Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

27.00.00 Zekerheidsstelling voor een mogelijke of bestaande douaneschuld

9 Zekerheid bij in het vrije verkeer brengen met maandkrediet

9.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt het stellen van de zekerheid voor de uitstelregeling maandbetalingen beschreven voor het AanGifteSysteem (verder AGS).

Onder de uitstelregeling maandbetalingen wordt verstaan: de regeling waarbij voor de douaneschuld uitstel van betaling wordt verleend voor alle aangiften voor het vrije verkeer die per kalendermaand worden geregistreerd in AGS. Bij elektronisch aangeven dient de indiener van de aangifte te beschikken over een registratie elektronisch aangeven.

Naar boven

9.1.1 Ontstaan van de douaneschuld

Als een aangifte voor het vrije verkeer wordt gedaan, kan een douaneschuld ontstaan. De goederen kunnen niet worden vrijgegeven voordat de douaneschuld is betaald of voordat zekerheid is gesteld.
(artikelen 77, lid 1 DWU en 195, lid 1 DWU)

Bij invoer ontstaat de douaneschuld op het moment dat de aangifte voor het vrije verkeer door de douane wordt aanvaard.
(artikel 77, lid 2 DWU)

De aangifte voor het vrije verkeer wordt door de douane aanvaard als de aangifte aan de daarvoor geldende eisen voldoet en is geregistreerd in AGS.
(artikel 172, lid 1 DWU)

Naar boven

9.1.2 Tijdstip van voldoening

De boeking van de douaneschuld moet in beginsel direct plaatsvinden doch uiterlijk veertien dagen na vrijgave van de goederen.
(artikel 102, lid 1 DWU en 105, lid 1 DWU)

De schuldenaar moet betalen binnen de toegestane termijn. Deze termijn mag niet meer bedragen dan tien dagen te rekenen vanaf de datum waarop de douaneschuld aan de schuldenaar werd medegedeeld.
(artikel 108, lid 2 DWU)

Omdat de goederen niet worden vrijgegeven als nog niet is betaald (zie de vorige paragraaf) zal in het algemeen de douaneschuld direct worden voldaan.

Naar boven

9.1.3 De vergunningen doorlopende zekerheid en uitstel van betaling

Aangezien het direct betalen bij grote aantallen aangiften in de praktijk geen werkbare situatie is, bestaat er een mogelijkheid tot het verlenen van uitstel van betaling. Het uitstel kan alleen verleend worden op schriftelijk verzoek van de aangever en indien er zekerheid wordt gesteld.
(artikelen 110 DWU)

De aangever moet hiertoe een tweetal vergunningen aanvragen bij de inspecteur in wiens regio de hoofdvestiging van de aangever is gelegen of waar deze hier te lande woonplaats heeft gekozen (zie verder paragraaf 1.2 van dit onderdeel van dit Handboek). Naast de vergunning doorlopende zekerheid (artikel 89, lid 5 en artikel 95 DWU) dient er een vergunning uitstel van betaling te worden aangevraagd (artikel 110 DWU). Met de vergunning doorlopende zekerheid wordt het referentiebedrag bepaald voor douaneschulden die zijn ontstaan. Het referentiebedrag omvat zowel het bedrag aan in-en uitvoerrechten als andere belastingen bij invoer als accijnzen, omzetbelasting, verbruiksbelasting en kolenbelasting.

Met de vergunning uitstel van betaling wordt toestemming verkregen om de in het kader van het in het vrije verkeer brengen verschuldigde belastingen periodiek te betalen.

Het saldo van het referentiebedrag wordt onmiddellijk bijgewerkt zodra de douaneschuld door AGS is vastgesteld.

Voorwaarde voor uitstel van betaling

Voorwaarde voor uitstel van betaling is dat de aangever zekerheid heeft gesteld voor het verleende uitstel van betaling. Hieronder vallen alle verschuldigde rechten, heffingen en belastingen.
(artikel 110 DWU)

Naar boven

9.2 Referentiebedrag

Het uitgangspunt is dat de aangever zelf het referentiebedrag vaststelt tot een bedrag dat overeenkomt met de douaneschuld die ontstaat in een maand. De zekerheid bedraagt 100% van dit referentiebedrag.

