Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

17 Aftrek specifieke zorgkosten

17.1 Wat is de aftrek voor specifieke zorgkosten?

Als u kosten maakt voor ziekte of invaliditeit, mag u misschien een deel van die kosten aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting. Het gaat niet alleen om kosten die uzelf maakt, maar bijvoorbeeld ook om kosten van uw fiscale partner en uw (minderjarige) kinderen. Wij noemen dit de aftrek voor specifieke zorgkosten. U betaalt dan minder belasting.

In dit hoofdstuk leest u wat de voorwaarden zijn en welke kosten u mag aftrekken als specifieke zorgkosten.

U woont buiten Nederland

Als u buiten Nederland woont, hebt u alleen recht op deze aftrek als u kwalificerend buitenlands belastingplichtig bent. Kijk voor meer informatie in het hoofdstuk 'U woont buiten Nederland'.

Naar boven

17.2 Voorwaarden aftrek specifieke zorgkosten

Voor het aftrekken van specifieke zorgkosten gelden de volgende voorwaarden:

  • U mag alleen bepaalde kosten aftrekken die u maakt in verband met ziekte of invaliditeit.

  • U mag de kosten alleen aftrekken in het jaar waarin u die kosten hebt betaald.

  • U mag alleen het deel van de kosten aftrekken waarvoor u geen vergoeding kunt krijgen van bijvoorbeeld de (aanvullende) zorgverzekering, de bijzondere bijstand of uw ouders. Het maakt niet uit van wie u de vergoeding kunt krijgen.
    Als u de kosten eerst zelf betaalt en later een vergoeding krijgt van bijvoorbeeld uw zorgverzekeraar, mag u (dat deel van) de kosten niet aftrekken.

Kosten die onder een verplicht of vrijwillig eigen risico vallen, zijn niet aftrekbaar. Ook kosten waarvoor een eigen bijdrage geldt aan het CAK of volgens de Zorgverzekeringswet zijn niet aftrekbaar.

Maakt u kosten die u niet vergoed krijgt omdat u geen zorgverzekering hebt afgesloten? Dan mag u de kosten van ziekte en invaliditeit die onder de basisverzekering vallen niet aftrekken. Kosten die vallen onder een aanvullende verzekering mag u wel aftrekken.

Bent u gemoedsbezwaarde? En hebt u de kosten niet vergoed gekregen van het CAK of op een andere manier? Dan mag u de kosten aftrekken. Daarbij gelden dezelfde voorwaarden als voor iemand die geen gemoedsbezwaarde is.

Er geldt een drempel voor het aftrekken van zorgkosten. Zie 'Drempel'.

Let op!

De volgende vergoedingen hoeft u bijvoorbeeld niet van het aftrekbare bedrag af te halen:

  • een tegemoetkoming die u krijgt van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) omdat u arbeidsongeschikt bent

  • de tegemoetkoming specifieke zorgkosten die u krijgt van de Belastingdienst

  • de bijzondere bijstand waar u recht op hebt, maar die u niet hebt ontvangen en ook niet zal gaan ontvangen

  • de tegemoetkoming die u kreeg via het Centraal Administratiekantoor (CAK) voor kosten die u maakt als chronisch zieke of gehandicapte

Naar boven

17.2.1 Voor welke personen mag u zorgkosten aftrekken?

U mag zorgkosten aftrekken voor:

  • uzelf en uw fiscale partner

  • uw kinderen jonger dan 27 jaar, als deze kinderen niet in staat zijn de kosten zelf te betalen

U mag ook de door u betaalde kosten voor de volgende personen aftrekken, als zij niet in staat waren om deze kosten zelf te betalen:

  • ernstig gehandicapte personen van 27 jaar of ouder met wie u in gezinsverband woont
    Iemand is ernstig gehandicapt als hij aanspraak kan maken op opname in een Wlz-instelling.

  • ouders, broers of zussen die bij u in huis wonen en afhankelijk zijn van uw zorg
    Als u de zorg niet zou verlenen, dan zouden deze personen beroepsmatige hulp of verzorging in een verzorgings- of verpleeghuis nodig hebben.

Naar boven

17.3 Wat is aftrekbaar als specifieke zorgkosten?

U mag misschien een bedrag aftrekken als u uitgaven doet voor:

  • genees- en heelkundige hulp

  • medicijnen op doktersvoorschrift

  • bepaalde hulpmiddelen en aanpassingen van roerende zaken

  • vervoer, zoals reiskosten naar een huisarts of ziekenhuis

  • een dieet op voorschrift van een arts of diëtist

  • extra gezinshulp

  • extra kleding en beddengoed

  • reiskosten voor ziekenbezoek

Hierna leest u welke kosten u precies mag aftrekken en wat de voorwaarden zijn.

Naar boven

17.3.1 Genees- en heelkundige hulp

Van de genees- en heelkundige hulp zijn de kosten aftrekbaar voor:

  • huisarts, tandarts, specialist

  • behandelingen door een paramedicus waarvoor geen verwijzing door een arts nodig is
    Het gaat om de volgende paramedici: fysiotherapeut, diëtist, ergotherapeut, logopedist, oefentherapeut, orthoptist, podotherapeut, mondhygiënist en huidtherapeut. Als wij daarom vragen moet u een verklaring van de paramedicus hebben.

  • verpleging in een ziekenhuis of een andere verpleeginstelling

  • behandelingen op voorschrift en onder begeleiding van een arts
    Bijvoorbeeld acupunctuur, revalidatie en homeopathie.

