Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

40.10.00 Overbrengen

4 Overbrengen vanuit een derde land naar een IVV

4.1 Inleiding

Bij het in het vrije verkeer brengen van alcoholvrije dranken moet de aangever in beginsel alle verschuldigde belastingen aan de Douane afdragen. De WVAD kent hierop een belangrijke uitzondering, waarbij alleen de invoerrechten hoeven te worden betaald en niet de verbruiksbelasting. Als voorwaarde hiervoor moeten de goederen worden overgebracht naar een IVV waar ze onder schorsing van de verbruiksbelasting mogen worden ontvangen.

Deze paragraaf behandelt de formaliteiten die gelden voor het overbrengen naar de IVV. Het Handboek Douane behandelt de bepalingen voor het in het vrije verkeer brengen van goederen, zoals bijvoorbeeld het doen van de douaneaangifte.

Naar boven

4.2 Geen invoer volgens de WVAD

Bij invoer van alcoholvrije dranken wordt de verbruiksbelasting verschuldigd. Invoer is bijvoorbeeld het brengen van alcoholvrije dranken vanuit een derde land op het grondgebied van Nederland (WVAD, artikel 5, lid 1 en 2). Niet als invoer geldt het in het vrije verkeer brengen van alcoholvrije dranken met gelijktijdige overbrenging naar een IVV (WVAD, artikel 5, lid 3). Alcoholvrije dranken kunnen in de volgende situaties worden overgebracht naar een IVV:

  • vanuit een derde land

  • na beëindiging van een EU-douaneregeling, bijvoorbeeld na beëindiging van opslag in een douane-entrepot

  • vanuit een plaats voor tijdelijke opslag (RTO).

In alle gevallen geldt dat de alcoholvrije dranken voor de toepassing van de douanewetgeving (DWU enzovoorts) in het vrije verkeer moeten zijn gebracht. De aangever moet de invoerrechten betalen en eventuele VGEM-bepalingen nakomen. Bij aanvang van de overbrenging naar de IVV hebben de goederen de douanestatus van Uniegoederen (DWU, artikel 5, lid 23).

Naar boven

4.3 Vervoersopdracht

Alcoholvrije dranken die na invoer voor het vrije verkeer zijn aangegeven en vervolgens onder schorsing van verbruiksbelasting worden overgebracht naar een IVV, moeten worden overgebracht onder geleide van een vervoersopdracht (WVAD, artikel 5, lid 3 en UBVAD, artikel 8, lid 1).

De vergunninghouder van de IVV waarnaar de alcoholvrije dranken worden overgebracht, moet deze vervoersopdracht maken. Hij kan ook een ander de opdracht geven de vervoersopdracht op te maken, bijvoorbeeld de douanevertegenwoordiger die de douaneaangifte voor het in het vrije verkeer brengen heeft gedaan (UBA, artikel 8, lid 3). In dat geval kan de inspecteur de opdrachtnemer vragen naar de schriftelijke volmacht die de vergunninghouder IVV hem heeft verstrekt.

Er zijn verschillende documenten die kunnen dienen als vervoersopdracht (URVAD, artikel 3, lid 2):

  1. een kopie van de aankoopfactuur

  2. een exemplaar van de douaneaangifte waarmee de accijnsgoederen in het vrije verkeer zijn gebracht

  3. een exemplaar van het douanedocument waarmee de goederen Nederland zijn binnengebracht, bijvoorbeeld een kopie van het Begeleidingsdocument A van de aangifte voor Uniedouanevervoer.

Naar boven

4.4 Invullen van de vervoersopdracht

In de vervoersopdracht moeten de volgende gegevens staan:

  • een verklaring van de vergunninghouder IVV dat de goederen naar zijn IVV zullen worden overgebracht en in de administratie van zijn IVV zullen worden opgenomen (UBVAD, artikel 8, lid 1)

  • de gegevens genoemd in artikel 10, lid 1 en 3 van het UBVAD

  • de dagtekening en de handtekening van de persoon die de vervoersopdracht heeft opgemaakt (UBVAD, artikel 10, lid 2)

  • de aanduiding "vervoersopdracht" (URVAD, artikel 3, lid 3).

Naar boven

4.5 Overbrengingstermijn

De goederen moeten binnen 1 maand na het doen van de douaneaangifte voor het brengen in het vrije verkeer zijn ingeslagen in de IVV (UBVAD, artikel 8, lid 2).

Naar boven

4.6 Niet voldoen aan de voorwaarden

Als niet is voldaan aan één of meer van de voorwaarden voor overbrenging naar een IVV, is er alsnog sprake van invoer (WVAD, artikel 5, lid 1 of 2). Als opdrachtgever voor de overbrenging is de IVV-vergunninghouder verantwoordelijk voor de juiste toepassing ervan. Omdat in deze situatie de douanebepalingen van toepassing zijn (WVAD, artikel 26), wordt er geen naheffingsaanslag opgelegd maar een uitnodiging tot betaling (UTB).

Naar boven

4.7 Douaneaangifte door inschrijving in de administratie van de aangever (AIIA)

De vervoersopdracht moet ook worden gebruikt als de douaneaangifte voor het in het vrije verkeer brengen van de goederen wordt gedaan middels de vereenvoudigde procedure door inschrijving in de administratie van de aangever (AIIA). De vergunninghouder voor deze procedure AIIA moet dan de vervoersopdracht(en) opnemen in zijn administratie.

De verplichting een vervoersopdracht te maken geldt niet als (UBVAD, artikel 30, lid 4):

  • de goederen in het vrije verkeer worden gebracht vanuit een particulier douane-entrepot

    en

  • de IVV waarnaar de goederen worden "overgebracht" in dezelfde ruimte is gevestigd

In deze situatie vindt er immers geen fysieke overbrenging plaats, maar blijven de goederen in dezelfde ruimte.

Naar boven