Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

110.00.09 Kaderovereenkomst inzake de samenwerking tussen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Ministerie van Financien

9 Bijlage 8 bij de kaderovereenkomst inzake de samenwerking tussen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Ministerie van Financiën m.b.t. Intellectuele eigendomsrechten inzake kwekersrecht, benamingen van oorsprong, geografische benamingen en geografische aanduidingen

Bijlage bij de kaderovereenkomst inzake de samenwerking tussen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en het Ministerie van Financiën bij de uitvoering van nietfiscale douanetaken ten behoeve van LNV.

Naar boven

9.1 Regelgeving

  1. Wetgeving

    Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003, inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele eigendomsrechten (hierna te noemen: IER) en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten.
    De Verordening heeft betrekking op meerdere vormen van IER.

    De bijlage ziet uitsluitend op de volgende IER:

    • het kwekersrecht;

    • de benamingen van oorsprong;

    • de geografische aanduidingen en;

    • de geografische benamingen.

    In dat verband is de volgende wet en regelgeving van belang:

    • Verordening (EG) nr. 2100/94 (communautair kwekersrecht);

    • Zaaizaad en Plantgoedwet (nationaal kwekersrecht);

    • Verordening (EG) nr. 510/2006 (benamingen van oorsprong of geografische aanduidingen betreffende landbouw en levensmiddelen);

    • Verordening (EG) nr. 1493/1999 (benamingen van oorsprong of geografische aanduidingen betreffende wijn);

    • Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad (geografische benamingen betreffende gedistilleerde dranken).

    Verordening (EG) nr. 1891/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004, tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1383/2003.

  2. Doel wetgeving

    Het algemene doel is het voorkomen dat goederen die inbreuk maken op een IER en welke van oorsprong zijn uit derde landen in het vrije verkeer van de Europese Unie (hierna te noemen: EU) terecht komen.
    Verordening (EG) nr. 1383/2003 ziet ook op de uitvoer en wederuitvoer van dergelijke goederen.

  3. Taak

    De Belastingdienst/Douane (hierna te noemen: de Douane) houdt toezicht op het binnen of buiten het grondgebied van de EU brengen van goederen en kan daarbij controleren (ambtshalve volgens artikel 4, Verordening (EG) nr. 1383/2003, of op verzoek van de houder van het IER volgens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1383/2003) op goederen die vermoedelijk inbreuk maken op een:

    • kwekersrecht;

    • beschermde benaming van oorsprong;

    • beschermde geografische aanduiding;

    • beschermde geografische benaming.

    De Belastingdienst/Douane Noord/kantoor Groningen/team Bijzondere klantbehandeling/afdeling IER (hierna te noemen: Afdeling IER) behandelt de verzoeken van de houders van de bovengenoemde IER.

  4. Bevoegdheden Douane

    De toezichthoudende bevoegdheden van de Douane vloeien voort uit de Verordening (EG) nr. 1383/2003.

    In artikel 17 van de Wet op de economische delicten zijn de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane, aangewezen als opsporingsambtenaar voor o.a. inbreuken op kwekersrechten, beschermde geografische benamingen beschermde geografische aanduidingen en beschermde benamingen van oorsprong.

Naar boven

9.2 Reikwijdte van deze bijlage

Verantwoordelijke minister:

De Minister van LNV is verantwoordelijk voor het beleid, de uitvoering, de uitgangspunten en de normen voor de rechtshandhaving met betrekking tot:

  • het Nationaal kwekersrecht overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat (in Nederland de Zaaizaad en Plantgoedwet 2005) of een communautair kwekersrecht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2100/94;

  • de beschermde benamingen van oorsprong of geografische aanduidingen overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat of als bedoeld in Verordening (EG) nr. 510/2006 en Verordening (EG) nr. 1493/1999;

  • de Geografische benamingen als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad;

  • het Landbouwkwaliteitsbesluit geografische aanduidingen oorsprongsbenamingen en specificiteitscertificering van 16 december 1993.

Naar boven

9.3 Uitvoering

  1. Wijze van handhaving en opsporing:

    Inleiding

    De Douane controleert in het geval van een aangifte voor het vrije verkeer, een aangifte voor wederuitvoer, als de goederen zich in douaneopslag bevinden of als de goederen geplaatst zijn onder de regelingen extern douanevervoer, binnenkomen of uitgaan.

    Controles kunnen zowel ambtshalve als op verzoek van de rechthebbende worden uitgevoerd.