Naar boven

17.3.2 Medicijnen op doktersvoorschrift

U mag alleen de kosten aftrekken voor medicijnen die een naar Nederlandse maatstaven bevoegde arts heeft voorgeschreven. Dit kunnen ook homeopathische medicijnen zijn. Alleen uitgaven voor medicijnen die als geneesmiddel worden gebruikt, zijn aftrekbaar.

Naar boven

17.3.3 Bepaalde hulpmiddelen en aanpassingen van roerende zaken

Hulpmiddelen zijn voorzieningen of apparaten die hoofdzakelijk door zieke of invalide personen worden gebruikt. Het kan bijvoorbeeld gaan om een voorziening die u in staat stelt om een normale lichaamsfunctie te verrichten, zoals een prothese of een hoortoestel. Ook voor andere medische hulpmiddelen geldt de voorwaarde dat deze hoofdzakelijk door zieke of invalide personen worden gebruikt. Bijvoorbeeld een 'vingerprik' om uw bloedwaarden te meten zonder hulp van een arts of verpleegkundige.

De kosten voor bijvoorbeeld de volgende hulpmiddelen zijn aftrekbaar:

  • steunzolen

  • gehoorapparaten
    Deze zijn alleen in zeer specifieke situaties aftrekbaar. Zie ‘Gehoorapparaten’.

  • prothesen

  • honden zoals de hulphond, signaalhond, geleidehond en therapiehond, die speciaal zijn opgeleid door een bevoegde instantie (bijvoorbeeld stichting hulphond) om een lichaamsfunctie over te nemen. Deze honden worden namelijk hoofdzakelijk gebruikt door zieke of invalide mensen

  • onderhoud, reparatie en verzekering van deze hulpmiddelen

  • een 'vingerprik' om bloedwaarden te meten zonder hulp van een arts of verpleegkundige

  • een alarmsysteem in verband met een specifieke ziekte
    Bijvoorbeeld een detectie- of alarmeringsapparaat ontwikkeld voor mensen met epilepsie

  • een stomadouche

Onder aanpassingen van roerende zaken verstaan wij aanpassingen aan zaken zodat deze ook bij ziekte of invaliditeit gebruikt kunnen worden. Het gaat dan om bijvoorbeeld een aanpassing aan het stuursysteem van een auto.

Gehoorapparaten

Schaft u een gehoorapparaat aan en moet u een deel zelf betalen? Dan mag u misschien een deel van het bedrag dat u zelf betaalt aftrekken. Het gaat dan om het deel dat u zelf betaalt, omdat u een meerprijs moet betalen.

U mag het bedrag van de meerprijs alleen aftrekken als aan de volgende 2 voorwaarden is voldaan:

  • De meerprijs is ontstaan omdat u een duurder apparaat wilde hebben.

  • De functionele eisen van dat duurdere gehoorapparaat zijn voor u beter. Het apparaat zit bijvoorbeeld prettiger. Of u hebt minder last van fluittonen met het duurdere hoorapparaat.

Betaalt u een meerprijs door een persoonlijke voorkeur, zoals de kleur van een apparaat? Dan is het bedrag van de meerprijs niet aftrekbaar.

Betaalt u een verplichte eigen bijdrage? Of hebt u verplicht eigen risico? Dan mag u deze bijdrage of dat eigen risico niet aftrekken.

Voorbeeld: U betaalt een meerprijs
U moet een gehoorapparaat aanschaffen. Volgens de voorwaarden van uw verzekering mogen de kosten van dat apparaat maximaal € 3.200 zijn. Daarvan moet u zelf een verplichte eigen bijdrage betalen van 25%. Het apparaat past echter slecht en zit niet prettig. Een apparaat van € 4.000 past u wel goed. U besluit om dat duurdere gehoorapparaat te kopen. Van uw verzekeringsmaatschappij krijgt u volgens de polisvoorwaarden € 2.600 vergoed. U betaalt zelf € 1.400.

Het bedrag van € 1.400 mag u niet volledig aftrekken. U moet namelijk nog rekening houden met uw verplichte eigen bijdrage. Uw verplichte eigen bijdrage is 25% van € 4.000, dat is € 1.000. U mag dan € 4.000 - € 2.600 (vergoeding verzekeraar) - € 1.000 (verplichte eigen bijdrage) = € 400 als kosten van een gehoorapparaat aftrekken bij de hulpmiddelen.

Voorbeeld: U betaalt alles zelf
U moet een gehoorapparaat aanschaffen. Volgens de voorwaarden van uw verzekering moet u een apparaat kiezen uit categorie 2. Het apparaat past echter slecht, het zit niet prettig. Een apparaat uit categorie 3 past u wel goed. U besluit om dat duurdere gehoorapparaat te kopen. Van uw verzekeringsmaatschappij krijgt u niets vergoed, omdat u een apparaat uit een andere categorie neemt. U betaalt zelf voor dit gehoorapparaat € 1.600. U mag dan € 1.600 als kosten van een gehoorapparaat aftrekken bij de hulpmiddelen.

Moet u de kosten van een gehoorapparaat helemaal zelf betalen, omdat u niet voor een vergoeding in aanmerking komt? Dan mag u alle kosten aftrekken.

Hulpmiddelen gezichtsvermogen

U mag alleen de uitgaven voor hulpmiddelen aftrekken die u nodig hebt omdat u blind of slechtziend bent. Bijvoorbeeld de kosten van een blindenstok, een blindengeleidehond of bepaalde aanpassingen aan een computer.

