Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

24.00.00 Douanevrijstellingen

3 Goederen met te verwaarlozen waarde

In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen voor het gebruik van de vrijstelling bij het brengen in het vrije verkeer van goederen met een te verwaarlozen waarde.

Naar boven

3.1 Wettelijke basis

De vrijstelling van rechten bij invoer is voorzien in Verordening (EG) nr. 1186/2009 (Titel II, Hoofdstuk V, artikelen 23 en 24).

De vrijstellingen van omzetbelasting, accijns en verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten zijn voorzien in artikel 7:27 van de Algemene douaneregeling

(Titel IV artikelen 23 en 24).

Naar boven

3.2 Reikwijdte vrijstelling rechten bij invoer

De vrijstelling van rechten bij invoer heeft betrekking op zendingen die bestaan uit goederen met een te verwaarlozen waarde die rechtstreeks uit een derde land aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon in de Gemeenschap worden gezonden.
(artikel 23, lid 1, Verordening (EG) nr. 1186/2009)

Naar boven

3.3 Te verwaarlozen waarde

Een zending heeft een te verwaarlozen waarde als de intrinsieke waarde van de daarin opgenomen goederen totaal niet meer bedraagt dan € 150 per zending voor wat betreft de rechten bij invoer en € 22 per zending voor wat betreft de omzetbelasting.
(artikel 23, lid 2, Verordening (EG) nr. 1186/2009 en artikel 7:27, lid 3, Algemene douaneregeling)

Hierna zijn enkele voorbeelden opgenomen:

Voorbeeld 1:

U bestelt in Amerika een horloge van € 22. In dit geval wordt vrijstelling verleend van zowel de rechten bij invoer als de omzetbelasting.

Voorbeeld 2:

U bestelt in Amerika een gitaar van € 149. In dit geval wordt vrijstelling verleend van de rechten bij invoer, maar niet van de omzetbelasting. U betaalt in dit geval 21% over € 149 plus over de vervoers- en handelingskosten.

Voorbeeld 3:

U bestelt in Amerika een horloge van € 22 en twee spijkerbroeken van elk € 25. De totale waarde van de zending bedraagt € 72. In dit geval wordt vrijstelling verleend van de rechten bij invoer, maar niet van de omzetbelasting. U betaalt in dit geval 21% over € 72 plus over de vervoers- en handelingskosten.

Het begrip "intrinsieke waarde" wordt uitgelegd in paragraaf 2.2 van dit onderdeel.

Naar boven

3.4 Groepagezending

Bij een groepagezending waarvan de totaal intrinsieke waarde de limieten (zie paragraaf 3.3) overschrijdt, maar waarvan de afzonderlijke pakketten een te verwaarlozen waarde hebben, zijn deze pakketten vrijgesteld van rechten bij invoer en/of omzetbelasting, mits elk afzonderlijk pakket van de groepagezending is gericht aan een zich in de Europese Gemeenschap bevindende geadresseerde.

Het doet niet ter zake dat de wederpartij van de geadresseerde zelf in de Gemeenschap is gevestigd, als elk afzonderlijk pakket maar vanuit een derde land rechtstreeks aan deze geadresseerden in de Europese Gemeenschap is gezonden (HvJ C7/08).

Het doet ook niet ter zake als de groepagezending met deze afzonderlijke pakketten wordt gebracht onder de regeling douanevervoer, douane-entrepot, bestemming vrij entrepot of vrije zone of procedure ruimte voor tijdelijke opslag voordat deze pakketten in het vrije verkeer worden gebracht. Zie ook HR 42.196bis.

Het is echter niet toegestaan dat de goederen als groepagezending onder deze formaliteiten worden gebracht en nog nadere bewerkingen moeten ondergaan zoals samenstelling van afzonderlijke pakketten, voordat de pakketten verder worden gedistribueerd. Deze pakketten worden immers niet van een derde land rechtstreeks gezonden aan geadresseerden in de Gemeenschap.

Naar boven

3.5 Uitgesloten producten

De vrijstelling is niet van toepassing op de volgende goederen:

  • alcoholhoudende producten;

  • parfum en toiletwater;

  • tabak en tabaksproducten.

De term alcoholhoudende producten is uiteengezet in paragraaf 2.2.
(artikel 24 Verordening (EG) nr. 1186/2009)

Als alcoholhoudende producten, parfum, toiletwater, tabak en tabaksproducten deel uitmaken van een zending zonder dat de grens van de intrinsieke waarde wordt overschreden behoeven alleen deze goederen buiten de vrijstelling te worden gelaten en moeten de verschuldigde rechten bij invoer daarvoor worden geheven. Op de overige goederen van de zending kan de vrijstelling worden verleend.
In het geval een zending een hogere waarde heeft dan de intrinsieke waarde kan de vrijstelling niet worden toegepast, ook al zou de waarde van de zending na aftrek van de hiervoor bedoelde goederen beneden de grens van de intrinsieke waarde komen te liggen.

Het begrip "intrinsieke waarde" wordt uitgelegd in dit Handboek, onderdeel 9.00.00 Douanewaarde, bijlage 1.

Naar boven

3.6 Reikwijdte vrijstelling belastingen

De vrijstelling van de rechten bij invoer is van overeenkomstige toepassing op de omzetbelasting voor zover de intrinsieke waarde van de daarin opgenomen goederen totaal niet meer bedraagt dan € 22 per zending.
(artikel 7:27 van de Algemene douaneregeling)

Naar boven