Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

10.03.00 Opiumwet

8 Proces klantbehandeling en werkzaamheden

In dit hoofdstuk leest u meer over uw werkzaamheden binnen het proces klantbehandeling bij het toezicht op de handel in opiumwetmiddelen.

Het gaat om de volgende werkzaamheden:

Naar boven

8.1 Vergunningen afgeven en beheren

De Douane kan douaneverplichtingen op allerlei manieren vereenvoudigen door een douanevergunning te geven. Bij de afweging om een vergunning te verlenen en bij het beheer van bestaande vergunningen, wordt de manier waarop de Douane toezicht uitoefent op de handhaving van de Opiumwet meegenomen (zie Handboek Douane, onderdeel 12.50.00, par 2.3.2).

Bij het in het vrije verkeer brengen kunnen ook niet-fiscale (VGEM-)belangen spelen. De administratie van de aanvrager moet van dien aard zijn dat ook een controle mogelijk is op deze niet-fiscale belangen. U kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan goederen waarvoor een vergunning of ontheffing verplicht is. Voor goederen die onder de Opiumwet vallen, zal administratief aangetoond moeten worden of men op het moment van in het vrije verkeer brengen heeft voldaan aan de Opiumwet.

Voor bepaalde goederen is een invoervergunning of een registratieformulier vereist om de goederen in het vrije verkeer te kunnen brengen. Deze goederen kunnen bestemd zijn voor een Toegelaten Geadresseerde die ook vergunninghouder vereenvoudigde aangifteprocedure is. In zo'n geval moet de invoervergunning of het registratieformulier uiterlijk voor de tweede werkdag na de aankomst van de goederen in het bedrijf van de vergunninghouder bij u worden ingeleverd.

Algemene werkzaamheden

Bij iedere vergunning die u afgeeft of heeft afgegeven, voert u de volgende werkzaamheden uit:

  • Afgeven vergunning

  • Controleer voordat u een vergunning afgeeft of het goederenpakket opiumwetmiddelen bevat.

  • Controleer bij de periodieke toetsing van de vergunning of de vergunning ook geldt of gaat gelden voor opiumwetmiddelen.

Werkzaamheden gericht op brengen in het vrije verkeer

Krijgt u te maken met een vergunningsaanvraag waarbij het de bedoeling is dat de goederen in het vrije verkeer worden gebracht; dan handelt u als volgt:

Vergunningsaanvraag om goederen in het vrije verkeer te brengen

  1. Leg in de vergunning vast op welk kantoor de aangifte moet worden gedaan tot plaatsing van opiumwetmiddelen onder de douaneregeling brengen in het vrije verkeer.

  2. Leg in de vergunning vast op welk kantoor, binnen welke termijn en op welke wijze de aangever de opiumwetontheffing moet overleggen als hij gebruikmaakt van een vereenvoudigde aangifteprocedure.

  3. Zet in de vergunning (bij werkafspraken) op welk kantoor een actieve melding moet worden gedaan als gebruik wordt gemaakt van de procedure van inschrijving in de administratie van de aangever bij plaatsing van opiumwetmiddelen:

    • onder de douaneregeling in het vrije verkeer brengen

    • onder de bijzondere regeling actieve veredeling of tijdelijke invoer

Werkzaamheden gericht op de uitvoer

In de vergunning voor uitvoer, legt u de volgende zaken vast:

Vergunning voor uitvoer

  1. Leg vast op welk douanekantoor de aangifte moet worden gedaan om opiumwetmiddelen:

    • te plaatsen onder de douaneregeling uitvoer

    • weder uit te voeren nadat ze zijn geplaatst onder de bijzondere regeling douane-entrepot

    • weder uit te voeren nadat ze zijn geplaatst in een bijzondere regeling opslag

    • te plaatsen onder de bijzondere regeling extern douanevervoer gericht op de wederuitvoer

    • de douaneregeling wederuitvoer te geven

    • de bijzondere regeling actieve veredeling

  2. Leg vast op welke kantoor, binnen welke termijn en op welke wijze de opiumwetontheffing wordt overgelegd bij gebruik van een (vereenvoudigde) aangifteprocedure. De aangever moet de opiumwetontheffing trouwens altijd overleggen voordat de opiumwetmiddelen daadwerkelijk vertrekken.