Naar boven

17.3.4 Vervoer

Het kan zijn dat u door ziekte of invaliditeit hogere vervoerskosten maakt. De volgende uitgaven zijn dan aftrekbaar:

  • vervoerskosten voor een medische behandeling bijvoorbeeld naar een arts of ziekenhuis

  • extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit

Berekening vervoersuitgaven voor een medische behandeling

Maakt u vervoerskosten omdat u naar een arts reist? Of omdat u een medische behandeling krijgt in bijvoorbeeld een ziekenhuis, of bij een fysiotherapeut? U kunt kosten gemaakt hebben voor het vervoer met uw auto, maar ook door te reizen met de bus of met een ambulance. De werkelijk gemaakte kosten voor dat vervoer zijn aftrekbaar. Van de werkelijk gemaakte kosten trekt u het bedrag aan vergoeding af, dat u hebt gekregen. Hebt u recht op een vergoeding, maar hebt u die niet aangevraagd? Dan trekt u het bedrag van de vergoeding waar u recht op hebt van de werkelijk gemaakt kosten af.

Berekening werkelijk gemaakte kosten als u met uw eigen auto rijdt.

Om de werkelijk gemaakte kosten te berekenen, hebt u het volgende nodig:

  • het aantal afgelegde kilometers in dit jaar voor een bezoek aan een arts, of voor een medische behandeling

  • het totaal aantal kilometers die u dit jaar hebt gereden met uw auto

  • de kosten die u dit jaar hebt gemaakt per kilometer (de kilometerprijs van de auto)

Kilometerprijs van de auto

De kilometerprijs van uw auto rekent u als volgt uit:

Tel alle dit jaar gemaakte kosten op voor:

  • brandstof

  • onderhoud en reparatie

  • APK

  • verzekering van de auto

  • houderschapsbelasting (motorrijtuigenbelasting)

  • afschrijving van de auto

  • overige kosten (bijvoorbeeld kosten voor de wasstraat)

Deel dit bedrag door het totaal aantal kilometers dat u dit jaar hebt gereden. De uitkomst is de kilometerprijs.

Voorbeeld berekening kilometerprijs

U hebt een Toyota Aygo. In 2019 rijdt u hiermee in totaal 10.550 km. U hebt de volgende kosten:

  • afschrijving € 1.200

  • brandstof € 982

  • onderhoud en reparatie € 476

  • autoverzekering € 332

  • houderschapsbelasting € 660

  • wasstraat € 180

De kilometerprijs bedraagt: € 3.830 : 10.550 = € 0.363 /km.

Let op!

Parkeerkosten worden in de kilometerprijs niet meegenomen. Deze kosten kunt u beter apart opnemen. U bent dan voordeliger uit.

Parkeerkosten worden in de kilometerprijs niet meegenomen. Deze kosten kunt u beter apart opnemen. U bent dan voordeliger uit.

Voorbeeld berekening werkelijke vervoerskosten voor een medische behandeling.

U hebt COPD. U bent hiervoor in 2019 4 keer in het ziekenhuis geweest voor onderzoeken. Daarnaast bent u op voorschrift van uw longarts 20 keer bij een acupuncturist geweest. De afstand naar het ziekenhuis is 35 kilometer (retour). De parkeerkosten zijn € 3 per bezoek. De afstand naar de acupuncturist is 14 km retour. De kilometerprijs is € 0,363/km. Uw werkelijke gemaakte vervoerskosten zijn:

Voor het ziekenhuis: .4 * 35 = 140 km. Kosten: 140 * 0.363 = € 50.82, afgerond € 51.

Parkeergeld: 4 *€ 3 = € 12.

Voor de acupuncturist: 20 * 14 * € 0.363 = € 101,64, afgerond € 102.. .

U kunt het volgende bedrag opgeven als kosten wegens vervoer voor een medische behandeling: € 51 + € 12 +€ 102 = € 165.

Extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit

U mag extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit aftrekken als u aannemelijk kunt maken dat u door uw ziekte of invaliditeit hogere vervoerskosten hebt. Er moet een rechtstreeks verband zijn tussen deze kosten en uw ziekte of invaliditeit. De hogere vervoerskosten had u in vergelijking met mensen die niet ziek of invalide zijn en die in financieel en maatschappelijk opzicht vergelijkbaar zijn met u. U kunt gebruikmaken van bijvoorbeeld gegevens van het NIBUD of het CBS. Hebt u inderdaad hogere vervoerskosten? Dan mag u uw extra vervoerskosten aftrekken. U moet van deze extra vervoerskosten wel de vergoeding afhalen die u bijvoorbeeld van uw zorgverzekering kreeg.

Vervoerskosten die u al mag aftrekken als hulpmiddel (bijvoorbeeld een aanpassing van uw auto vanwege invaliditeit) of als reiskosten naar een arts of een ziekenhuis, moet u van deze extra vervoerskosten aftrekken.

Bij het berekenen van de extra vervoerskosten gaat u uit van de werkelijk gemaakte kosten. Dat zijn de volgende kosten:.

  • brandstof

  • onderhoud en reparatie

  • APK

  • verzekering van de auto

  • houderschapsbelasting (motorrijtuigenbelasting)

  • afschrijving van de auto

  • parkeerkosten

  • overige kosten (bijvoorbeeld wasstraat)

Het bedrag van de door u gemaakte werkelijke kosten vergelijkt u met de kosten die anderen maken.

Hebt u meer kosten? Het verschil tussen uw kosten en die van anderen, is aftrekbaar als extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit.

