Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

40.03.00 Milieugevaarlijke stoffen

10 Diverse gevaarlijke chemische stoffen

10.1 Inleiding

Dit onderdeel van het voorschrift beschrijft de administratieve beheerstaken en het toezicht op de uitvoer van chemische stoffen op basis van de verordening 649/2012 (PIC Verordening)

het BUVIUGCS.(Besluit uitvoering verordening in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen).

In de Europese Gemeenschap worden veel chemische stoffen geproduceerd. Een aantal van die stoffen is gevaarlijk voor de gezondheid van de mens en/of het milieu. Aan het gebruik van deze stoffen zijn beperkingen opgelegd. Voor sommige chemische stoffen gelden voor uitvoer naar en toepassing in andere landen binnen de Gemeenschap een verbod of een ernstige gebruiksbeperking.

De realiteit is dat in veel landen en vooral ontwikkelingslanden:

  • onvoldoende capaciteit is voor een veilige omgang met chemische stoffen

  • werknemers veelal onvoldoende zijn opgeleid om op de juiste wijze gevaarlijke chemische stoffen te behandelen en te verwijderen

  • de regeringen en ondernemingen soms niet beschikken over adequate opslag- en verwijderingsfaciliteiten

  • het soms ontbreekt aan kennis over de gevaren van een chemische stof of over kennis om schade aan mens en milieu te voorkomen.

Om chemische stoffen veilig te produceren, op te slaan, te vervoeren, te gebruiken en te verwijderen bestaat een systeem van kennisgeving en gegevensverstrekking voor zowel de invoer in als de uitvoer uit de Europese Unie. Dit systeem is vastgelegd in de PIC-Verordening.

Twee categorieën chemische stoffen en preparaten

  • bestrijdingsmiddelen/biociden en gewasbeschermingsmiddelen,

  • industriële chemische stoffen en preparaten voor beroepsmatig gebruik en voor gebruik door het publiek

Naar boven

10.2 Taakverdeling

10.2.1 Taak Douane

Toezicht op uitvoer

De Douane houdt toezicht op de uitvoer van de chemische stoffen van bijlage I en V van de PIC-Verordening en de daarmee samenhangende douaneformaliteiten.

Het toezicht van de Douane betreft EU-goederen die geplaatst worden onder de douaneregeling uitvoer van:

  • chemische stoffen van bijlage I, PIC-Verordening waarvoor de verplichte kennisgeving moet worden gedaan

  • de chemische stoffen, preparaten en artikelen van bijlage V, PIC-Verordening waarvoor een uitvoerverbod geldt en het gebruik in de Unie is verboden.

Het toezicht wordt uitgevoerd door controle op de juistheid en aanwezigheid van het RIN op de aangifte tot plaatsing onder de douaneregeling uitvoer. Zo nodig voert de Douane ook fysieke controles uit.

Naar boven

10.2.2 Taak DIC

Het Douane-Informatiecentrum levert op verzoek van de ILT gegevens uit databestanden over het uitvoeren van EU- goederen uit de Gemeenschap.

Naar boven

10.2.3 Taak CDIU

Het Ministerie van I en W heeft voor de uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen een aantal administratieve beheerstaken opgedragen aan de Douane/CDIU. Ook verstrekt de CDIU op aanvraag aan I en W informatie over de in- en uitvoer van stoffen en preparaten die onder de PIC-Verordening vallen.

De Handleiding exportvergunning van de Europese Commissie geeft invulling aan de taken van I & W en CDIU. In overleg kunnen de taken worden aangepast. I & W heeft een gedetailleerde beschrijving van de taken van de CDIU opgesteld in de uitvoeringsovereenkomst BUVIUGCS. Deze beschrijving maakt deel uit van Bijlage 2 bij de kaderovereenkomst met I & W en is beschikbaar voor de CDIU.

