Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

40.10.00 Overbrengen

3 Overbrengen van alcoholvrije dranken onder schorsing van verbruiksbelasting

3.1 Inleiding

Dit hoofdstuk gaat over het overbrengen van alcoholvrije dranken onder schorsing van verbruiksbelasting, onderverdeeld in de volgende onderwerpen:

  • overbrenging tussen IVV’s

  • overbrenging van een IVV naar een andere lidstaat

  • overbrenging van een IVV naar een derde land

  • overbrenging vanuit een andere lidstaat naar of via Nederland

  • overbrenging vanuit een derde land naar een IVV.

Naar boven

3.2 Overbrengen tussen IVV’s

3.2.1 Inleiding

De overbrenging tussen twee IVV’s geldt niet als uitslag als aan de volgende voorwaarden voor overbrenging wordt voldaan:

  • de vergunninghouder van de IVV van vertrek moet een vervoersopdracht maken

  • na aankomst in de andere IVV moet de ontvanger op de vervoersopdracht verklaren dat hij de goederen heeft ontvangen en daarbij eventueel geconstateerde verschillen vermelden (WVAD, artikel 3, lid 3 en UBVAD, artikel 2)

  • de vergunninghouder van de IVV van aankomst moet de vervoersopdracht (of een afschrift daarvan) met de verklaring terugsturen naar de vergunninghouder van de IVV van vertrek.

Naar boven

3.2.2 Bescheiden die als vervoersopdracht kunnen worden gebruikt

De volgende bescheiden kunnen worden gebruikt als vervoersopdracht (URVAD, artikel 3, lid 1):

  • kopie van de verkoopfactuur

  • vervoersbescheid.

De vervoersopdracht moet worden opgemaakt door de vergunninghouder van de IVV van waaruit de goederen vertrekken (URVAD, artikel 3, lid 1). Op de vervoersopdracht moet de vermelding "vervoersopdracht" staan (URVAD, artikel 3, lid 3).

Naar boven

3.2.3 Overbrengen zonder vervoersopdracht

Onder bepaalde voorwaarden kan de vervoersopdracht achterwege blijven voor de overbrengingen van alcoholvrije dranken vanuit een IVV met als bestemming een andere IVV.

De inspecteur moet daartoe zowel aan de vergunninghouder van de IVV van verzending als aan de vergunninghouder van de IVV van ontvangst toestemming geven (UBVAD, artikel 2).

Tijdens het overbrengen moet de herkomst van de goederen kunnen worden aangetoond (UBVAD, artikel 2, lid 13).

Naast de verplichting de herkomst van de goederen aan te tonen, gelden er nog enkele voorwaarden over onder meer (UBVAD, artikel 2):

  • de administraties van de vergunninghouders IVV

  • het uitwisselen van een maandverklaring door de vergunninghouders IVV

  • een meldingsplicht als een maandverklaring niet wordt terugontvangen

Naar boven

3.3 Overbrengen van een IVV naar een andere lidstaat

Voor het overbrengen van alcoholvrije dranken vanuit een IVV naar een ondernemer of publiekrechtelijk lichaam in een andere lidstaat, hoeft de vergunninghouder geen door de verbruiksbelastingwetgeving voorgeschreven bescheid op te maken. Tijdens het overbrengen moet de herkomst van de goederen wel kunnen worden aangetoond door een herkomstbescheid (UBVAD, artikel 27).

De vergunninghouder moet deze overbrengingen op overzichtelijke wijze in zijn administratie opnemen. De administratie moet in ieder geval de gegevens bevatten die in artikel 3, lid 3 van het UBVAD zijn vermeld.

Naar boven

3.4 Overbrengen van een IVV naar een derde land

Voor deze overbrenging is ook geen specifiek formulier voorgeschreven. Wel moet tijdens het overbrengen van de goederen de herkomst kunnen worden aangetoond (UBVAD, artikel 27).
Ook moet voor het overbrengen van alcoholvrije dranken naar een derde land (uitvoer) op het kantoor van uitvoer een aangifte ten uitvoer worden gedaan volgens de bepalingen van de douanewetgeving (zie hiervoor het Handboek Douane).

De belanghebbende moet in zijn administratie een geprint exemplaar van de Confirmation of Exit opgenomen hebben waaruit blijkt dat de goederen de EU hebben verlaten (WVAD, artikel 3, lid 3, letter c en UBVAD, artikel 4).

Naar boven

3.5 Overbrengen vanuit een andere lidstaat naar of via Nederland

Het voorhanden hebben van alcoholvrije dranken wordt in beginsel aangemerkt als uitslag (WVAD, artikel 4, lid 1; zie ook onderdeel 20.10.00, Belastbare feiten, van dit Handboek) in de volgende situaties:

  • voorhanden door een ondernemer in het kader van zijn onderneming, anders dan in een IVV

  • voorhanden door een publiekrechtelijk lichaam, anders dan als onderneming

  • voorhanden door een natuurlijk persoon, anders dan voor persoonlijk gebruik.

In beginsel is er bij het passeren van de intra-grens dus sprake van uitslag. Dit is echter geen gewenste situatie. Daarom wordt er niet van uitslag gesproken als de goederen worden overgebracht naar (WVAD, artikel 4, lid 2):

  • een IVV die voor deze goederen is aangewezen

  • een ondernemer of een publiekrechtelijk lichaam, anders dan als ondernemer

  • een natuurlijke persoon die de goederen betrekt in Nederland, anders dan voor persoonlijk gebruik

  • een andere lidstaat

  • naar een derde land.

Degene die de goederen naar één van deze bestemmingen overbrengt, moet dit kunnen aantonen met een factuur of een ander vervoersbescheid (UBVAD, artikel 5, lid 1 en URVAD, artikel 4). Dit bescheid moet de gegevens vermelden genoemd in artikel 5, lid 2 van het UBVAD.

Naar boven