Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

16.00.00 Actieve veredeling

5 Veredelingsproducten

5.1 Algemeen

Veredelingsproducten verdelen we in:

  • Hoofdveredelingsproducten

  • Bijkomende veredelingsproducten

Naar boven

5.2 Hoofdveredelingsproducten

Het hoofdveredelingsproduct is het veredelingsproduct waarvoor de vergunning werd verleend om de douaneregeling te gebruiken. Dit is het eindproduct van de veredelingshandelingen die verricht zijn onder de economische douaneregeling actieve veredeling.
( artikel 496 letter k TVo. CDW)

Voorbeeld

Sinaasappels worden onder de douaneregeling geplaatst, om deze te persen en het sap te verkopen. Het sinaasappelsap is dan het hoofdveredelingsproduct.

Naar boven

5.3 Bijkomende veredelingsproducten

Bijkomende veredelingsproducten zijn producten die onvermijdelijk ontstaan als bijproduct van het hoofdveredelingsproduct. De nadruk ligt op het woord onvermijdelijk. Met andere woorden: het is het onvermijdelijke resultaat van de veredelingshandelingen verricht in het kader van die economische douaneregeling. Dit zijn goederen als afvallen, resten, schroot en dergelijke.
( artikel 496 letter l , artikel 548 en bijlage 75 TvoCDW)

Voorbeeld

De schillen en het uitgeperste vruchtvlees van de sinaasappels zijn de bijkomende veredelingsproducten.

Deze goederen hebben nog steeds een zekere waarde en kunnen soms nog worden gebruikt, bijvoorbeeld als veevoer of compost. Voor deze bijkomende veredelingsproducten moet een nieuwe toegestane douanebestemming worden gekozen.
(artikel 89 lid 1 CDW)

Deze goederen mogen worden aangegeven onder hun eigen tarief en douanewaarde voor het vrije verkeer. De heffingsgrondslagen voor de invoergoederen hoeven niet te worden toegepast. Voorwaarde is wel dat ze te kwalificeren zijn als afvallen, resten, schroot of een ander restproduct. Om in aanmerking te komen voor heffing naar eigen tarief, moet de hoeveelheid bijkomende veredelingsproducten proportioneel overeenkomen met het uitgevoerde gedeelte van de niet in Bijlage 75 TvoCDW vermelde veredelingsproducten (lees: het hoofdveredelingsproduct).

Als aangifte tegen het eigen tarief en douanewaarde leidt tot een hogere douaneschuld dan wanneer de invoergoederen in het vrije verkeer zouden zijn gebracht, kan belanghebbende altijd vragen de heffingsgrondslagen voor de invoergoederen toe te passen.
(artikel 122 letter a CDW)

Voorbeeld 1

Bij het persen van 1.000 kg sinaasappels is 100 liter sinaasappelsap ontstaan als hoofdveredelingsproduct en 900 kg schillen als bijkomende veredelingsproduct. De 100 liter sap wordt in zijn geheel (weder)uitgevoerd.

De 900 kg schillen mogen nu tegen het eigen tarief in het vrije verkeer worden gebracht.

Voorbeeld 2

Van de 100 liter sinaasappelsap (hoofdveredelingsproduct) wordt 25 liter sap wederuitgevoerd, 75 liter sap wordt in het vrije verkeer gebracht.

Wordt de totale hoeveelheid schillen in het vrije verkeer gebracht, dan mag slechts 25% van deze hoeveelheid tegen het eigen tarief worden aangegeven. Voor de overige 75% moeten de heffingsgrondslagen voor de sinaasappels (de invoergoederen) worden toegepast.

Voorbeeld 3

100 liter sinaasappelsap (hoofdveredelingsproduct) wordt in het vrije verkeer gebracht. Dan geldt voor de schillen (het bijkomend veredelingsproduct) dat de heffingsgrondslagen voor de sinaasappelen moeten worden toegepast.

Op deze manier is het totaalbedrag aan douaneschuld niet lager dan het bedrag dat wordt zou zijn geheven als de invoergoederen rechtstreeks in het vrije verkeer zouden zijn gebracht.
(artikel 122 letter a CDW)

Er wordt geen compenserende rente berekend voor de bijkomende veredelingsproducten die tegen het eigen tarief in het vrije verkeer mogen worden gebracht.
( artikel 519 lid 4 letter e TvoCDW)

Let op!

De belanghebbende kan er voor kiezen om de hoofdveredelingsproducten te vernietigen, bijvoorbeeld omdat de wederuitvoer zich niet loont. Deze vernietiging staat dan gelijk aan de wederuitvoer voor de beëindiging van de douaneregeling actieve veredeling. Let daarbij op eventuele resten en afvallen, want daarvoor moet de belanghebbende een douanebestemming kiezen. Deze resten en afvallen worden belast naar hun eigen heffingsgrondslagen, omdat artikel 121 CDW na de vernietiging niet meer toepasbaar is.
( artikel 548 lid 2 TvoCDW en artikel 214 lid 1 CDW)

Naar boven