Hebt u betaalde premies of stortingen niet (geheel) afgetrokken in uw aangifte?

Hebt u betaalde premies of stortingen niet (geheel) afgetrokken in uw aangifte?

U kunt misschien voorkomen dat u belasting betaalt over de volledige uitkeringen of de volledige afkoopsom.

  • Dat kan op 2 manieren:

    • Voorafgaand aan het moment van uitkeren of afkopen, vraagt u de financiële instelling om rekening te houden met de premies of stortingen die u niet hebt afgetrokken. Of u houdt hier zelf rekening mee in uw aangifte inkomstenbelasting.
      U betaalt pas belasting over de uitkeringen of de afkoopsom als dit bedrag in totaal hoger is dan het bedrag van de premies of stortingen die u niet hebt afgetrokken. Dit heet ‘de saldomethode’. U moet hierbij wel rekening houden met een maximumbedrag.
    • U vraagt de financiële instelling om de niet-aftrekbare premies of stortingen aan u terug te betalen. Dat heet ‘geruisloze terugstorting’. Dit bedrag hoeft u dan niet als inkomen op te geven in uw aangifte inkomstenbelasting. Maar het bedrag telt mogelijk wel mee bij uw vermogen in box 3.

    Wat u kunt doen, hangt af van uw situatie. Lees hieronder hoe het werkt.

  • Daarvoor kunt u bij ons een verklaring aanvragen. Bij Saldoverklaring/Verklaring geruisloze terugstorting aanvragen leest u hoe u dat doet. Als u de verklaring aan uw financiële instelling stuurt, houdt deze bij de berekening van de loonheffing rekening met de premies of stortingen die u niet hebt afgetrokken. In dit geval kunt u de gegevens van uw jaaropgaaf overnemen in uw aangifte inkomstenbelasting.

    Tip

    Met een 'Verklaring niet-afgetrokken premies of bedragen' laat u uw financiële instelling weten hoeveel van de door u betaalde premies of stortingen u niet hebt afgetrokken van uw inkomen. Zorg er daarom voor dat uw financiële instelling de verklaring heeft voordat zij uitkeert.

  • Wilt u zelf rekening houden met niet-afgetrokken premies en stortingen in uw aangifte inkomstenbelasting? Dan berekent u zelf hoeveel van de uitkering of afkoopsom niet belast is. Lees onder aan deze pagina bij Saldoverklaring/Verklaring geruisloze terugstorting aanvragen hoe u dit doet.

    Voorbeeld

    U betaalt in de jaren 2013 tot en met 2024 jaarlijks € 2.000 premie en trekt deze premies niet af. De uitkering is € 2.200 per jaar en gaat in 2025 in.

    In dit geval worden de uitkeringen belast op het moment dat zij hoger worden dan het bedrag van € 24.000 (12 x € 2.000). De uitkeringen worden dan de 1e 10 jaar niet belast, omdat het bedrag van de uitkeringen dan totaal € 22.000 (10 x € 2.200) is.

    Van de uitkeringen in het 11e jaar wordt € 2.000 (€ 24.000 - € 22.000) niet belast. Over de overige € 200 (€ 2.200 - € 2.000) moet u wel belasting betalen. U geeft in het 11e jaar dus € 200 aan in uw aangifte als uitkering uit uw lijfrente.

    Vanaf het 12e jaar is de uitkering uit uw lijfrente volledig belast en vult u deze volledig in uw aangiften in.

  • Houdt u zelf rekening met niet-afgetrokken premies en stortingen voor een lijfrenteverzekering, -rekening of - beleggingsrecht? Dan moet u daarbij ook rekening houden met een maximumbedrag per jaar. Hoe hoog dit bedrag is, hangt af van het jaar waarin u de premies hebt betaald en wanneer uw lijfrente is afgesloten.

    U hebt premies en stortingen in 2009 of eerder niet afgetrokken

    Hebt u in 2009 of eerder premies of stortingen (gedeeltelijk) niet afgetrokken? Dan mag u over deze jaren alle niet-afgetrokken premies en stortingen meerekenen. Voor deze premies geldt geen maximumbedrag.

    U hebt premies en stortingen in 2010 of later niet afgetrokken

    Hebt u vanaf 1 januari 2010 geen of maar gedeeltelijk premies of stortingen afgetrokken? Dan mag u over deze jaren niet meer dan € 2.269 meerekenen aan niet-afgetrokken premies of stortingen per jaar. Dit bedrag geldt voor alle lijfrenteverzekeringen, -rekeningen en -beleggingsrechten samen.