Administratieve taken

De CDIU draagt zorg voor:

  • uitvoering van administratieve taken

  • behandeling van verzoeken van exporterende bedrijven

  • periodiek rapporteren aan I & W

  • beantwoorden van vragen van het bedrijfsleven over de administratieve verplichtingen

De CDIU draagt zorg voor de uitvoering van de volgende administratieve taken (uitvoeringsvoorschrift BUVIUGCS) die voortvloeien uit de verplichtingen van de PIC-Verordening:

  • behandelen verzoeken van exporterende bedrijven om kennisgeving en voorafgaande toestemming

  • bedrijven in kennis stellen van regelgeving die geldt voor de exportzendingen waarvan zij een kennisgeving hebben gedaan door middel van vastgestelde standaardcorrespondentie die I & W heeft vastgesteld

  • periodiek rapporteren aan I en W over o.a. uitgebleven reacties op verzoeken om toestemming

  • jaarlijkse rapportage over exporten waarvan kennisgeving is gedaan aan de verantwoordelijke beleidsafdeling van I & W conform de PIC-Verordening, artikel 9

  • beantwoorden van vragen van het bedrijfsleven over de administratieve verplichtingen uit de PIC-Verordening.

Helpdeskfunctie voor Douanemedewerkers

De CDIU beantwoord van uit de Europese database e-PIC vragen van douanemedewerkers met betrekking tot:

  • Verplichting vermelding RIN nummer in vak 44 van de aangifte ten uitvoer

  • Indeling van de aangegeven chemische stof op bijlage 1 van de PIC-verordening

  • Juistheid CAS-nummer

Naar boven

10.2.4 Taak van het KCC

Nationale autoriteit

De verantwoordelijke beleidsdirectie van het ministerie van I & W is aangewezen als de nationale autoriteit als bedoeld in het BUVIUGCS, artikel 2. De beleidsdirectie behoudt de verantwoordelijkheid en bevoegdheid voor oordeelsvorming in individuele gevallen. Deze beleidsdirectie treedt ook op als aanspreekpunt voor vragen bij de interpretatie van regelgeving of oordeelsvorming in individuele gevallen.

De CDIU draagt namens I & W zorg voor de uitvoering van een aantal administratieve taken uit de PIC-Verordening.

Het toezicht op de verpakking en etikettering van chemische stoffen en preparaten vindt plaats door de ILT.

De juistheid van het RIN verifieert de Douane telefonisch bij de CDIU.

Instructies monsterneming

Voordat opdracht wordt gegeven geeft tot een monsterneming overlegt u met het KCC of monsterneming door de Douane nodig en noodzakelijk is.

Naar boven

10.2.5 Afdoen onregelmatigheid

Als u een onregelmatigheid vaststelt, geeft u de zending niet vrij en neemt u contact op met het KCC. U volgt daarna de aanwijzingen van het KCC op. Bij het vermoeden van een overtreding van de Wet milieubeheer raadpleegt u ook het KCC. Het KCC geeft de Douane aanwijzingen voor het verdere optreden en de afhandeling. De Douane maakt een proces-verbaal van bevinding en overdracht op.

Strafrechtelijk en bestuursrechtelijk optreden bij overtredingen vindt plaats door de ILT, na melding van de overtreding door de Douane.

Naar boven

10.3 Wetgeving

10.3.1 Verdrag van Rotterdam

In het Verdrag van Rotterdam is de zogenaamde voorafgaande geïnformeerde toestemming (Prior Informed Consent) voor bepaalde gevaarlijke chemicaliën en pesticiden in de internationale handel geregeld.

Deze voorafgaande geïnformeerde toestemming wordt ook wel de PIC-procedure genoemd. Dit verdrag is uitgewerkt in:

Naar boven

10.3.2 Wetgeving van de Unie (PIC-Verordening)

Het doel van de PIC-Verordening is om een gedeelde verantwoordelijkheid en gezamenlijke inspanningen te bevorderen bij de partijen die betrokken zijn bij de internationale handel in chemische stoffen, teneinde de gezondheid van mens en milieu te beschermen tegen eventuele schade en bij te dragen tot een milieuverantwoord gebruik van die stoffen.

Dit doel wordt onder meer bereikt door een procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (Prior Informed Consent-procedure)

Hiermee wordt beoogd dat landen buiten de Gemeenschap worden ingelicht over de schadelijke effecten van stoffen en preparaten die binnen de Gemeenschap zijn verboden of aan strenge beperkende bepalingen onderhevig zijn.

