Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

14.30.00 Controle-exemplaar T5

6 Vereenvoudigingen ten aanzien van controle-exemplaren T5

Eisen voor afgifte vergunning toegelaten afzender T5

Voor het verlenen van een vergunning toegelaten afzender tot het zelf afgeven van een controle-exemplaar T5, zonder dat de goederen noch het daarop betrekking hebbende controle-exemplaar T5 bij het kantoor van vertrek behoeven te worden aangeboden, gelden de algemene eisen zoals neergelegd in onderdeel 14.40.00 van dit Handboek. Indien het stellen van zekerheid een voorwaarde is (zie paragraaf 5.1.1) dan kan de vergunning toegelaten afzender T5 slechts worden afgegeven als de aanvrager ook in het bezit is van een vergunning doorlopende zekerheid. (dit Handboek, onderdeel, 14.41.00)

Een aanvraagformulier vergunning toegelaten afzender controle exemplaar T5 is te downloaden op www.douane.nl.

Voor exporteurs van landbouwgoederen die een vergunning toegelaten afzender T5 vragen geldt een wat afwijkende procedure. Deze exporteurs kunnen pas een vergunning krijgen nadat, behalve door de Douane, ook een onderzoek is ingesteld door de NVWA. Zie voor deze procedure paragraaf 5.1.3 van het onderdeel 20.02.00, “Aangiften ten uitvoer voor landbouwgoederen”, van dit Handboek.

Het is mogelijk dat de vergunninghouder zijn handtekening achterwege laat als hij controle-exemplaren T5 afgeeft. De voorwaarden hiervoor zijn dezelfde als voor zelf afgegeven aangiften voor douanevervoer T of voor zelf afgegeven documenten T2L(F). (zie respectievelijk de onderdelen 14.41.00 en 14.11.00 van dit Handboek) dat wil zeggen dat gebruik moet worden gemaakt van de speciale stempel van bijlage 62 TVo. CDW. Deze wordt aangebracht op controle-exemplaren T5 die worden vervaardigd met behulp van een geautomatiseerd systeem.

( artikel 912octies TVo. CDW)

Bepalingen vergunning toegelaten afzender T5

     

Bepaling

Toelichting

Artikel

......................

............................

................

De kantoren van vertrek die zijn aangewezen voor het te verrichten vervoer

Het gaat om de kantoren waar de kopieën van de exemplaren nummer 1 van de controle-exemplaren T5 moeten worden gezonden op de dag nadat het vervoer begonnen is. Deze kantoren worden in de vergunning aangewezen.

Artikel 912 octies, lid 4, TVo. CDW

De manier waarop de toegelaten afzender het kantoor van vertrek inlicht over het te verrichten vervoer

De melding kan schriftelijk, per telex, per telefax, telefonisch of op elke andere wijze plaatsvinden. De wijze waarop de melding plaatsvindt wordt vastgelegd in de werkafspraken.

De inspecteur kan bepalen dat de ambtenaren niet hoeven te worden ingelicht. In plaats daarvan wordt de vereiste kennisgeving gedaan door voorafgaande inschrijving in een register dat daarvoor is vastgesteld. Deze vorm van kennisgeven of melden wordt: “kennisgeving door inschrijving” genoemd. De kennisgeving of melding die schriftelijk door middel van een telefax of telefonisch wordt gedaan wordt doorgaans de “actieve kennisgeving” genoemd.

Artikel 912 octies, lid 4, TVo. CDW

Hoe lang voor het vertrek van de goederen melding moet worden gedaan van het voorgenomen vertrek

Dit is nodig om het kantoor van vertrek de mogelijkheid te geven de goederen te controleren

In vergunning opgenomen

Binnen welke termijn na de melding begonnen mag worden met het vervoer

In vergunning opgenomen

De identificatiemaatregelen die genomen moeten worden

Een vergunninghouder toegelaten afzender kan worden toegestaan zelf de vervoermiddelen of colli te verzegelen, op een wijze die is voorgeschreven in de vergunning. Hierbij moet hij een zegel van een speciaal model gebruiken.

