Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

10.40.00 Overige alcoholhoudende producten

4 Alcoholgehalte en volume

Bij de bepaling van het alcoholgehalte en het volume is het van belang te letten op:

  • de invloed van de temperatuur op het volume

  • de wijze waarop het alcoholgehalte wordt bepaald

  • de beperkingen van de DMA-meting

  • de beperkingen van de volumemeting

Naar boven

4.1 Algemeen

Voor overige alcoholhoudende producten is een minimumalcoholgehalte vastgesteld. Alleen de producten met een alcoholgehalte van meer dan 1,2%vol alcohol worden aangemerkt als overig alcoholhoudend product.

Producten die niet meer dan 1,2%vol alcohol bevatten, kunnen in sommige gevallen wel worden aangemerkt als alcoholvrije dranken, waarop een verbruiksbelasting wordt geheven (zie het onderdeel 10.10.00, Alcoholvrije dranken, van het Handboek verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken (HVAD).

Artikel 37, eerste lid, onderdeel b van de WA bepaalt dat onder alcohol wordt verstaan: ethanol en de alcoholen die bij het vervaardigen van ethanol zijn ontstaan, voor zover zij niet afgescheiden zijn van de ethanol.

Artikel 37, eerste lid, onderdeel a van de WA bepaalt dat onder het alcoholgehalte van een accijnsgoed wordt verstaan: het aantal volumepercenten alcohol in het accijnsgoed bij een temperatuur van 20ºC. De methode voor het vaststellen van het alcoholgehalte is opgenomen in bijlage A.1 van de URA (URA, artikel 15, eerste lid). Dit is de meting volgens het principe van Gay-Lussac en ook de methode genoemd in aantekening 2 bij hoofdstuk 22 van de Gecombineerde Nomenclatuur.

Naar boven

4.2 Temperatuur

Omdat het volume van een vloeistof wordt beïnvloed door de temperatuur, wordt een bepaalde temperatuur voorgeschreven. Een hogere temperatuur leidt tot een hoger vloeistofvolume. Zonder temperatuurcorrectie zou een hoeveelheid vloeistof, zonder dat deze in absolute zin wijzigt, steeds anders worden vastgesteld. Daarmee zou ook het belastingbedrag steeds wijzigen, dat mede gekoppeld is aan het volume.

De temperatuurcorrectie voorkomt dit door steeds terug te rekenen naar het volume bij een vaste referentietemperatuur. Voor alcohol is deze vastgesteld op 20ºC. Dit terugrekenen moet met behulp van de Praktische alcoholtabellen uitgegeven door de Europese Gemeenschappen, zoals vastgesteld op basis van de formule vermeld in de bijlage bij Richtlijn 76/766/EEG.

Naar boven

4.3 Bepaling alcoholgehalte

Bijlage A.1 waarnaar artikel 15, lid 1 van de URA verwijst, geeft nader aan hoe het alcoholgehalte wordt bepaald en sluit aan bij de verordening Vo. (EG) 2870/2000 van de Commissie van 19 december 2000 tot vaststelling van communautaire referentiemethoden voor de analyse van gedistilleerde dranken (PbEG 2000, L 333) of van een methode die in overeenstemming met de directeur-generaal Douane, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003, is vastgesteld.

Als de aanduiding van het alcoholpercentage op de kleinhandelsverpakking voldoet aan de daaraan te stellen eisen dan moet dat percentage worden gehanteerd (artikel 15 tweede lid van de URA). Bij twijfel over de inhoud of het alcoholpercentage is het raadzaam om monsters te laten beoordelen door het Douanelaboratorium.

Naar boven

4.4 DMA-meting

Het is ook toegestaan het alcoholgehalte te bepalen met behulp van een digitale dichtheidsmeter (DMA-meting). Er moet rekening worden gehouden met toleranties waar elke meetmethode en zelfs elke meting aan onderhevig is. Binnen bepaalde grenzen zijn deze afwijkingen toegestaan bij meetapparatuur.

Voor het bepalen van het alcoholgehalte is een temperatuurmeter in combinatie met een alcoholweger minder nauwkeurig dan een DMA-meting.

Naar boven

4.5 Volumemeting

Volumemeting van opslagtanks, (tank)containers, vaten enzovoort is specialistisch werk. Diverse factoren hebben invloed op het uiteindelijke resultaat van de meting. Volumemeting kan ook plaatsvinden door middel van weging. Een veelgebruikte methode bij tankauto's en tankcontainers is deze leeg en vol te wegen op een weegbrug. Vanuit het verschil tussen leeg en vol wordt de hoeveelheid vloeistof bepaald en vervolgens het aantal liters alcohol à 100%vol.

Naarmate de hoeveelheid vloeistof in de tankauto of tankcontainer geringer is, neemt de nauwkeurigheid van de meting af, door de grotere invloed van de tolerantie van de weegbrug. Een absolute uitspraak over volume en alcoholgehalte is daarom niet mogelijk; er zal altijd rekening gehouden moeten worden met toleranties.

In het onderdeel 70.10.00, Warenwet, van dit Handboek wordt nader ingegaan op de bepaling van alcoholgehalte en volume.

Als bier, wijn, tussenproducten en overige alcoholhoudende producten zijn verpakt in kleinhandelsverpakking, wordt het volume of de massa in aanmerking genomen dat op de verpakking is vermeld mits die aanduiding voldoet aan de voorwaarden (artikel 16 van de URA).

Naar boven