Naar boven

10.4 Procedures PIC-Verordening

Bijlage I bij de PIC-Verordening onderscheidt 3 procedures:

  1. Kennisgeving van uitvoer voor:

    • chemische stoffen opgenomen in de PIC-Verordening bijlage I, deel 1

    • artikelen die chemische stoffen en preparaten bevatten en die worden genoemd in de PIC-Verordening bijlage I.

  2. PIC-kennisgeving voor stoffen en preparaten opgenomen in de PIC-Verordening bijlage I, deel 2.

  3. PIC-procedure voor stoffen en preparaten opgenomen in de PIC-Verordening, bijlage I, deel 3.

Naar boven

10.4.1 Verbod op uitvoer

De PIC-Verordening bevat een verbod op de uitvoer van de chemische stoffen, preparaten en artikelen die zijn opgenomen in bijlage V van de PIC-Verordening

Dit zijn stoffen, preparaten en artikelen waarvan het gebruik in de Unie is verboden.

Naar boven

10.4.2 Reikwijdte van de PIC-Verordening

Toepasselijkheid PIC-Verordening

De PIC-Verordening is van toepassing op:

  • chemische stoffen die zijn onderworpen aan de PIC-procedure

  • chemische stoffen die binnen de Unie zijn verboden of onderworpen aan strenge beperkingen

  • alle voor uitvoer bestemde chemische stoffen, voor zover het de indeling, de verpakking en het kenmerken ervan betreft

Niet van toepassing wanneer speciale wetgeving geldt:

De PIC-Verordening is niet van toepassing op stoffen, preparaten en artikelen die vallen onder andere specifieke wetgeving, te weten:

  • verdovende middelen en psychotrope stoffen

  • radioactief materiaal en radioactieve stoffen

  • afvalstoffen

  • chemische wapens

  • levensmiddelen en additieven

  • diervoeders

  • genetisch gemodificeerde organismen

  • farmaceutische specialiteiten of geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, tenzij deze vallen onder de verordening gegeven definitie van overige bestrijdingsmiddelen

  • chemische stoffen en preparaten die worden ingevoerd voor onderzoek of analyse in zodanig geringe hoeveelheden (in elk geval niet meer dan 10 kg), dat het onwaarschijnlijk is dat de gezondheid van de mens en het milieu daardoor nadelig wordt beïnvloed.

Naar boven

10.4.3 Verplichting exporteurs en importeurs

Bijlage 1-stoffen

Voor alle in bijlage 1 opgenomen chemische stoffen en preparaten geldt dat elke exporteur en importeur in het 1e kwartaal van elk jaar de nationale autoriteit (in Nederland: CDIU) in kennis moet stellen van de hoeveelheid van de chemische stof die in het voorgaande jaar is vervoerd naar of van elke invoerende of uitvoerende partij of elk invoerend of uitvoerend land buiten de EG.

Bijlage 1, deel 1-stoffen, kennisgeving van uitvoer

Voor stoffen en preparaten - opgenomen in bijlage 1 deel 1 geldt dat de exporteur de nationale instantie, ten minste 30 dagen voordat de uitvoer van de chemische stof of preparaat plaatsvindt, in kennis stelt van uitvoer. Daarna moet van de eerste uitvoer per kalenderjaar van die stof uiterlijk 15 dagen voor de datum van uitvoer worden kennisgegeven.

Bijlage 1, deel 2 en 3-stoffen (PIC-kennisgeving of PIC-procedure)

Voor chemische stoffen uit de delen 2 en 3 van bijlage 1 moet de nationale instantie zorg dragen dat importbeslissingen van invoerende landen gerespecteerd worden en als deze niet bekend zijn, moet zij zorg dragen dat expliciete toestemming voor de uitvoer naar dat land wordt aangevraagd.

Voor stoffen en preparaten genoemd in bijlage 1 deel 2 moet een PIC-kennisgeving worden gedaan. De nationale instantie informeert naar aanleiding van deze kennisgeving het land van bestemming.