Artikel 912 octies, lid 4, TVo. CDW.

De manier waarop controle-exemplaren T5 geldig worden gemaakt. Dit kan op twee manieren:

1. Een ambtenaar voorziet het controle-exemplaar T5 vooraf op het kantoor van vertrek van een afdruk van de stempel en een handtekening.

2. De vergunninghouder voorziet het controle-exemplaar T5 zelf van een afdruk van een metalen stempel die door de douaneautoriteiten is aanvaard. De stempel moet voldoen aan de eisen van bijlage 62 TVo. CDW.

Het is ook mogelijk om een stempel volgens dit model voor te drukken op het formulier. De drukkerij die de formulieren drukt, moet daartoe zijn gemachtigd. Een voorbeeld en een uitgebreide beschrijving van deze stempel staan in paragraaf 7.2.1
(figuur 1)

Artikel 912 octies, lid 2, TVo. CDW

Naar boven

6.1 Algemeen

In deze paragraaf worden de volgende procedures beschreven:

  • procedure geldigmaken controle-exemplaren T5 (paragraaf 7.2.1)

  • procedure bij vertrek van de goederen (paragraaf 7.2.2)

  • procedure verzegeling (paragraaf 7.2.3)

  • procedure inleveren exemplaren op kantoor van vertrek (paragraaf 7.2.4)

Naar boven

6.1.1 Eisen voor afgifte vergunning toegelaten afzender T5

Zoals reeds in de tabel bij 7.1.2 beschreven zijn er bij de regeling toegelaten afzender twee methoden om de controle-exemplaren T5 geldig te maken:

  1. De douaneambtenaar maakt vooraf een aantal exemplaren van zelf af te geven controle-exemplaren T5 geldig. Dat doet u door in vak A een afdruk van de dienststempel , een handtekening en een naamstempel te plaatsen. Deze vooraf geldig gemaakte exemplaren worden doorlopend genummerd. De nummering geschiedt op de wijze zoals aangegeven in paragraaf 2.2.1 van dit onderdeel. De vergunninghouder vult de exemplaren later in en vermeldt de termijn waarbinnen de goederen hun bestemming gevolgd moeten hebben en de eventueel gebruikte verzegeling.

  2. De vergunninghouder toegelaten afzender gebruikt een speciaal stempel en plaatst zelf een afdruk daarvan op de controle-exemplaren T5. Deze stempel moet overeenkomen met het model zoals dat is opgenomen in bijlage 62 TVo. CDW. Een dergelijke stempel is een soort gecombineerde datum/nummerstempel naar het volgende model:

Het stempel moet in de breedte 55 mm en in de hoogte 25 mm bedragen.

       

1

2

3

4

5

6

       

Nummer

Betekenis

........

......................................

1.

Het wapen of alle andere tekens of letters die voor de betrokken lidstaat kenmerkend zijn

2.

Douanekantoor

3.

Nummer van de aangifte

4.

Datum

5.

Toegelaten afzender

6.

Vergunning

In de vergunning is bepaald welke van de twee hiervoor beschreven methoden de vergunninghouder toegelaten afzender gebruikt.

De gegevens die in het stempel moeten voorkomen kunnen vooraf worden gedrukt op het te gebruiken controle-exemplaar T5. De drukkerij die de formulieren maakt, moet wel gemachtigd zijn tot het drukken hiervan.

( artikel 912octies, lid 2, TVo. CDW)

Het stempel wordt geplaatst op alle exemplaren van het af te geven controle-exemplaar T5, op alle exemplaren van de bij het controle-exemplaar T5 behorende bislijsten of ladingslijsten.

De procedure om het controle-exemplaar T5 geldig te maken is als volgt:

  1. De vergunninghouder vermeldt de datum van verzending in het vak dat bestemd is voor het kantoor van vertrek. De vergunning schrijft ook voor hoe de nummering in dit vak moet plaatsvinden. Verder kan in de vergunning worden vastgesteld dat gebruik moet worden gemaakt van formulieren die van een speciaal teken zijn voorzien, zodat ze gemakkelijk te onderscheiden zijn van andere formulieren.