  3. Leg vast op welk kantoor de aangever een actieve melding moet doen als hij gebruikmaakt van de procedure van inschrijving in de administratie bij de plaatsing van opiumwetmiddelen onder de douaneregeling uitvoer.

Naar boven

8.2 (Aanvullende) periodieke aangiften behandelen

Voor de regeling om goederen in het vrije verkeer te brengen, kan de Douane een vergunning voor een vereenvoudigde aangifteprocedure afgeven. Met zo’n vergunning kan de vergunninghouder aangifte doen via inschrijving van de goederen in de administratie van de vergunninghouder of op een vereenvoudigde wijze aangifte doen. Periodiek, meestal een keer per maand, wordt via een aanvullende aangifte kenbaar gemaakt welke goederen in deze periode via deze procedure in het vrije verkeer zijn gebracht.

Voor de invoer van goederen die vallen onder de Opiumwet waarvoor bij invoer een opiumwetontheffing is vereist, moet men de opiumwetontheffing met de maandaangifte indienen op het bevoegde douanekantoor. In de administratie moet een kopie van de opiumwetontheffing aanwezig zijn waarop een verwijzing staat naar de maandaangifte(n).

Voordat de goederen worden ingeschreven in de administratie, moet de aangever de opiumwetontheffing voor invoer overleggen aan het afgesproken douanekantoor. Zodra u de opiumwetontheffing voor invoer heeft, voert u de volgende werkzaamheden uit:

Opiumwetontheffing voor invoer

  1. Controleer of op de aangifte de gegevens van de opiumwetontheffing staan.

  2. Controleer of:

    • de juiste bescheidcode op de aangifte staat

    • de opiumwetontheffing geldig is (de ontheffing is zes maanden geldig)

    • alle vakken op de opiumwetontheffing volledig en juist zijn ingevuld

    • de aangever aan de voorschriften van de opiumwetontheffing heeft voldaan

    • alle vereiste informatie op de documenten staat

    • de juiste benaming voor de opiumwetmiddelen is gebruikt

  3. Als u een reden ziet voor fysieke controle en monsterneming geeft u de opdracht dit uit te voeren. Verder werkt u de opiumwetontheffing af.

  4. Als u onregelmatigheden aantreft, handelt u die af volgens de instructies in dit voorschrift.

Naar boven

8.3 Administratieve controle

Administratieve controle vergunninghouders

Voor de in- en uitvoer van opiumwetmiddelen gelden allerlei verplichtingen. Meestal controleert u bij de aangifte in het proces aangiftebehandeling al of de goederen voldoen aan de verplichting. Er zijn echter verschillende mogelijkheden om douaneprocedures te vereenvoudigen via het verlenen van vergunningen.

De naleving van de verplichtingen uit de douanevergunning wordt gecontroleerd via de administratie van de vergunninghouder. Ook vergunninghouders die opiumwetmiddelen in hun goederenpakket hebben, komen voor een administratieve controle in aanmerking.

Tijdens een administratieve controle kan blijken dat de vergunninghouder opiumwetmiddelen in zijn goederenpakket heeft opgenomen. Uit de administratieve controle kan naar voren komen dat de opiumwetmiddelen al bekend waren. Uit de administratieve controle kan ook blijken dat goederen niet als opiumwetmiddelen zijn onderkend en daarmee de verplichtingen uit de Opiumwet niet zijn nagekomen. Deze onregelmatigheid handelt u op de gebruikelijke manier af.

Controle na in- en uitvoer

De Douane voert ook administratieve controles op de naleving van de Opiumwet uit bij importeurs en exporteurs die geen douanevergunning hebben. Bij invoer spreken we dan van een controle na invoer (CNI), bij uitvoer van een controle na uitvoer (CNU).

Tijdens het uitvoeren van een administratieve controle kan het voorkomen dat een goederenpakket opiumwetmiddelen bevat. Uit de controle kan naar voren komen dat de opiumwetmiddelen ten onrechte niet als opiumwetmiddelen zijn aangemerkt. Deze onregelmatigheid handelt u op de gebruikelijke manier af.

Naar boven