U moet het bedrag van de extra vervoerskosten verminderen met de vergoeding die u kreeg of kon krijgen voor die kosten. Bijvoorbeeld via de WMO, uw verzekering of via uw gemeente.

De vervoerskosten die u in aftrek hebt gebracht als vervoerskosten voor een medische behandeling

Is uw auto aangepast aan uw handicap? En kunt u de kosten aftrekken als aanpassing van een roerende zaak? Dan mag u deze kosten hier niet nog een keer opnemen.

U hebt minder kosten

Hebt u minder kosten? Dan hebt u geen aftrek hiervoor.

Let op!

Bij de beoordeling van deze kosten kan het zijn dat er andere bijzondere omstandigheden zijn dan ziekte of invaliditeit, waardoor u meer kosten maakt dan gebruikelijk is. In dat geval kan het zijn dat u minder kosten in aftrek kunt brengen.

Voorbeeld

U bent lid van de nationale selectie voor rolstoelbasketballers. U behoort tot de Olympische selectie. Hierdoor moet u veel extra trainen en speelt u mee in selectiewedstrijden. U maakt daarom veel extra vervoerskosten. De vervoerskosten die u voor deze specifieke selectie maakt, zijn niet aftrekbaar. Kosten voor trainingen en wedstrijden voor de sportclubactiviteiten zijn wel aftrekbaar.

Naar boven

17.3.5 Dieet op voorschrift van een arts of diëtist

Volgt u een dieet op voorschrift van een arts of diëtist? Dan mag u voor deze kosten een vast bedrag aftrekken. Deze bedragen staan in de dieetlijst in Bijlage I. Daar leest u ook hoeveel u mag aftrekken als u meerdere diëten volgt. Staat het dieet niet in de lijst? Dan mag u geen bedrag aftrekken.

Wij kunnen u vragen om een dieetbevestiging. U kunt deze downloaden van belastingdienst.nl. De arts of diëtist vult de bevestiging in.

Naar boven

17.3.6 Extra gezinshulp

U mag onder de volgende voorwaarden uitgaven voor extra gezinshulp aftrekken:

  • U hebt een gezinshulp nodig door ziekte of invaliditeit.

  • U hebt hiervan de rekeningen of kwitanties waarop de volgende gegevens staan:

    • datum

    • bedrag

    • naam, adres en woonplaats van de gezinshulp of instantie aan wie u de kosten betaalt

Gezinshulp in Wlz-instelling

Als u in een (Wlz)-instelling woont en kosten hebt voor gezinshulp, moet u ook voldoen aan de voorwaarden. U moet dan dus beschikken over een rekening of kwitantie met daarop de juiste gegevens. Kosten voor gezinshulp die zijn begrepen in de pensionprijs van een (Wlz)-instelling mag u niet zomaar aftrekken. Het moet gaan om de kosten van een gezinshulp die afzonderlijk in rekening worden gebracht en die per persoon worden berekend.

Drempel en drempelinkomen

U telt alleen het deel van de uitgaven mee dat uitkomt boven een bepaald bedrag, de drempel. Gebruik de tabel hierna om uw drempel te berekenen. Doet u online aangifte? Dan berekenen wij de drempel voor u.

Drempelinkomen

Drempel

Meer dan

Niet meer dan

-

€ 31.744

Geen drempel

€ 31.744

€ 47.615

1% van het drempelinkomen

€ 47.615

€ 63.479

2% van het drempelinkomen

€ 63.479

-

3% van het drempelinkomen

Hebt u het hele jaar een fiscale partner of kiest u ervoor om het hele jaar als fiscale partners te worden beschouwd? Neem dan het drempelinkomen van u en uw fiscale partner samen.

Fiscale partner overleden

Was uw fiscale partner ziek of invalide en is hij overleden? En had u in verband met zijn ziekte of invaliditeit extra gezinshulp? Dan mag u de uitgaven voor extra gezinshulp na het overlijden alleen aftrekken als u vóór het overlijden ook al extra gezinshulp had. U mag de kosten aftrekken voor de extra gezinshulp die u krijgt tot en met de maand van het overlijden en de 3 maanden daarna.

Naar boven

17.3.7 Extra kleding en beddengoed

Uitgaven voor kleding en beddengoed en het reinigen daarvan zijn onder de volgende voorwaarden aftrekbaar:

  • de uitgaven zijn rechtstreeks een gevolg van ziekte of invaliditeit

  • de ziekte duurde minimaal 1 jaar of gaat waarschijnlijk minimaal 1 jaar duren

Trekt u uitgaven af voor iemand anders voor wie u de zorgkosten mag aftrekken? Dan moet deze persoon bij u hebben gewoond in het jaar waarover u aangifte doet.

Voor de uitgaven van extra kleding en beddengoed mag u een vast bedrag meetellen van € 300. Kunt u aantonen dat de extra uitgaven tenminste € 600 hoger waren dan de uitgaven van een gezond persoon? Dan mag u € 750 meetellen. U kunt dit bijvoorbeeld overtuigend aantonen met betalingsbewijzen en CBS- of Nibud-gegevens van deze uitgaven voor gezonde personen.

Deze bedragen gelden per persoon en voor een heel jaar. Als u bijvoorbeeld vanaf 1 oktober extra uitgaven hebt, neemt u 3/12 van het aftrekbare bedrag.

Naar boven

17.3.8 Reiskosten voor ziekenbezoek

U mag de reiskosten voor ziekenbezoek onder de volgende voorwaarden aftrekken:

  • U en de zieke hadden bij het begin van de ziekte samen een huishouden.

