Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

24.20.00 Douanevrijstellingen buitenlandse NAVO en EU-strijdkrachten

5 Buitenlandse EU-strijdkrachten en personeel in Nederland

In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen voor de vrijstellingen bij het in het vrije verkeer brengen van goederen bestemd voor buitenlandse EU-strijdkrachten en het personeel daarvan, die in Nederland deelnemen aan een defensie inspanning in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB).

Het betreft het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB), zoals bedoeld in titel V, hoofdstuk 2, afdeling 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).

Naar boven

5.1 Wettelijke basis

De vrijstellingen van omzetbelasting (btw) en accijns zijn voorzien in artikel 7:27, lid 5, van de Algemene douaneregeling. Er geldt geen vrijstelling voor invoerrechten.

De vrijstellingen zijn gebaseerd op artikel 143, lid 1, punt g bis, Richtlijn 2006/112/EG en artikel 11, lid 1, punt c, Richtlijn (EU) 2020/262 (oud: artikel 12, lid 1, punt b bis, Richtlijn 2008/118/EG).

Naar boven

5.2 Reikwijdte vrijstellingen

De vrijstellingen worden verleend bij de invoer van goederen voor:

- de buitenlandse EU-strijdkrachten of het personeel en begeleidend burgerpersoneel van die strijdkrachten; of

- de bevoorrading van de messes of kantines van buitenlandse EU-strijdkrachten en voor het personeel daarvan.

De vrijstelling ziet niet op goederen die Nederlandse strijdkrachten inkopen voor gebruik door henzelf of voor het hen begeleidende burgerpersoneel in Nederland. Ook heeft de vrijstelling geen betrekking op civiele missies in het kader van het GVDB.

Het gaat om vrijstelling van omzetbelasting (btw) op goederen en accijns op accijnsgoederen, zoals alcohol, tabak en brandstof. De vrijstellingen gelden voor zowel officieel als persoonlijk gebruik.

De artikelen 7:16a tot en met 7:16k van de Algemene douaneregeling zijn van overeenkomstige toepassing voor de vrijstelling van omzetbelasting en accijns.

Er geldt nog een belangrijke uitzondering. De vrijstellingen worden niet verleend aan de gezinsleden van het personeel van de buitenlandse EU-strijdkrachten.

(artikel 7:27, lid 5, Algemene douaneregeling)

Naar boven

5.3 Gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB)

In de richtlijn defensie-inspanningen binnen het Uniekader, Richtlijn (EU) 2019/2235, is geregeld dat er vanaf 1 juli 2022 vrijstellingen van omzetbelasting (btw) en accijns gelden voor goederen, die in verband met defensieactiviteiten in EU-verband worden ingevoerd, net zoals bij NAVO-defensieactiviteiten. Richtlijn 2006/112/EG en Richtlijn 2008/118/EG (nieuw: Richtlijn (EU) 2020/262) zijn op dit punt gewijzigd.

Met een defensie-inspanning voor het uitvoeren van een Unieoptreden in het kader van het GVDB worden bedoeld de militaire missies en operaties, activiteiten van gevechtsgroepen, wederzijdse bijstand, projecten op het gebied van permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) en activiteiten van het Europese Defensieagentschap (EDA).

Onder een defensie-inspanning vallen niet de activiteiten in het kader van de solidariteitsclausule van artikel 222 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), of andere bilaterale of multilaterale activiteiten tussen lidstaten, die geen verband houden met GVDB defensie-inspanningen.

De vrijstellingen gelden alleen voor situaties waarin de buitenlandse EU-strijdkrachten taken uitvoeren, die rechtstreeks verband houden met een defensie-inspanning in het kader van het GVDB en niet met civiele missies in het kader van het GVDB.

Het vrijstellingenpakket is beperkter dan het vrijstellingenpakket dat Nederland op dit moment al verleent aan de buitenlandse NAVO-strijdkrachten. Daarmee is een nieuwe categorie geprivilegieerden ontstaan.

Naar boven

5.4 Defensie-inspanning door burgerpersoneel

De vrijstelling voor de invoer van goederen voor gebruik door burgerpersoneel geldt alleen als het burgerpersoneel de buitenlandse EU-strijdkrachten begeleidt, die buiten hun lidstaat taken uitvoeren die rechtstreeks verband houden met een defensie-inspanning in het kader van het GVDB.

Er wordt geen vrijstelling verleend als het alleen om taken gaat die uitsluitend door het burgerpersoneel worden verricht en waarbij geen militair personeel is betrokken. In dat geval is er geen sprake van een defensie-inspanning is de zin van deze vrijstelling.

Naar boven

5.5 Vrijstelling van omzetbelasting (btw)

De vrijstellingen van omzetbelasting (btw) voor defensie-inspanningen binnen het Uniekader zijn in lijn met die voor de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO).

De vrijstelling geldt voor de invoer van goederen voor buitenlandse EU-strijdkrachten en van goederen voor de bevoorrading van de messes of kantines van de buitenlandse EU-strijdkrachten en voor het personeel daarvan.

De vrijstelling ziet niet op de invoer van goederen die de buitenlandse EU-strijdkrachten voor eigen gebruik of voor het personeel invoeren in hun eigen lidstaat.

De toepassing en de reikwijdte van de vrijstellingen uit artikel 7:16a tot en met artikel 7:16k van de Algemene douaneregeling is uitgewerkt in onderdeel 1, 2 en 3.

(artikel 143, lid 1, punt g bis, Richtlijn 2006/112/EG en artikel 21 Wet op de omzetbelasting 1968)

Naar boven

5.6 Vrijstelling van accijns

De vrijstellingen van accijns voor defensie-inspanningen binnen het Uniekader zijn in lijn met die voor de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO).

De vrijstelling geldt voor de invoer van accijnsgoederen voor gebruik door de buitenlandse EU-strijdkrachten van alle lidstaten, behalve de lidstaat waarin de accijns verschuldigd is. De vrijstelling houdt in dat de goederen zijn vrijgesteld van betaling van accijns.

De vrijstelling geldt ook voor accijnsgoederen voor de bevoorrading van de messes of kantines van de buitenlandse EU-strijdkrachten en voor het personeel daarvan.

De vrijstelling ziet niet op de invoer van goederen die de buitenlandse EU-strijdkrachten voor eigen gebruik of voor het personeel invoeren in hun eigen lidstaat.

De toepassing en de reikwijdte van de vrijstellingen uit artikel 7:16a tot en met artikel 7:16k van de Algemene douaneregeling is uitgewerkt in onderdeel 1, 2 en 3.

(artikel 11, lid 1, punt c, Richtlijn (EU) 2020/262, oud: artikel 12, lid 1, punt b bis, Richtlijn 2008/118/EG, en artikel 69, lid 1, onder e, Wet op de accijns)

Naar boven

5.7 Vrijstelling door middel van teruggaaf

De vrijstellingen kunnen door middel van teruggaaf van omzetbelasting en accijns worden verleend.

(artikel 151, lid 2, Richtlijn 2006/112/EG en artikel 11, lid 2, Richtlijn (EU)2020/262, oud: artikel 12, lid 2, Richtlijn 2008/118/EG)

Naar boven