Voor stoffen en preparaten genoemd in bijlage 1 deel 3 moet een PIC-procedure worden gevolgd. De nationale instantie draagt zorg dat importbeslissing van het land van bestemming gerespecteerd wordt en als deze niet bekend is, moet zij zorg dragen dat expliciete toestemming voor de uitvoer alsnog wordt verkregen.

Naar boven

10.5 Nationale wetgeving

Het Besluit uitvoering verordening in- en uitvoer gevaarlijke chemische stoffen milieubeheer regelt de verplichte aanwijzing van de bevoegde instantie en de sanctionering voor de uitvoering en handhaving van de PIC-Verordening.

Naar boven

10.6 Proces aangiftebehandeling en werkzaamheden

De controle van de Douane bij de uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen richt zich bij de douaneaangifte ten uitvoer op:

  • de juiste vermelding van het RIN in vak 44

  • het juiste gebruik van de bescheidcodes

Naar boven

10.6.1 Vermelding RIN in vak 44 Enig document

De PIC-Verordening verplicht de exporteurs bij een aangifte ten uitvoer voor gevaarlijke chemische stoffen van Bijlage 1 van de PIC-Verordening in vak 44 van het enig document het RIN te vermelden (artikel 19 lid 1 PIC Verordening)). Deze verplichting is verwerkt in TARIC. Deze maatregel is in de voetnoten CD 533, CD 544 en CD 554 bij de betreffende goederencode nader uitgelegd.

Naar boven

10.6.2 De TARIC-bescheidcodes

Ook zijn verschillende TARIC-bescheidcodes vastgesteld waarmee in rubriek 44 van de uitvoeraangifte moet worden aangeven of de goederen onder de PIC-Verordening vallen (PIC-Verordening, artikel 7 en 15).

Het betreft de:

  • Y915: de goederen vallen onder bijlage I van de PIC-Verordening

  • Y916: de goederen vallen niet onder bijlage I van de PIC-Verordening

  • Y917: de goederen vallen niet onder het uitvoerverbod van de PIC-Verordening

    (Bijlage V)
  • Y919: de goederen vallen niet onder het uitvoerverbod vanwege de geringe hoeveelheid.
  • Als in de aangifte ten uitvoer de TARIC-bescheidcode niet is aangegeven die bij de goederencode hoort, wordt de aangifte niet aanvaard. Als de TARIC-bescheidcode wel is aangegeven wordt de aangifte aanvaard. De aangifte wordt automatisch afgehandeld tenzij deze door een steekproef of op basis van risico-analyse wordt geselecteerd voor controle.

De vrijgave van de chemische stoffen vindt bij een controle door de Douane alleen plaats als aan alle voorschriften wordt voldaan van de douanewetgeving en de PIC-Verordening.

Naar boven

10.6.3 Controleaanwijzingen

Bij uitvoer controleert u of de juiste bescheidscode en het RIN in vak 44 van de aangifte is vermeld en of overeenstemming bestaat tussen de aangifte ten uitvoer en de bijbehorende documentatie.

  1. Overeenstemmingscontrole

  2. Controleer of in vak 44 een RIN is vermeld en verifieer de juistheid van het RIN telefonisch bij de CDIU

  3. Controleer of er overeenstemming bestaat tussen goederencode, omschrijving en het CAS-nummer ( bijlage 1 PIC-Verordening).

  4. Controleer of het RIN-nummer uit de aangifte correspondeert met de aangegeven zending

  5. Controleer of het RIN-nummer uit de aangifte behoort bij de in de aangifte vermelde exporteur

Als de gegevens niet overeenstemmen of u twijfelt over de aard en samenstelling van de gevaarlijke chemische stoffen of u heeft meer informatie nodig voor de overeenstemmingcontrole, geef dan opdracht voor een fysieke controle.

Wanneer er ten onrechte geen RIN-nummer in de aangifte is opgenomen dan meld u dit aan het KCC via de website van de ILT. (rubriek: risicovolle stoffen soort:-PIC-verordening)

Controle RIN niet via Internet maar telefonisch

In de voetnoten CD 553, CD 544 en CD 554 staat vermeld dat u via internet moet nagaan of het RIN juist is. Met de ILT is afgesproken dat de Douane dat niet doet, maar de vraag dan voorlegt aan de CDIU.