  • U bezoekt de zieke regelmatig.

  • De zieke wordt langer dan 1 maand verpleegd.
    Wordt de zieke meerdere keren per jaar verpleegd? Dan mag u de reiskosten alleen aftrekken als de zieke in totaal langer dan 1 maand is verpleegd en als de verpleging steeds een gevolg is van dezelfde ziekte. De tijd tussen de verpleegperioden mag niet langer zijn dan 4 weken.

  • De afstand van een enkele reis tussen uw woning of verblijfplaats en de plaats waar de zieke wordt verpleegd (gemeten langs de meest gebruikelijke weg) is meer dan 10 kilometer.

U mag de kosten aftrekken voor:

  • reizen per auto
    U berekent een vast bedrag van € 0,19 per kilometer.

  • reizen per taxi, met het openbaar vervoer of op een andere manier
    U telt de werkelijke reiskosten mee.

Naar boven

17.3.9 Welke kosten zijn niet aftrekbaar?

Niet aftrekbaar zijn bijvoorbeeld:

  • de premies voor uw basisverzekering

  • de premies voor uw aanvullende zorgverzekering
    De premies zijn ook niet aftrekbaar als de aanvullende zorgverzekering kosten dekt die u wel zou kunnen aftrekken als ze zonder die aanvullende verzekering voor uw eigen rekening kwamen.

  • de kosten die onder een verplicht of vrijwillig eigen risico vallen

  • uw wettelijke eigen bijdragen aan het CAK

    • op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) voor bijvoorbeeld hulp in de huishouding

    • voor Zorg zonder Verblijf (voorheen thuiszorg)

    • voor Zorg met Verblijf
      U woont dan (tijdelijk) in een zorginstelling en u krijgt daar zorg.

  • eigen bijdragen volgens de Zorgverzekeringswet

  • uitgaven voor een ivf-behandeling als u op het moment van de behandeling 43 jaar of ouder bent

  • uitgaven voor de eerste 2 ivf-behandelingen als meer dan 1 embryo per poging wordt teruggeplaatst, en u op het moment van de behandeling jonger bent dan 38 jaar

  • uitgaven voor een combinatietest in het kader van prenatale screening als er geen sprake is van een medische indicatie

  • verhuizing naar een verzorgingshuis en de inrichting van de nieuwe woonruimte

  • een telefoonabonnement of gesprekskosten

  • de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw die uw werkgever voor u betaalt of die de uitkeringsinstantie al op uw uitkering inhoudt

  • uitgaven die ook al aftrekbaar zijn als uitgaven voor tijdelijk verblijf thuis van ernstig gehandicapten

  • kosten van een gezinshulp die zijn verwerkt in de pensionprijs van een Wlz-instelling. Zie Gezinshulp in Wlz-instelling

  • uitgaven voor producten ter voorkoming van een ziekte

  • uitgaven om zorg te voorkomen zijn (meestal) niet aftrekbaar
    Bijvoorbeeld uitgaven voor een sportkeuring. Er geldt een uitzondering voor de uitgaven voor reisvaccinaties, deze zijn wel aftrekbaar. De aard van de reis doet er niet toe: zowel de kosten van vaccinaties voor een vakantiereis als voor een zaken- of studiereis zijn aftrekbaar.

  • uitgaven voor geestelijke gezondheidszorg voor een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

  • uitgaven voor hulpmiddelen ter ondersteuning van het gezichtsvermogen. Het gaat hierbij om hulpmiddelen zoals brillen, contactlenzen en contactlensvloeistof. Dit geldt ook voor de kosten van ooglaserbehandelingen ter vervanging van een bril of contactlenzen.
    De kosten van een bril met prismaglazen die het gezichtsvermogen niet ondersteunt is wel aftrekbaar.

  • uitgaven voor dyslexiezorg voor een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

  • uitgaven voor een scootmobiel, rolstoel of rollator, een sta-opstoel, een loophulp met 3 of 4 poten, een elleboogkruk, een gipssteun, een looprek, een okselkruk of een onderarmschaalkruk

  • aanpassingen aan, in of om een woning, woonboot, woonwagen of een aanhorigheid daarvan
    Onder een aanhorigheid verstaan wij zaken die zich bevinden op de grond waarop de woning staat, bijvoorbeeld een schuur, garage of tuin.

Let op!

Hebt u vóór 2014 uitgaven gedaan voor een rolstoel, scootmobiel of woningaanpassingen en de jaarlijkse afschrijving daarvan als specifieke zorgkosten aangemerkt? En was deze afschrijving in 2019 nog niet afgelopen? Dan mag u die in 2019 nog wel tot de specifieke zorgkosten rekenen.

Naar boven

17.4 Berekening aftrekbaar bedrag specifieke zorgkosten

Met de rekenhulp hierna berekent u uw aftrek voor specifieke zorgkosten.

Hebt u het hele jaar een fiscale partner of kiest u ervoor om het hele jaar als fiscale partners te worden beschouwd? Tel dan de zorgkosten van u beiden bij elkaar.

Voor bepaalde uitgaven kan een verhoging gelden. Zie 'Verhoging specifieke zorgkosten'.

U mag de kosten alleen aftrekken als het totale bedrag aan specifieke zorgkosten hoger is dan het drempelbedrag. Zie 'Drempel'.

Doet u online aangifte? Dan berekenen wij de aftrek voor u, inclusief de eventuele verhoging en het drempelbedrag.

