Overzicht tarieven en schijven
U kunt 3 belastbare inkomens hebben: in box 1, in box 2 en in box 3. Hoeveel belasting u moet betalen, berekent u door de tarieven toe te passen op de belastbare inkomens. Het belastingbedrag dat u hebt berekend, vermindert u daarna met 1 of meer heffingskortingen.
Tarief box 1 (werk en woning)
Het tarief voor het belastbaar inkomen uit werk en woning is een oplopend tarief met 4 schijven. U gaat naar verhouding meer belasting betalen als uw inkomen hoger wordt. Over het belastbaar inkomen uit werk en woning moet u in de eerste 2 schijven ook premie volksverzekeringen betalen. In het jaar dat u de AOW-leeftijd bereikt, betaalt u volgens een aangepast tarief.
Het tarief dat u moet betalen, hangt af van uw leeftijd:
2018:
- U hebt in 2018 de AOW-leeftijd nog niet bereikt
- U bereikt in 2018 de AOW-leeftijd
- U hebt vóór 2018 de AOW-leeftijd bereikt
Vanaf 2018 is de AOW-leeftijd 66 jaar.
2017:
- U hebt in 2017 de AOW-leeftijd nog niet bereikt
- U bereikt in 2017 de AOW-leeftijd
- U hebt vóór 2017 de AOW-leeftijd bereikt
Vanaf 2017 is de AOW-leeftijd 65 jaar en 9 maanden.
2016:
- U hebt in 2016 de AOW-leeftijd nog niet bereikt
- U bereikt in 2016 de AOW-leeftijd
- U hebt vóór 2016 de AOW-leeftijd bereikt
Vanaf 2016 is de AOW-leeftijd 65 jaar en 6 maanden.
Tarief box 2 (belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang)
Over uw belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang betaalt u:
Jaar |
Percentage |
---|---|
2018 |
25% |
2017 |
25% |
2016 |
25% |
Tarief box 3 (belastbaar inkomen uit sparen en beleggen)
Over uw belastbaar inkomen uit sparen en beleggen betaalt u 30% belasting.