    Uitzondering: uw lijfrente is afgesloten voor 14 september 1999

    Als uw lijfrenteverzekering is afgesloten voor 14 september 1999, geldt het maximale bedrag van € 2.269 voor iedere lijfrente afzonderlijk. De premie voor die lijfrenteverzekering mag dan na 13 september 1999 niet zijn verhoogd, behalve als dat is gebeurd op grond van een optieclausule.

    Voorbeeld 1

    U hebt een lijfrenteverzekering die is afgesloten voor 14 september 1999 (lijfrente A). Daarnaast hebt u een lijfrenterekening die u hebt geopend in 2009 (lijfrente B). Voor lijfrente A betaalt u jaarlijks € 3.000 aan premie. Op lijfrente B stort u jaarlijks € 4.000. In 2009 en 2010 hebt u de premies en stortingen niet afgetrokken.

    Lijfrente A:

    Voor 2009 mag u de volledige premie van € 3.000 meerekenen. Voor 2010 mag u het maximumbedrag van € 2.269 meerekenen. Bij het berekenen van de belasting over de uitkeringen uit deze lijfrente wordt dan rekening gehouden met een bedrag van € 5.269 aan niet-afgetrokken premies.

    Lijfrente B:

    Voor 2009 mag u de volledige storting van € 4.000 meerekenen. Voor 2010 mag u ook het maximumbedrag van € 2.269 meerekenen. Bij het berekenen van de belasting over de uitkeringen uit deze lijfrente wordt dan rekening gehouden met een bedrag van € 6.269 aan niet-afgetrokken stortingen.

    Voorbeeld 2

    U hebt een lijfrenteverzekering die is afgesloten na 14 september 1999 (lijfrente A). Daarnaast hebt u een lijfrenterekening die u hebt geopend in 2009 (lijfrente B). Voor de lijfrenteverzekering betaalt u jaarlijks € 3.000 aan premie. Op de lijfrenterekening stort u jaarlijks € 4.000. In 2009 en 2010 hebt u de premies en stortingen niet afgetrokken.

    Lijfrente A:

    Voor 2009 mag u de volledige premie van € 3.000 meerekenen. Voor 2010 mag u het maximumbedrag van € 2.269 meerekenen. Bij het berekenen van de belasting over de uitkeringen uit deze lijfrente wordt dan rekening gehouden met een bedrag van € 5.269 aan niet-afgetrokken premies.

    Lijfrente B:

    Voor 2009 mag u de volledige storting van € 4.000 meerekenen. Voor 2010 mag u niets meerekenen omdat bij lijfrente A al rekening is gehouden met het maximale bedrag. Bij het berekenen van de belasting over de uitkeringen uit deze lijfrente wordt dan rekening gehouden met een bedrag van € 4.000 aan niet-afgetrokken stortingen.

  • Hebt u premies of stortingen gedaan en kunt u deze niet volledig aftrekken? Dan kunt u uw financiële instelling vragen een bedrag terug te laten betalen. U vraagt dan bij ons een Verklaring geruisloze terugstorting aan. U leest daar meer over bij Saldoverklaring/Verklaring geruisloze terugstorting aanvragen.

    Voorwaarde voor de verklaring is wel dat als u jaarruimte hebt, u daarvan gebruik moet maken.

    De verklaring stuurt u naar uw financiële instelling. Werkt uw financiële instelling mee? Dan mag die binnen 3 maanden na de datum van de verklaring het bedrag waarvoor u geen jaarruimte hebt, aan u terugbetalen. De financiële instelling hoeft hierover geen loonheffing in te houden. Het terugontvangen bedrag telt mee bij uw vermogen in box 3.

    Tip

    Uw financiële instelling is niet verplicht om het bedrag aan u terug te betalen. Vraag daarom voordat u de verklaring aanvraagt of die wil meewerken.

    U kunt een verklaring aanvragen voor de betalingen die u hebt gedaan in het kalenderjaar van binnenkomst van uw aanvraag. En voor de betalingen van de 5 daaraan voorafgaande jaren kunt u ook een verklaring aanvragen.

    Voorbeeld

    U hebt € 3.500 gestort op uw lijfrenterekening. Bij het invullen van uw aangifte komt u er achter dat u € 2.000 aftrekruimte hebt. Daardoor kunt u € 1.500 niet aftrekken. Uw financiële instelling gaat in op uw verzoek dit bedrag aan u terug te betalen. U vraagt daarna een 'Verklaring geruisloze terugstorting' bij ons aan. Wij controleren uw gegevens en zien dat u inderdaad € 2.000 aftrekruimte hebt. U krijgt de verklaring van ons en u stuurt deze naar uw financiële instelling. Die stort binnen 3 maanden € 1.500 aan u terug. Dit bedrag hoeft u niet op te geven als inkomen. Maar het telt wél mee bij uw vermogen in box 3.

