40.15.00 Overbrengen en EMCS

9 Onregelmatigheden, verlies of vernietiging bij het vervoer van in een andere lidstaat tot verbruik uitgeslagen goederen (veraccijnsd vervoer)

9.1 Begrip onregelmatigheid bij overbrenging

Tijdens het overbrengen van accijnsgoederen die in een andere lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen (veraccijnsd vervoer), kunnen onregelmatigheden worden geconstateerd.
Op grond van artikel 4, lid 5, van de WA wordt onder een onregelmatigheid verstaan een situatie die zich tijdens de overbrenging van de accijnsgoederen voordoet, waardoor de overbrenging of een onderdeel van een overbrenging niet op regelmatige wijze is geëindigd.

Die onregelmatigheden kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een constatering dat bij aankomst of eerder de accijnsgoederen niet of slechts gedeeltelijk aankomen op de plaats van bestemming.

Naar boven

9.2 Aantonen dat de overbrenging toch op regelmatige wijze is beëindigd.

Een onregelmatigheid kan bij de overbrenging ook ontstaan door bijvoorbeeld verschrijvingen, onjuiste tellingen of onjuiste belading.
In dat geval zijn of kunnen niet alle accijnsgoederen door de geadresseerde in ontvangst worden genomen en is er in beginsel sprake van uitslag tot verbruik.

Indien belanghebbende (veelal degene die zekerheid heeft gesteld voor de accijns in de lidstaat van bestemming) alsnog kan aantonen dat er bijvoorbeeld te weinig goederen zijn geladen en bij de afzender zijn blijven staan, kan de inspecteur beslissen dat de overbrenging van de accijnsgoederen toch op regelmatige wijze is geëindigd.

Toont belanghebbende niet aan dat er bijvoorbeeld sprake is van een verklaarbaar verschil of onjuiste telling dan worden de verschillen aangemerkt als een onregelmatigheid bedoeld in artikel 4, lid 1, van de WA. De accijnsgoederen worden dan aangemerkt als tot verbruik te zijn uitgeslagen overeenkomstig artikel 2e, lid 1 of 2f, lid 1 van de WA.

In onderdeel 20.20.00 van dit Handboek staat op welke wijze de accijns wordt geheven en welke personen de accijns verschuldigd kunnen zijn.

Naar boven

9.3 Onherstelbaar verlies of algehele vernietiging.

9.3.1 Melden van het onherstelbaar verlies of algehele vernietiging.

De belanghebbende moet een algehele vernietiging of het onherstelbare verlies melden (URA, artikel 3, lid 4). Dit dient bij de CUA gedaan te worden.

Naar boven

9.3.2 Begrip onherstelbaar verlies en algehele vernietiging

Indien er zich dus tijdens de overbrenging een verlies of vernietiging voordoet als bedoeld in artikel 3 van de WA is er geen sprake van een onregelmatigheid (WA, artikel 4, lid 5). Het verlies of de vernietiging wordt dit niet aangemerkt als uitslag tot verbruik als bedoeld in artikel 2e, lid 1 en 2f , lid 1 van de WA.

Het onherstelbaar verlies of de algehele vernietiging moet te maken hebben met

• de aard van de goederen zelf, bijvoorbeeld verdamping van minerale oliën

• onvoorziene omstandigheden of overmacht, bijvoorbeeld een ongeval of een breuk in een transportleiding

• instructies die door de inspecteur zijn gegeven

Belanghebbende moet het verlies of de vernietiging aan kunnen tonen.

Accijnsgoederen worden beschouwd als totaal vernietigd of onherstelbaar verloren te zijn, als zij als accijnsgoed onbruikbaar zijn geworden (WA, artikel 3, lid 2).

Indien belanghebbende niet kan aantonen dat er sprake is van verlies of vernietiging, wordt de overbrenging geacht niet op regelmatige wijze te zijn geëindigd en is dit een onregelmatigheid als bedoeld in artikel 4, lid 1 van de WA en wordt dat aangemerkt als uitslag tot verbruik (WA, artikel 2e, lid 1 of 2f, lid 1).

In onderdeel 20.20.00 van dit handboek staat op welke wijze de accijns wordt geheven en welke personen de accijns verschuldigd kunnen zijn.

Begrip overmacht

Het Hof van Justitie heeft uitleg gegeven over het begrip overmacht. Overmacht is de situatie waarin er sprake moet zijn van abnormale en onvoorziene omstandigheden die zich buiten toedoen van de ondernemer hebben voorgedaan en waarvan de gevolgen in weerwil van alle voorzorgen niet hadden kunnen worden vermeden (Hof van Justitie, 18 december 2007, nr. C-314/06).