Controle aanwijzingen

Op alle bescheiden moeten deze gegevens met elkaar in overeenstemming zijn.

Als in de gegevens op enigerlei wijze afwijkingen voorkomen, kan dat een reden zijn voor grondiger onderzoek zoals een fysieke controle. Raadpleeg de vraagbaak.

Het CAS-nummer

Het CAS-nummer (CAS Registry Number) is een éénduidig getal voor iedere bekende chemische stof. De nummers worden uitgegeven door de Chemical-Abstract-Service.

Het register is een grote database met informatie over meer dan 23 miljoen chemische verbindingen. Elke verbinding heeft een uniek CAS Registry nummer. Dit nummer bestaat uit maximaal 9 cijfers, verdeeld in 3 groepjes die gescheiden zijn door een streepje. Het linker groepje bestaat uit maximaal 6 cijfers; dan volgen 2 cijfers en rechts staat een controlecijfer.

De CAS-nummers worden op die manier gecodeerd en zijn daardoor snel te verifiëren op typefouten. Om de juistheid van een CAS-nummer te verifiëren kunt u contact opnemen met het helpdesk van het Douane Laboratorium.

Als u een onregelmatigheid vaststelt, geef de zending niet vrij en meldt u dit via de website van de ILT aan het KCC (rubriek: risicovolle stoffen soort:-PIC-verordening). Volg daarna de aanwijzingen van het KCC op.

Bij deze melding voegt u het Proces-verbaal van overdracht en verder alle beschikbare informatie toe.

Naar boven

10.6.4 Opdracht en aandachtspunten fysieke controle

Op de bijbehorende bescheiden zoals de gevarenkaart, CMR en factuur wordt de zogenaamde UN-klasse vermeld. Deze aanduidingen zijn van belang als u opdracht geeft voor een fysieke controle. U geeft deze informatie - indien aanwezig - door in de controleopdracht aan Fysiek Toezicht. Hiermee wordt de medewerker van Fysiek toezicht geïnformeerd wordt over de gevaarsaspecten.

In de opdracht voor de fysieke controle geeft u het volgende aan:

Opdracht fysieke controle

  1. Controleer of de aanduidingen op de verpakkingen en documentatie met elkaar in overeenstemming zijn en kloppen met de bij de aangifte behorende bescheiden en andere documentatie:

    • omschrijvingen en handelsnamen

    • Let op!

      informeer de medewerker van fysiek toezicht over het feit dat gevaarsaspecten bij onjuist handelen een risico kunnen vormen. Raadpleeg de vraagbaak afvalstoffen

      CAS-nummers

  2. Als u een onregelmatigheid vaststelt, geeft u de zending niet vrij en neemt u eerst contact op met het KCC.

  3. U geeft de zending niet vrij en houdt de aangifte aan.

Verlegging fysieke controle toegestaan

Bij het geven van een opdracht voor een fysieke controle is het toegestaan deze te verleggen.

Naar boven

10.7 Proces fysiek toezicht en werkzaamheden

Veiligheid

Chemische stoffen kunnen gevaarlijke eigenschappen hebben. Ze worden vervoerd in diverse vormen: vast, pasta, poeder of vloeibaar. Ze kunnen onzorgvuldig verpakt zijn of de afsluiting van de verpakking kan lekken. De samenstelling en dus potentiële gevaren zijn niet altijd bekend.

Material Safety Data Sheet (MSDS) of Gevarenkaart

Voor alle producten met gevaarlijke eigenschappen is het verplicht een zogenoemde Material Safety Data Sheet (MSDS) of Gevarenkaart op te maken. Dit veiligheidsblad bevat alle relevante informatie over aard en samenstelling van het product en daarnaast de veiligheidsmaatregelen die nodig kunnen zijn. Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen is het verplicht dat bij het transport een Gevarenkaart aanwezig is

Ook kunt u contact opnemen met de helpdesk van het Douane Laboratorium.

Bij een fysieke controle van gevaarlijke chemische stoffen, volgt u de aanwijzingen en instructies op uit paragraaf 2.3.4, van onderdeel 12.10.00, en uit onderdeel 12.20.00.