Rekenhulp aftrek voor specifieke zorgkosten

Medicijnen op doktersvoorschrift


€ 

Bepaalde hulpmiddelen en aanpassingen


Vervoerskosten


Dieet op voorschrift van een arts of diëtist

 

Extra gezinshulp

 

Extra kleding en beddengoed

+

Tel op: Te verhogen uitgaven specifieke zorgkosten

A

 

Verhoging: Is uw drempelinkomen samen met dat van uw eventuele fiscale partner niet hoger dan €34.817? Vul hier dan 40% in van het bedrag A hierboven (of 113% als u of uw fiscale partner aan het begin van het kalenderjaar de AOW-leeftijd hebt bereikt).

B

+

Tel op: A plus B Totaal

Genees- en heelkundige hulp

 

Reiskosten voor ziekenbezoek

+

Tel op: Totaal specifieke zorgkosten

C

 

Drempel

D

-

Trek af: C min D Uw aftrek specifieke zorgkosten

Naar boven

17.4.1 Verhoging specifieke zorgkosten

Als uw drempelinkomen niet hoger is dan € 34.817, hebt u recht op de verhoging specifieke zorgkosten. U mag dan meer aftrekken dan u daadwerkelijk hebt betaald voor zorgkosten.

Uw drempelinkomen is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3, maar zonder uw persoonsgebonden aftrek. Als u het hele jaar een fiscale partner hebt, neemt u het drempelinkomen van u en uw fiscale partner samen. U krijgt de verhoging als uw gezamenlijke drempelinkomen niet hoger is dan € 34.817.

Percentage verhoging specifieke zorgkosten

Het percentage waarmee u uw specifieke zorgkosten mag verhogen, hangt af van uw leeftijd op 1 januari van het betreffende jaar:

  • 40% als u de AOW-leeftijd aan het begin van het kalenderjaar nog niet hebt bereikt

  • 113% als u de AOW-leeftijd al wel hebt bereikt aan het begin van het kalenderjaar

Hebt u een fiscale partner en heeft 1 van u beiden de AOW-leeftijd bereikt, maar de ander nog niet? Dan geldt het hoge percentage voor u beiden.

Let op!

De uitgaven voor genees- en heelkundige hulp en de reiskosten voor ziekenbezoek tellen niet mee in deze verhoging.

Naar boven

17.4.2 Drempel

U mag alleen het deel van de kosten aftrekken dat uitkomt boven een bepaald bedrag: het drempelbedrag. De hoogte van deze drempel hangt af van uw drempelinkomen.

Uw drempelinkomen is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3, maar zonder uw persoonsgebonden aftrek. Doet u online aangifte? Dan berekenen wij het drempelinkomen voor u.

Drempelinkomen

Drempel

Meer dan

Niet meer dan

-

€ 7.739

€ 133

€ 7.739

€ 41.107

1,65% van het drempelinkomen

€ 41.107

-

€ 678 + 5,75% van het bedrag boven € 41.107

Drempelinkomen

Drempel

Meer dan

Niet meer dan

-

€ 15.478

€ 266

€ 15.478

€ 41.107

1,65% van het drempelinkomen

€ 41.107

-

€ 678 + 5,75% van het bedrag boven € 41.107

Naar boven

17.5 Tegemoetkoming specifieke zorgkosten

Trekt u uitgaven voor specifieke zorgkosten af in uw aangifte inkomstenbelasting en betaalt u hierdoor weinig of geen belasting? Dan hebt u misschien recht op een tegemoetkoming in de specifieke zorgkosten. U hoeft deze niet apart aan te vragen, u krijgt vanzelf bericht.

Als u een laag inkomen hebt, houdt u een laag belastbaar inkomen over. Dan hoeft u ook maar weinig belasting te betalen. Misschien hebt u recht op heffingskortingen. Dat zijn kortingen op de belasting die u moet betalen, afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Door uw recht op heffingskortingen kan het zelfs zijn dat u geen belasting hoeft te betalen. Dit komt omdat het bedrag aan heffingskortingen hoger is dan de belasting die u moet betalen.

Hebt u uitgaven voor specifieke zorgkosten afgetrokken in uw aangifte en hoeft u weinig of geen belasting te betalen door uw recht op heffingskortingen? Dan maken wij een nieuwe berekening van de verschuldigde belasting. Dit keer zonder aftrek van de specifieke zorgkosten. Want als u die uitgaven voor specifieke zorgkosten niet had gehad, had u misschien een hoger bedrag aan heffingskortingen kunnen gebruiken.

Krijgt u op basis van onze nieuwe berekening een teruggaaf? Dan krijgt u dat bedrag alsnog uitbetaald. Dit is de tegemoetkoming specifieke zorgkosten.

De tegemoetkoming krijgt u apart uitbetaald, dus naast de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. U krijgt eerst de aanslag. Daarna ontvangt u de tegemoetkoming.

Naar boven

17.5.1 Voorwaarden tegemoetkoming

U krijgt een tegemoetkoming in de specifieke zorgkosten als u voldoet aan de volgende 3 voorwaarden:

  • in uw aangifte inkomstenbelasting hebt u uitgaven voor specifieke zorgkosten afgetrokken

  • door de aftrek van specifieke zorgkosten is de belasting die u moet betalen lager dan het bedrag aan heffingskortingen

  • het bedrag van de tegemoetkoming is meer dan € 15

Hebt u een fiscale partner? Dan tellen wij de verschuldigde belasting en de heffingskortingen van u en uw fiscale partner bij elkaar op om het bedrag van de tegemoetkoming te berekenen.