De feitelijk te stellen zekerheid kan voor bedrijven die beschikken over een bestaande AEO vergunning/certificaat Douane-vereenvoudigingen (AEO-C) of een gecombineerde vergunning Douane-vereenvoudigingen en Veiligheid/certificaat (AEO-C en AEO-S) onder voorwaarden worden verlaagd tot 30% van het referentiebedrag (art. 95, lid 3 DWU en artikel 158, lid 2 GVo DWU). Zie voor meer informatie hierover paragraaf 3.2.7 van dit hoofdstuk dit Handboek.

Voorbeeld

Een nieuwe aanvrager (niet AEO-certificaathouder) verwacht per maand € 100.000 verschuldigd te zijn voor de door hem aan te geven invoeraangiften. U adviseert de aanvrager een referentiebedrag en zekerheid te stellen voor € 150.000. U geeft hierbij aan dat door het stellen van zekerheid voor een periode van zes weken hij volledig gebruik kan maken van het verleende uitstel, zonder dat er tussentijdse betalingen gedaan moeten worden. Hierdoor wordt de kans verkleind dat goederen niet ter beschikking worden gesteld aan de aangever.

Bij AGS komt het regelmatig voor dat de verificatie moet worden aangehouden. In veel gevallen moet er dan zekerheid worden gesteld. We noemen dit een aanvullende zekerheid. Voor de uitleg van het begrip aanvullende zekerheid en de berekening daarvan wordt verwezen naar paragraaf 10.2, van dit onderdeel van dit Handboek.

Naar boven

9.2.1 Overschrijdingsbedrag

Het is mogelijk dat een aangever geen aangifte meer kan doen omdat het saldo van het referentiebedrag ontoereikend of negatief is. Toch heeft de aangever de mededeling afloop uitstel van betaling betaald of heeft hij een tussentijdse betaling gedaan. Echter door omstandigheden kan de Belastingdienst/Centrale Administratie (B/CA) de betaling nog niet verwerken. Op verzoek van B/CA kan voor de klant dan tijdelijk een overschrijding van het nog beschikbare bedrag van het referentiebedrag worden opgevoerd. Ook kan op verzoek van de klant zelf, in situaties dat de B/CA door interne problemen de betaling niet kan verwerken, een overschrijding worden toegestaan. Voorwaarde is wel dat hiervoor een bewijs van betaling wordt overgelegd.

Als betalingsbewijs kunnen dienen:

  • bewijs van creditering van de rekening van de belanghebbende;

  • rekeningafschrift schuldenaar (dus geen betalingsopdracht) waaruit blijkt dat de betaling heeft plaats gevonden;

  • schriftelijke verklaring van de bank waaruit blijkt dat de betaling daadwerkelijk werd uitgevoerd en niet meer kan worden gestorneerd.

De ontvanger beoordeelt steeds per geval.

Ongedaan maken van de toegestane overschrijding

Als er geen reden meer is om nog langer een overschrijding toe te staan (bijvoorbeeld omdat de betaling inmiddels is verwerkt), moet het overschrijdingsbedrag onmiddellijk uit het systeem worden verwijderd.

Naar boven

9.3 Wijziging in het referentiebedrag

Het kan voorkomen dat het saldo van het referentiebedrag regelmatig wordt overschreden, waardoor de aangever telkens door spoedbetalingen het saldo aan moet passen (bijvoorbeeld seizoensgebonden bedrijven). Ook kan het voorkomen dat een referentiebedrag en daarmee de gestelde zekerheid te hoog blijkt te zijn. Dit kan door het teruglopen van de activiteiten (minder aangiften), maar bijvoorbeeld ook omdat de klanten van de aangever steeds meer gebruik maken van de verleggingsregeling voor de omzetbelasting.
(artikel 23 Wet op de omzetbelasting 1968)

Naar boven

9.3.1 Referentiebedrag verhogen

Het referentiebedrag en daarmee de gestelde zekerheid moeten bijvoorbeeld verhoogd worden, als het aantal tussentijdse (spoed)betalingen meer regel dan uitzondering zijn. De aangever maakt dan geen optimaal gebruik van de uitstelregeling maandbetalingen. Als bovendien blijkt dat hij regelmatig een negatief saldo heeft, moet het referentiebedrag en daarmee de zekerheid worden verhoogd tot het bedrag van de douaneschuld die ontstaat in een maand.

