110.00.18 Kaderovereenkomst inzake de samenwerking tussen het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Financien bij de uitvoering van wettelijke maatregelen op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken

a.

Wetgeving

Communautaire wetgeving Financiën

• Verordening (EG) nr. 1383/2003van de Raad van 22 juli 2003, inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde IER en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten:

  IER als bedoeld in de verordening hebben betrekking op de volgende rechten:

  • Merkenrecht;

  • Tekeningen- en Modellenrecht;

  • Auteursrecht;

  • Naburige rechten;

  • Octrooirecht;

  • een aanvullend beschermingscertificaat als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1768/92 of Verordening (EG) nr. 1610/96;

  • een nationaal kwekersrecht overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat of een communautair kwekersrecht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2100/94;

  • benamingen van oorsprong of geografische aanduidingen overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat of als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2081/92 en Verordening (EG) nr. 1493/1999;

  • geografische benamingen als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad.

• Verordening (EG) nr. 1891/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004, tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1383/2003.

Wetgeving EZ

• Rijksoctrooiwet 1995

• Aanvullend beschermingscertificaat als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1768/92 (geneesmiddelen) of Verordening (EG) nr. 1610/96 (gewasbescherming);

• Eenvormige Beneluxwet op de merken;

• Eenvormige Beneluxwet inzake Tekeningen of Modellen.

Deze bijlage heeft uitsluitend betrekking op werkafspraken m.b.t. de IER- wet- en regelgeving, waar de Minister van Economische Zaken voor verantwoordelijk is.

b.

Doel wetgeving

Bescherming van IER van rechthebbenden.

c.

Taak

De Belastingdienst/Douane (hierna Douane) houdt toezicht op het binnen of buiten het grondgebied van de Europese Unie (hierna EU) brengen van goederen en controleert daarbij op verzoek van de houder van het IER de goederen die vermoedelijk inbreuk maken op een IER uit Verordening (EG) nr. 1383/2003.

De Belastingdienst/Douane Noord/kantoor Groningen/team Bijzondere klantbehandeling/afdeling IER (hierna Afdeling IER) behandelt de verzoeken van de houders van het IER om Douane-optreden.

d.

Bevoegdhe-den

De uit voortvloeiende bevoegdheden van de Douane zijn beperkt tot het vasthouden van de goederen of het opschorten van de vrijgave van de goederen waarvoor de houder van het recht ter zake een verzoek heeft ingediend of waarvan de Douane ambtshalve heeft geconstateerd dat ze mogelijk inbreuk maken op een IER.

De Douane heeft opsporingsbevoegdheden op basis van:

• artikel 2 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 2002 voor alle strafbare feiten;

• artikel 17van de Wet op de economische delicten.

De Douane gebruikt haar opsporingsbevoegdheid uitsluitend voor de uitvoering van haar handhavingstaken (zoals het opmaken van een proces verbaal en het in beslag nemen van goederen).

De Minister van Economische Zaken is verantwoordelijk voor het beleid, de uitvoering, de uitgangspunten en de normen voor de rechtshandhaving met betrekking tot de:

• Rijksoctrooiwet 1995

• Aanvullend beschermingscertificaat als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1768/92 of Verordening (EG) nr. 1610/96;

• Eenvormige Beneluxwet op de merken;

• Eenvormige Beneluxwet inzake Tekeningen of Modellen.

De Staatssecretaris van Financiën is verantwoordelijk voor de directe aansturing van de Douane.

a.

Wijze van handhaving en opsporing

Inleiding

De handhavingstaken van de Douane omvatten het toezicht op buitengrens-overschrijdend goederenverkeer (zowel binnenkomend als uitgaand).

De Douane verricht dit toezicht aan de buitengrens van de EU en op het grondgebied van Nederland op goederen die onder douanetoezicht staan.