    Generiek handhavingsniveau

    In beginsel geldt dat elke douanecontrole gericht is op de handhaving van alle fiscale en nietfiscale wetgeving, waarvan de uitvoering (mede) aan de Douane is opgedragen. Dit betekent dat bij elke douanecontrole in relatie tot goederen die zich niet in het vrije verkeer van de EU bevinden, ook wordt gecontroleerd op mogelijke schendingen van IER.

    Specifiek handhavingsniveau

    De Douane verricht geen risicoanalyses op de in deze bijlage genoemde IER waarvoor de Douane geen verzoek van de houder van het IER heeft ontvangen.
    Het Ministerie van LNV heeft m.b.t. deze goederen qua handhaving geen specifieke wensen aan de Douane.

    Vermoedelijke inbreuken op de onder deze bijlage vallende IER kunnen veelal niet op basis van visuele waarnemingen en de kenmerken van de goederen worden geconstateerd. Dit betekent dat specifiek gerichte ambtshalve controles in relatie tot deze IER niet goed plaats kunnen vinden.
    Dergelijke specifieke controles kunnen uitsluitend uitgevoerd worden als de houder van het recht alle informatie heeft overgelegd die noodzakelijk is om de relevante zendingen met zekerheid te kunnen identificeren.

  2. Afspraken

    Jaarlijks overlegt de Douane met het Ministerie van LNV om te komen tot gezamenlijke afspraken terzake het hiervoor bedoelde generieke als (indien gewenst) het specifieke handhavingniveau.
    De Douane legt deze afspraken vast in een zogenaamd Handhavingsplan IER en voert ze uit.
    De formele vaststelling van het Handhavingsplan IER vindt plaats in de landelijke vergadering van risicomanagers van de Douane.

  3. Afhandeling geconstateerde overtredingen

    Als de Douane bij de uitvoering van haar toezicht een vermoedelijke inbreuk constateert op de in deze bijlage genoemde IER, meldt zij dit aan de Afdeling IER.
    De Afdeling IER informeert de Algemene Inspectiedienst (hierna te noemen: AID) en de houder van het recht.

    Als de houder van het recht of de AID niet tot een civiel of strafrechtelijke procedure overgegaan, geeft de Afdeling IER toestemming aan de Douane om de goederen hun douanebestemming te laten vervolgen.

    Als de houder van het recht tot een civiele procedure overgaat, blijft de vrijgave van de goederen opgeschort. De afdeling IER informeert de vraagbaak IER over de afloop van de civiele procedure en geeft tevens aan of de goederen mogen worden vrijgegeven. Tot dat bericht blijft de vrijgave van de goederen opgeschort.

    Als de AID een strafrechtelijk onderzoek start, neemt de AID de inbreukmakende goederen in beslag of neemt de Douane op verzoek van de AID deze goederen in beslag.

Naar boven

9.4 Samenwerking

  1. Deskundigheids bevordering

    De Douane zet specialisten (vraagbaakfunctionarissen IER) in teneinde een goede controle op de mogelijke inbreuken op IER te kunnen waarborgen.

    De vraagbaken worden opgeleid en periodiek bijgeschoold onder verantwoordelijkheid van Belastingdienst/Centrum voor kennis en communicatie met (indien gewenst) hulp van deskundigen van het Ministerie van LNV (voor zover het de in deze bijlage bedoelde IER betreffen).

    Partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor hun aandeel in de ontwikkeling van lesmateriaal en het leveren van docenten.

  2. Helpdeskfunctie

    De Afdeling IER vervult de primaire helpdeskfunctie voor de Douane.

Naar boven

9.5 Verantwoording en overleg

  1. Verantwoording

    De Belastingdienst/Douane Informatiecentrum draagt zorg voor de verantwoording aan het Ministerie van LNV van de handhaving zoals die is vastgelegd in het Handhavingsplan IER. Deze verantwoording geschiedt in de vorm van een evaluatierapport.

  2. Overleg

    In de maand september van elk kalenderjaar vindt een evaluatieoverleg plaats tussen het Ministerie van LNV en de Douane over de toepassing van de onderhavige bijlage.

    Daarnaast vindt, indien gewenst, informeel overleg plaats tussen het Ministerie van LNV en de Douane.

    LNV informeert de Belastingdienst/Centrum voor Proces en Productontwikkeling (B/CPP), Procesketen Douane, in alle gevallen over voor te nemen wetswijzigingen en over beleidswijzigingen c.q. aanpassingen in de wetgeving.

Den Haag, 2007

   

Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Ministerie van Financiën

DirecteurGeneraal

DirecteurGeneraal Belastingdienst,

Namens deze

Mr. R.M. Bergkamp

mr. B. Wiersema

Naar boven