Toetsen of zekerheid AGS (uitstelregeling inzake de maandbetalingen) nog voldoende is

Regelmatig, tenminste een keer in de twee jaar, moet getoetst worden of het referentiebedrag nog voldoende is. Een uitzondering geldt voor de aangever die voor de eerste keer een referentiebedrag heeft bepaald voor de uitstelregeling inzake de maandbetalingen AGS. Hier moet na een half jaar de eerste toetsing plaats vinden.

Als door registratie van een aangifte voor het vrije verkeer het saldo van het referentiebedrag 0 of < 0 wordt kunnen er geen aangiften meer worden gedaan. De aangever moet dan eerst het saldo aanvullen. Dit kan met bijvoorbeeld met een telefonische overboeking. Ook kan in voorkomend geval het referentiebedrag en de zekerheid verhoogd worden. De aangever kan pas over de goederen beschikken als het saldo is aangevuld.

Let op!

De garantie, dat de spoedbetaling, die op werkdagen tussen 08.00 uur en 15.00 uur bijgeschreven is op de betreffende bankrekening voor spoedbetalingen van de Belastingdienst/Centrale Administratie te Apeldoorn IBAN rekeningnummer NL04 INGB 0000 3615 64, binnen één uur na ontvangst wordt verwerkt, geldt alleen als de betaalopdracht minimaal de omschrijving bevat: "spoedbetaling"-, gevolgd door het EORI nummer van de klant en de term "ophogen zekerheid".

Spoedbetalingen worden in beginsel uitsluitend gebruikt om het saldo van het referentiebedrag in AGS te verhogen en zullen vervolgens worden gereserveerd als "vooruitbetaling" op de schuld van de lopende kalendermaand.

Ook de rekening voor een verstreken maand kan middels een spoedbetaling geheel of gedeeltelijk worden voldaan op IBAN rekeningnummer NL04 INGB 0000 3615 64. Deze manier kan worden gebruikt als de betaling betrekking heeft op een afgelopen kalendermaand, terwijl de betaaltermijn nog niet verstreken is. Voorwaarde voor een juiste verwerking is het vermelden van het juiste vorderingsnummer. Op werkdagen tussen 08.00 uur en 15.00 uur bijgeschreven bedragen zijn pas de volgende werkdag verwerkt in het AGS-saldo. Deze garantie geldt overigens alleen indien de betaalopdracht minimaal de omschrijving bevat: “spoedbetaling”-, gevolgd door het volledige vorderingsnummer met daarbij de vermelding van de oude maand.

Ook is het mogelijk dat de aangever per aangifte de douaneschuld contant betaalt.

Naar boven

9.3.2 Geen tijdige aanvulling van de zekerheid door de aangever

Als de zekerheid niet tijdig wordt aangevuld of vervangen, heeft dit tot gevolg dat de verschuldigde belastingen direct invorderbaar zijn.
(artikel 10, lid 1, letter h Invorderingswet 1990)

Naar boven

9.3.3 Gestelde zekerheid opheffen

Als de aangever een verzoek doet om de zekerheid op te heffen, wordt gecontroleerd of er nog schulden openstaan, of dat er nog schulden kunnen ontstaan, omdat er in AGS aangiften voor het vrije verkeer voorkomen die nog niet volledig afgehandeld zijn. Als er nog aangiften voor het vrije verkeer open staan in AGS wordt de aangever hierover geïnformeerd onder opgaaf van de bekende aangiftenummers. Eveneens wordt hem medegedeeld, dat de zekerheid niet eerder kan worden opgeheven dan nadat de aangiften voor het vrije verkeer definitief zijn afgewerkt.

Naar boven