Integraal handhavingsniveau

In beginsel geldt dat elke douanecontrole gericht is op de handhaving van alle fiscale- en niet-fiscale wetgeving, waarvan de uitvoering aan de Douane is opgedragen. Dit betekent dat bij elke douanecontrole in relatie tot goederen die zich niet in het vrije verkeer van de EU bevinden, wordt gecontroleerd op schendingen van onder deze bijlage vallende IER, maar slechts in het geval dat een houder van het recht bij de aangewezen douane-autoriteiten een voldoende gespecificeerd verzoek heeft ingediend.

De Douane stelt alleen controle-opdrachten op, als de verstrekte informatie van een verzoekende houder van een IER de daartoe benodigde gedetailleerde informatie bevat.

Specifiek handhavingsniveau

De IER welke onder het beleid van het Ministerie van Economische Zaken vallen, worden privaatrechtelijk gehandhaafd. Dat betekent dat er voor deze IER qua handhaving geen specifieke wensen zijn van het Ministerie van Economische Zaken aan de Douane.

De Douane verricht geen risico-analyses op de IER welke onder het beleid van het Ministerie van Economische Zaken vallen en waarvoor de Douane geen verzoek van de houder van het IER heeft ontvangen.

b.

Afspraken

Jaarlijks overlegt de Douane met het Ministerie van Economische Zaken om te komen tot gezamenlijke afspraken. In deze afspraken wordt zowel het hiervoor bedoelde generieke als (indien gewenst) het specifieke handhavingniveau vastgesteld.

De Douane legt deze afspraken vast in een zogenaamd Handhavingsplan IER.

De formele vaststelling van het Handhavingsplan IER vindt plaats in de landelijke vergadering van risicomanagers van de Douane.

c.

Afhandeling geconstateer-de overtredingen

Als de Douane bij de uitvoering van haar toezicht op het buitengrensoverschrijdend goederenverkeer een vermoedelijke inbreuk constateert op IER, handelt zij overeenkomstig het gestelde in . De vermoedelijke inbreuk wordt gemeld aan de Afdeling IER. De Afdeling IER informeert de houder van het recht en de FIOD-ECD.

Indien niet tot een civiel- of strafrechtelijke procedure wordt overgegaan, geeft de Afdeling IER toestemming aan de Douane om de goederen hun douanebestemming te laten vervolgen.

De Douane handelt in het reizigersverkeer en bij post en koerierszendingen overeenkomstig de Aanwijzing intellectueel eigendomsfraude van het OM, gepubliceerd in de Staatscourant van 6 maart 2002.

Vermoedelijke overtredingen in heterdaad situaties (constateringen die de Douane doet buiten haar toezicht op het buitengrensoverschrijdende goederenverkeer) van de IER-bepalingen welke onder het beleid van het Ministerie van Economische Zaken vallen, behandelt de Douane niet zelfstandig, maar worden overgedragen aan de FIOD-ECD.

a.

Deskundig-heidsbevor-dering

De douanemedewerker wordt in de basisopleiding kennis bijgebracht over alle fiscale en niet-fiscale maatregelen, waaronder de IER.

De Douane zet daarnaast specialisten (vraagbaken IER) in teneinde een goede controle op de mogelijke inbreuken op IER te kunnen waarborgen.

De vraagbaken worden opgeleid en periodiek bijgeschoold onder verantwoordelijkheid van Belastingdienst/Centrum voor kennis en communicatie met (indien gewenst) hulp van deskundigen van het Ministerie van Economische Zaken.

Partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor hun aandeel in de ontwikkeling van lesmateriaal en het leveren van docenten.

b.

Douane-laboratorium

Het Douane Laboratorium kan een bijdrage leveren in het chemisch onderzoek om namaakproducten als zodanig te herkennen. In veel gevallen zal echter nadere informatie over de samenstelling van de echte merkartikelen en ontwikkeling van een betrouwbare analysemethode nodig zijn.

c.

Helpdesk-functie

De Afdeling IER vervult de primaire helpdeskfunctie voor de Douane.