  2. De vergunninghouder moet op het tijdstip van verzending in het vak “Controle door het kantoor van vertrek” van het controle-exemplaar T5 de volgende gegevens vermelden:

  3. de toegepaste identificatiemiddelen;

  4. een verwijzing naar de uitvoeraangifte;

  5. de volgende vermelding:

    “Vereenvoudigde procedure, artikel 912octies van Verordening (EEG) nr. 2454/93”

Nadat de goederen zijn verzonden moet de vergunninghouder de kopieën van de controle-exemplaren T5 zo spoedig mogelijk inzenden naar het kantoor van vertrek dat hiervoor is aangewezen in de vergunning. In de praktijk wordt in de vergunning bepaald dat de vergunninghouder op de dag na afgifte van de controle-exemplaren T5 de kopieën moet inzenden. Wanneer u belast bent met het aftekenen van controle-exemplaren T5, mag u achteraf afgegeven controle-exemplaren T5 en duplicaten slechts van aantekeningen voorzien wanneer u heeft vastgesteld dat de goederen waarop deze documenten betrekking hebben, op de wijze zijn gebruikt of de bestemming hebben gekregen die bij de communautaire wetgeving is voorgeschreven.

Deze exemplaren worden opgenomen op een zogenaamde geleidelijst en samen met deze geleidelijst ingezonden naar het kantoor van vertrek. De geleidelijst vervangt in zo’n geval het register IUD 2. De vergunninghouder is verplicht om alle documenten, aan de hand waarvan de exemplaren zijn opgemaakt, te voegen bij de betreffende kopie.

( artikel 912octies, lid 3, TVo. CDW)

In de vergunning kan worden toegestaan dat controle-exemplaren T5 niet door de toegelaten afzender worden ondertekend als:

  • de formulieren worden opgesteld met behulp van een geïntegreerd systeem voor de elektronische gegevensverwerking;

  • de formulieren zijn voorzien van een stempel als bedoeld in bijlage 62 TVo. CDW.

De vergunninghouder moet hiervoor:

  1. schriftelijk verklaren dat hij aansprakelijk is voor de gevolgen van het onrechtmatig gebruik van de controle-exemplaren T5 die op deze wijze worden vervaardigd;

  2. de volgende vermelding aanbrengen in vak 110:

    “Vrijstelling van ondertekening – artikel 912octies van Verordening (EEG) 2454/93”.

Naar boven

6.2 Bepalingen vergunning toegelaten afzender T5

  1. De vergunninghouder meldt het voorgenomen vertrek van de goederen. Hij doet dat bij het kantoor van vertrek dat daarvoor in de vergunning is aangewezen. Deze melding kan actief of door inschrijving in de administratie worden gedaan.

    Bij de zogenaamde actieve kennisgeving moet de vergunninghouder voor het vertrek van de goederen een bericht naar het kantoor van vertrek zenden, waarin hij het voorgenomen vertrek meldt. In de vergunning is de tijd bepaald die ligt tussen de kennisgeving en het vertrek van de goederen. Dit in verband met de tijd die nodig is om te beoordelen of de goederen al dan niet moeten worden gecontroleerd.

    Bij de kennisgeving door inschrijving in de administratie wordt er geen bericht gezonden naar het kantoor van vertrek. Het vertrek van de goederen wordt door de vergunninghouder aangetekend in een register. Deze handelswijze is alleen toegestaan als de vergunning hierin voorziet.

Let op!

De mogelijkheid bestaat dat een vergunninghouder voor verschillende goederensoorten verschillende vormen van kennisgeven mag hanteren.

Kennisgeven door inschrijven wordt alleen toegestaan als de fiscale en niet-fiscale risico’s met betrekking tot de goederen minimaal zijn.