Naar boven

17.6 Bijlage I: Dieetlijst

Tabel vaste aftrekbare bedragen voor diëten in 2019:

Ziektebeeld en aandoening

Dieettypering

Vast
aftrekbaar

bedrag

Algemene symptomen

Groeiachterstand bij kinderen

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

€ 900

Energieverrijkt

€ 700

Ondervoeding

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

€ 900

Energieverrijkt

€ 700

Decubitus

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

€ 900

Hartziekten

Decompensatio cordis, hartfalen

Natriumbeperkt

€ 100

Infectieziekten

Aids

Energieverrijkt in combinatie met eitwitverrijkt

€ 900

Luchtwegen

Chronische obstructieve longziekten (COPD)

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

€ 900

Energieverrijkt

€ 700

Maag-, darm- en leverziekten

Dumpingsyndroom

Lactosebeperkt/ lactosevrij

€ 200

Chronische pancreatitis

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

€ 900

Cystic fibrosis

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

€ 900

Energieverrijkt

€ 700

Coeliakie en ziekte van Dühring

Glutenvrij

€ 900

Glutenvrij in combinatie met lactosebeperkt/ lactosevrij

€ 1.050

Short bowel syndroom

Energieverrijkt in combinatie met MCT-vetverrijkt

€ 700

Energieverrijkt in combinatie met MCT-vetverrijkt met vitaminepreparaat

€ 750

Prikkelbaredarmsyndroom

Fermenteerbare oligosachariden, disachariden, monosachariden en polyolen beperkt (FODMAP)

€ 900

Overige

Energieverrijkt met vitaminepreparaat

€ 750

Energieverrijkt

€ 700

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

€ 900

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt en lactosebeperkt/ lactosevrij

€ 1.200

Metabole ziekten

Hypercholesterolemie

Verzadigd vetbeperkt in combinatie met fyto/plantensterolen-verrijkt

€ 100

Vetstofwisselingsstoornis

Vetbeperkt in combinatie met MCT-vetverrijkt

€ 700

Fructose intolerantie

Fructosebeperkt

€ 250

Galactosemie

Galactosevrij/galactosebeperkt

€ 200

Sacharase isomaltase deficiëntie

Sterk sacharosebeperkt in combinatie met (iso)maltosebeperkt

€ 800

Eiwitstofwisselingsstoornis (zoals PKU en hyperlysinemie)

Sterk eiwitbeperkt

€ 2.700

Glycogeenstapelingsziekte

Sacharosebeperkt, fructosebeperkt, lactosebeperkt en vetbeperkt

€ 650

Insulineresistentie

Sterk koolhydraatbeperkt, zonder energiebeperking

€ 250

Nierziekten

Nierziekten

Natriumbeperkt

€ 100

Chronische nier- insufficiëntie met hemodialyse/ peritoneale dialyse

Eiwitverrijkt in combinatie met natriumbeperkt

€ 550

Nefrotisch syndroom

Natriumbeperkt

€ 100

Oncologie

Oncologie

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

€ 900

Energieverrijkt

€ 700

Overige

Voedselovergevoeligheid

Koemelkeiwitvrij

€ 300

Kippenei-eiwitvrij

€ 100

Lactosebeperkt/ lactosevrij

€ 200

Tarwevrij

€ 600

Tarwevrij in combinatie met kippenei-eitwitvrij

€ 700

Koemelkeiwitvrij in combinatie met kippenei-eiwitvrij

€ 350

Koemelkeiwitvrij incombinatie met soja-eiwitvrij

€ 350

Koemelkeiwitvrij in combinatie met kippenei-eiwitvrij en soja-eiwitvrij

€ 400

Koemelkeiwitvrij in combinatie met kippenei-eiwitvrij, soja-eiwitvrij en tarwevrij

€ 950

Koemelkeiwitvrij in combinatie met glutenvrij en, al dan niet, tarwevrij

€ 1.100

Brandwonden

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

€ 900

Lymfe-lekkage

Eiwitverrijkt in combinatie met sterk (LCT-)vetbeperkt en MCT-vetverrijkt

€ 700

Epilepsie

Sterk koolhydraatbeperkt in combinatie met eiwitbeperkt en vetverrijkt

€ 150

Toelichting

Soort

Omschrijving

Referentievoeding

Een gezonde voeding conform een Nederlands voedingspatroon, gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding en Richtlijnen Voedselkeuze.

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

Een voorgeschreven energiebehoefte van ten minste 150% ten opzichte van de referentievoeding en een voorgeschreven hoeveelheid eiwit van ten minste 16% van de hoeveelheid energie.

Energieverrijkt

Een voorgeschreven energiebehoefte van ten minste 150% ten opzichte van de referentievoeding.

Natriumbeperkt

Een voorgeschreven beperking tot 2400 milligram natrium per etmaal.

Lactosebeperkt/lactosevrij

Een voorgeschreven lactosebeperking tot 5 gram per etmaal.

Glutenvrij in combinatie met lactosebeperkt/ lactosevrij

Glutenvrij en een voorgeschreven lactosebeperking tot 5 gram per etmaal.

Energieverrijkt in combinatie met MCT-vetverrijkt

Een voorgeschreven energiebehoefte van ten minste 150% ten opzichte van de referentievoeding en een voorgeschreven hoeveelheid MCT-vet van ten minste 12% van de hoeveelheid energie per etmaal.

