooraf moeten aankondigen aan belanghebbende en hem in de gelegenheid stellen om daarop te reageren.

De vergunninghouder kan ook zelf een verzoek indienen tot verlaging van het bedrag aan zekerheid.

In het geval er zekerheid is gesteld voor het aanvragen van accijnszegels wordt aan de hand van de maandelijks door de toestemminghouder ingediende opgaaf “ontvangst en mutaties accijnszegels”, beoordeeld of de zekerheid voor het aanvragen van accijnszegels nog voldoende is. De inspecteur kan de vastgestelde zekerheid wijzigen. De toestemminghouder kan ook zelf een verzoek indienen tot verlaging van het bedrag aan zekerheid.

De inspecteur stelt het wijzigen van het bedrag van de zekerheid vast bij voor bezwaar vatbare beschikking (WA, artikel 58, eerste lid). Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een model beschikking zekerheid.

De inspecteur wijst het verzoek tot verlaging van het bedrag aan zekerheid af bij voor bezwaar vatbare beschikking (WA, artikel 58, eerste lid). Als de inspecteur het bedrag van de zekerheid verlaagt, en dit bedrag lager is dan het bedrag van € 5.000 of € 2.000 (zie par 4.5) kan de inspecteur afzien van het laten stellen van zekerheid. In dat geval verstuurt de inspecteur een 0-beschikking.

Naar boven

5.3 Zekerheid beëindigen bij intrekken vergunning

De zekerheidsstelling kan worden beëindigd als de vergunning waarvoor de zekerheid is gesteld wordt ingetrokken. Indien de inspecteur daartoe redenen ziet kan hij een afsluitende controle laten plaatsvinden. Als deze controle geen financiële verplichtingen van de vergunninghouder tot gevolg heeft, kan de inspecteur de zekerheidsstelling opheffen.

De inspecteur deelt in zijn beschikking tot intrekking van de vergunning de belanghebbende mee dat de zekerheid wordt beëindigd. Vervolgens maakt hij een ambtsbericht op voor de vrijgave van de zekerheid volgens het model dat is opgenomen in bijlage 7 van onderdeel 27.00.00 van het Handboek Douane. Hij stuurt dit naar het kantoor waar de zekerheid is gesteld. Dit kantoor beëindigt de gestelde zekerheid door terugbetaling of door terugzending van de garantie aan de bank- of borginstelling.
Indien een geregistreerde geadresseerde over een vergunning beschikt voor een partij accijnsgoederen die in één zending wordt geleverd (WA, artikel 50a, derde lid), kan het betaalde bedrag aan zekerheid worden verrekend bij de weekaangifte die bij de ontvangst van de goederen moet worden gedaan.

Naar boven