  • U vraagt beide verklaringen aan bij:

    Belastingdienst
    Afdeling CAP IH
    Antwoordnummer 21490
    6400 ST Heerlen

    Bij uw aanvraag moet u voor beide verklaringen het volgende meesturen:

    • een toelichting waaruit blijkt of u een saldoverklaring aanvraagt
      Of een verklaring geruisloze terugstorting en een toelichting waaruit blijkt voor jaar/welke jaren u de verklaring aanvraagt.
    • uw burgerservicenummer (bsn)
    • een kopie van de polis van uw lijfrenteverzekering of de overeenkomst van uw lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht
    • zijn er aanhangsels en clausules bij de polis of overeenkomst? Stuur daar ook een kopie van mee.
    • een overzicht van wat u per jaar betaalde aan premies of stortingen voor uw lijfrente en de bewijsstukken hiervan

    Afhankelijk van welke verklaring u aanvraagt, moet u nog extra stukken meesturen. Hierdoor leest u welke stukken dat zijn.

    Saldoverklaring

    Stuur daarnaast voor ieder jaar waarvoor u een verklaring aanvraagt het volgende mee:

    • een overzicht waarin staat wat u betaalde aan premies of stortingen voor uw lijfrente
      Ook staat hierin welke premies of stortingen u heb afgetrokken en niet hebt afgetrokken.
      Dit moet per jaar zijn uitgesplitst voor de jaren waarvoor u de verklaring aanvraagt. Hebt u meerdere polissen of overeenkomsten waarvan u de premies of stortingen niet hebt afgetrokken? Stuur dan per polis of overeenkomst een overzicht mee.
    • een begeleidend schrijven waarin u verklaart dat u niet alsnog aftrek vraagt voor de niet-afgetrokken premies of stortingen waarvoor u de saldoverklaring aanvraagt
    • bewijsstukken
      U moet bewijzen dat de premies of stortingen niet of voor een deel in aftrek zijn gebracht in uw aangifte. Het hangt af van uw situatie of u ons bewijsstukken moet sturen. Meestal kunnen we u hiermee helpen.

    Aangiftegegevens van maximaal 14 jaar

    Deze gegevens hebben we beschikbaar. U hoeft over die jaren geen bewijsstukken mee te sturen.

    Voorbeeld

    Aangiftegegevens over 2011 bewaren wij tot uiterlijk 31 december 2025.

    Aangiftegegevens waarover wij niet meer beschikken

    Gegevens ouder dan 14 jaar hebben wij niet beschikbaar. Daarom moet u zelf bewijzen dat de premies of stortingen niet of voor een deel in aftrek zijn gebracht in uw aangifte. Stuur bewijsstukken waaruit dit blijkt. Bijvoorbeeld kopieën van uw aangiften en definitieve aanslagen over de jaren waarvoor u een verklaring vraagt.
    Hebt u geen bewijsstukken meer? Helaas kunnen wij dan voor die jaren geen verklaring afgeven.

    Hebt u premies of stortingen afgetrokken voor lijfrenten terwijl die ook betrekking hebben op de jaren waarvoor u de saldoverklaring aanvraagt? Stuur dan een toelichting met bewijsstukken mee waaruit blijkt dat die premies of stortingen geen betrekking hebben op de lijfrente waarvoor u de saldoverklaring aanvraagt.

    Verklaring geruisloze terugstorting

    Voor ieder jaar waarvoor u een verklaring geruisloze terugstorting aanvraagt, stuurt u het volgende mee:

    • een berekening van uw jaarruimte
      Hieruit moet blijken wat uw pensioenaangroei is. Stuur daarom een kopie mee van de opgave(n) van de pensioenaangroei. Dit staat in het uniform pensioenjaaroverzicht dat u krijgt van uw pensioenfonds of pensioenverzekeraar. U kunt dit ook online inzien op de website van uw pensioenfonds of pensioenverzekeraar.
    • een opgave van uw vermogen in box 3
    • Hebt u nog een andere lijfrente waarvan u de premies of stortingen niet hebt afgetrokken? Stuur dan hiervan een overzicht mee.
    • Hebt u nog een andere lijfrente waarvan u wel de premies of stortingen hebt afgetrokken? Stuur dan een toelichting met bewijsstukken mee waaruit blijkt dat het om een andere lijfrente gaat.
  • Zodra we alle stukken hebben ontvangen, geven we de verklaring af. Dat duurt maximaal 8 weken. Als we voor de behandeling van uw aanvraag meer informatie nodig hebben, nemen we contact op met u.

Heeft deze informatie u geholpen?