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt en lactosebeperkt/ lactosevrij

Een voorgeschreven energiebehoefte van ten minste 150% ten opzichte van de referentievoeding, een voorgeschreven hoeveelheid eiwit van ten minste 16% van de hoeveelheid energie en een voorgeschreven lactosebeperking tot 5 gram per etmaal.

Verzadigd vetbeperkt in combinatie met fyto/plantensterolenverrijkt

Een voorgeschreven hoeveelheid verzadigd vet die voorziet in niet meer dan 10% van de hoeveelheid energie en een voorgeschreven hoeveelheid plantaardige stanolen of van plantaardige sterolen van ten minste 2 gram per etmaal.

Vetbeperkt in combinatie met MCT-vetverrijkt

Een voeding uitgaande van een zo laag mogelijke hoeveelheid vet en een voorgeschreven hoeveelheid MCT-vet van ten minste 18% van de hoeveelheid energie per etmaal.

Fructosebeperkt

Een voorgeschreven fructosebeperking tot 5 gram per etmaal.

Sterk eiwitbeperkt

Een voorgeschreven beperking tot 20 gram eiwit per etmaal.

Eiwitverrijkt in combinatie met natriumbeperkt

Een voorgeschreven hoeveelheid eiwit van ten minste 16% van de hoeveelheid energie en een voorgeschreven beperking tot 2000 milligram natrium per etmaal.

Eiwitverrijkt in combinatie met sterk (LCT-)vetbeperkt en MCT-vetverrijkt

Een voorgeschreven hoeveelheid eiwit van ten minste 16% van de hoeveelheid energie, uitgaande van een zo laag mogelijke hoeveelheid vet en een voorgeschreven hoeveelheid MCT-vet van ten minste 18% van de hoeveelheid energie per etmaal.

Fermenteerbare oligosachariden, disachariden, monosachariden en polyolen beperkt dieet

Vrij van voedingsmiddelen die rijk zijn aan fermenteerbare oligosachariden, disachariden, monosachariden en polyolen.

Galactosebeperkt/ galactosevrij

Een voorgeschreven lactosebeperking tot 5 gram per etmaal.

Sacharosebeperkt, fructosebeperkt, lactosebeperkt en vetbeperkt

Een voorgeschreven hoeveelheid koolhydraten van ten minste 21 gram koolhydraten per 2 uur gedurende de dag en ten minste 16 gram koolhydraten per 2 uur gedurende de nacht en sacharosebeperkt, fructosebeperkt, lactosebeperkt en vetbeperkt.

Sterk koolhydraatbeperkt zonder energiebeperking

Een voorgeschreven hoeveelheid koolhydraten van maximaal 30 energieprocent bij een volwaardige voeding in energie.

Sterk sacharosebeperkt in combinatie met (iso)maltose

Een voorgeschreven hoeveelheid koolhydraten tot maximaal 30 energieprocent in combinatie met enzymsuppletie.

Sterk sacharosebeperkt in combinatie met eiwitbeperkt en vetverrijkt

Een voorgeschreven hoeveelheid koolhydraten die voorziet in niet meer dan 4% van de hoeveelheid energie, een voorgeschreven hoeveelheid eiwit die voorziet in niet meer dan 6% van de hoeveelheid energie en een voorgeschreven hoeveelheid vet van ten minste 90% van de hoeveelheid energie ten opzichte van de referentievoeding.

Naar boven

17.6.1 Welk bedrag mag u aftrekken als u meerdere diëten volgt?

Volgt u in een jaar 2 of meer diëten uit de dieetlijst? Dan verschilt het per situatie welk bedrag u mag aftrekken.

Diëten met deels dezelfde typeringen voor hetzelfde ziektebeeld

Als u verschillende diëten volgt met (deels) dezelfde typering, mag u alleen het hoogste bedrag meerekenen.

Voorbeeld
U volgt de volgende diëten:

     

Overig:

voedselovergevoeligheid

Koemelkeiwitvrij in combinatie met kippenei-eiwitvrij en soja-eiwitvrij

€ 400

Overig:

voedselovergevoeligheid

Koemelkeiwitvrij in combinatie met kippenei-eiwitvrij, soja-eiwitvrij en tarwevrij

€ 950

De typering van de diëten is deels hetzelfde. U mag alleen het hoogste bedrag meetellen: € 950.

Diëten met verschillende typeringen voor hetzelfde ziektebeeld

Als u meerdere diëten volgt met verschillende typeringen voor hetzelfde ziektebeeld, mag u alle bedragen aftrekken.

Voorbeeld
U volgt de volgende diëten:

     

Overig:

voedselovergevoeligheid

Tarwevrij

€ 600

Overig:

voedselovergevoeligheid

Koemelkeiwitvrij in combinatie met soja-eiwitvrij

€ 350

U mag het bedrag voor beide diëten aftrekken: (€ 600 + € 350 =) € 950.

Dezelfde diëten voor verschillende ziektebeelden

Als u hetzelfde dieet volgt voor meerdere ziektebeelden, mag u het vaste bedrag van dat dieet maar 1 keer aftrekken.

Voorbeeld
U volgt het volgende dieet voor deze aandoeningen:

     

Luchtwegen:
chronische obstructieve longziekten (COPD)

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

€ 900

Maag-, darm en leverziekten:

cystic fibrosis

Energieverrijkt in combinatie met eiwitverrijkt

€ 900

U mag het bedrag maar 1 keer meetellen: € 900

Verschillende diëten voor verschillende ziektebeelden

Als u verschillende diëten volgt voor verschillende ziektebeelden, dan zijn alle vaste bedragen voor deze verschillende diëten aftrekbaar.

Naar boven