  1. Als u ambtenaar op het kantoor van vertrek bent handelt u als volgt:

  • Beoordeel of controle nodig is;

  • Controleer de goederen. Dit kan een vooraf aangekondigde controle zijn. Maar het is ook mogelijk om de goederen steekproefsgewijs zonder vooraankondiging te controleren. Er wordt vaak met de vergunninghouder afgesproken dat de goederen verder mogen worden vervoerd, als binnen een bepaalde tijd geen controle plaatsvindt. Dit wordt vastgelegd in het controleprogramma en de werkafspraken;

  • Nadat de controle heeft plaatsgevonden dient u zelf het controle-exemplaar T5, in vak D, af te tekenen.

Artikel 912octies, lid 4, TVo. CDW

  1. Op het tijdstip van verzending van de goederen vermeldt de vergunninghouder op het controle-exemplaar T5 een aantal gegevens. Hij plaatst deze op de voorzijde van beide exemplaren in het vak “Controle door het kantoor van vertrek”. Welke gegevens hij plaatst, is afhankelijk van het gebruikte document. Zie het volgende schema:

     

Soort document

Te plaatsen gegevens

Artikel

..................

.....................................

..............

Controle-exemplaar T5

  1. een verwijzing naar het vervoersdocument dat voor de goederen wordt gebruikt. (Indien van toepassing)

  2. De toegepaste identificatiemiddelen

  3. De vermelding “Vereenvoudigde procedure artikel 912 octies van Verordening (EEG) 2454/93”

Artikel 912 octies, lid 3, TVo. CDW

Overigens bestaat de mogelijkheid dat naast een controle-exemplaar T5 voor een bepaalde partij goederen ook een aangifte voor douanevervoer T wordt afgegeven. Dit zal in dergelijke gevallen doorgaans ook via de regeling toegelaten afzender mogelijk zijn. Zie daarvoor onderdeel 14.45.00, Vereenvoudigingsmaatregelen, toegelaten afzender en toegelaten geadresseerde, van dit Handboek.

Naar boven

6.2.1 Procedure verzegeling

Over het algemeen zal de verzegeling worden aangebracht door de vergunninghouder. Soms is dit echter een taak voor de ambtenaar van het kantoor van vertrek. In de vergunning is bepaald in welke gevallen de vergunninghouder de verzegeling zelf mag aanbrengen.

Als de toegelaten afzender de verzegeling zelf aanbrengt, gebruikt hij verzegelstrips, verzegeltouw en zegels of andere verzegelingen die dezelfde waarborgen bieden. De verzegelingen moeten vooraf door de douane goedgekeurd worden. Deze keuring wordt voor kantoren districten door het kantoor zuivering verricht.

De eisen waaraan de verzegelingen moeten voldoen en de procedure voor goedkeuring van de bedrijfsverzegeling zijn beschreven in onderdeel 14.43.00 van dit Handboek, met dien verstande dat voor de zelfverzegeling bij een toegelaten afzender T5 geen afzonderlijke vergunning is vereist

Voor de zelfafgifte van controle-exemplaren T5 staat in de vergunning dat de documenten die aan het opmaken van het controle-exemplaar T5 ten grondslag liggen (zoals bijvoorbeeld de aangifte ten uitvoer) tegelijk met de kopie van het controle-exemplaar T5 en in voorkomend geval het eerste exemplaar van de aangifte voor douanevervoer T worden ingeleverd.

U gaat als volgt te werk:

Ga na of het nummer van het vervoersdocument die op de kopie van het controle-exemplaar T5 zijn vermeld overeenstemmen met het nummer en de soort van het document waarmee de goederen daadwerkelijk

Naar boven

6.3 Nadere bepalingen

In dit hoofdstuk zijn geen nadere bepalingen opgenomen.

Naar boven

6.4 Uitzonderingen

In dit hoofdstuk zijn geen uitzonderingen opgenomen.

Naar boven

6.5 Strafbepalingen

Het niet voldoen aan een verplichting voortvloeiend uit een vergunning die is verleend op grond van de douanewetgeving is een beboetbaar feit. ( artikel 9:4 Algemene douanewet)

Het doen van een onjuiste aangifte is strafbaar.
( artikel 10:5, lid 1 Algemene douanewet)

Naar boven