Door bewust te zijn van de risico's en door de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen, kunt u de risico's beperken. Het is belangrijk dat u de instructies en aanwijzingen nauwkeurig opvolgt. Het gaat immers om uw eigen veiligheid en gezondheid. Gebruik de beschikbare beschermingsmiddelen en neem geen risico als u het niet vertrouwt.

Naar boven

10.7.1 Denk aan uw veiligheid

Voorkom dat u in aanraking komt met de gevaarlijke chemische stoffen. Eet, drink of rook nooit als u met gevaarlijke chemische stoffen bezig bent. De vraagbaken WVGS zijn in het bezit van persoonlijke beschermingsmiddelen.

Naar boven

10.8 Zelf monsters nemen

Alleen in die gevallen dat de chemische stoffen zich in kleinhandelsverpakkingen bevinden en deze verpakkingen deugdelijk zijn, neemt u zelf monsters. U raadpleegt voor aanvang van de monsterneming uit veiligheidsoverweging altijd de vraagbaak WVGS.

Naar boven

10.8.1 Uitbesteden monsterneming

In alle andere gevallen waarin monsterneming noodzakelijk is, neemt een specialist de monsters. De Douane heeft afspraken gemaakt met de ILT en een bedrijf (SGS) dat gespecialiseerd is in de monsterneming van gevaarlijke stoffen. In bijlage 6, van onderdeel 12.10.00 van het Handboek Douane, vindt u een lijst met gevaarlijke stoffen waarvan dit gespecialiseerde bedrijf altijd de monsters neemt.

De betreffende lijst is geen limitatieve opsomming. Er zijn dus méér gevaarlijke stoffen waarbij monsterneming een gezondheids- of veiligheidsrisico kan inhouden. Er zijn zelfs extreem gevaarlijke stoffen die ook door SGS niet bemonsterd worden maar door andere handhavingsdiensten of gespecialiseerde bedrijven.

In principe gebeurt de analyse ook dan door het Douane Laboratorium.

Naar boven

10.8.2 Spoedprocedure en zending niet vrij gegeven

U voert de spoedprocedure uit zoals die is beschreven in onderdeel 12.10.00 van het Handboek Douane.

Bemonsterde zendingen worden in afwachting van de uitslag van het onderzoek niet vrijgegeven. Het Douane Laboratorium rapporteert zo spoedig mogelijk aan de na ontvangst van het monster over de uitkomst van het onderzoek. Deze termijn hangt af van de aard van het onderzoek en de soort analysetechniek die moet worden toegepast. Als de ILT besluit dat een ander laboratorium het monster onderzoekt, dan geeft zij daartoe de opdracht.

Naar boven

10.9 Onregelmatigheden en samenloop

10.9.1 Onregelmatigheden bij chemische stoffen

Bij het vermoeden van een overtreding van de Wm meldt u dit op de website van de ILT (rubriek: risicovolle stoffen soort:-PIC-verordening). Bij deze melding voegt u het Proces-verbaal van overdracht en verder alle beschikbare informatie toe. Het KCC geeft de Douane aanwijzingen voor het verdere optreden en de afhandeling. Ook dan geeft u de zending niet vrij en volgt u de aanwijzingen van het KCC op.

Strafrechtelijk en bestuursrechtelijk optreden bij overtredingen vindt plaats door de ILT, na melding van de overtreding door de Douane.

Naar boven

10.9.2 Samenloop Wet vervoer gevaarlijke stoffen

Een eventuele fysieke controle kan ook een controle voor de vraagbaak WVGS omvatten.

Het vervoer van gevaarlijke stoffen moet zorgvuldig gebeuren, omdat een ongeval met dit soort stoffen een ernstige bedreiging kan zijn voor de volksgezondheid en het milieu. Daarom zijn er strikte regels voor de wijze van vervoer, de verpakking, de stuwage en de begeleidende documenten.

De Douane controleert in het kader van overige controletaken of de regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen worden nageleefd. De daadwerkelijke controles mogen alleen worden uitgevoerd door de vraagbaak WVGS. Als u van mening bent dat een controle op basis van de WVGS noodzakelijk is, moet u contact op te nemen met de vraagbaak WVGS.

Naar boven