Waarvoor geldt het tarief van 2% (overdrachtsbelasting)?

Het overdrachtsbelastingtarief van 2% geldt voor de woning waarin u zélf voor langere tijd gaat wonen.

Onder woningen verstaan wij onroerende zaken die op het moment van de overdracht naar hun aard bestemd zijn voor bewoning.

Let op!

Voor recreatiewoningen zoals een vakantiewoning, een chalet of stacaravan en voor een tweede woning betaalt u 10,4% overdrachtsbelasting.

Wat hoort bij een woning?

Bij een woning horen ook aanhorigheden. Aanhorigheden bevinden zich altijd in de nabijheid van de woning staat, bijvoorbeeld:

  • een tuin
  • een garage
  • een schuur
  • een serre
  • een aanbouw of uitbouw
  • een tuinhuis

Wanneer hoort een garage bij een woning?

Een garage hoort bij een woning als het deel uitmaakt van hetzelfde gebouwencomplex. Bijvoorbeeld een flat met onderin een garage.

Ligt de garage op een ander perceel? Dan geldt toch het tarief van 2% als de woning en de garage naast elkaar liggen en worden gezien als 1 geheel.

Zijn de woning en de garage niet aan te merken als 1 geheel? Dan betaalt u het tarief van 10,4% over de garage.

Let op!

Koopt u de tuin, garage of schuur later dan de woning? Dan betaalt u daarover 10,4% overdrachtsbelasting.

U gaat de woning eerst verbouwen

Verbouwt u uw woning voordat u erin gaat wonen? Dan hebt u ook recht op het lagere tarief van 2%, maar dan moet u na de verbouwing wel voor langere tijd zelf in de woning gaan wonen.

Let op!

Het 2%-tarief geldt alleen voor de verkrijging van de woning op het moment van overdracht bij de notaris. Beschikt u al eerder over de woning, bijvoorbeeld om er te klussen? Dan kan het zijn dat u daardoor geen 2%, maar 10,4% overdrachtsbelasting moet betalen.

Mogelijk kunt u met een beroep op de hardheidsclausule in aanmerking komen voor het lage tarief van 2%.

Een verzoek hiervoor kan worden gezonden naar:
Ministerie van Financiën
Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek/team Brieven en Beleidsbesluiten
Postbus 20201
2500 EE Den Haag

U gaat een deel van de woning verhuren

Koopt u een woning waarvan u een deel gaat verhuren? Dan geldt het lage tarief van 2% niet voor het verhuurde deel van de woning. Over dat deel betaalt u 10,4% overdrachtsbelasting.

Verhuurt u maar 10% van de woning? En bewoont u zelf voor langere tijd 90% of meer van de woning? Dan mag u het lage tarief van 2% toepassen voor de volledige woning.

De woning maakt deel uit van een bedrijfspand

Koopt u een bedrijfspand met een woonbestemming, bijvoorbeeld een winkel op de begane grond met een bovenwoning? En gaat u zelf voor langere tijd in het woongedeelte wonen? Dan geldt voor de waarde van het woongedeelte het lage tarief van 2%.

Over de resterende waarde van het bedrijfspand betaalt u 10,4% overdrachtsbelasting.

Wat moet u doen om in aanmerking te komen voor het lage tarief (2%)?

Bij de aankoop van de woning moet u verklaren dat u zélf voor langere tijd in uw woning gaat wonen. Daarvoor vult u de Verklaring overdrachtsbelasting laag tarief in.

Let op!

De ondertekende verklaring moet vóór de overdracht van de woning in het bezit zijn van de notaris. De notaris voegt uw verklaring bij of in de akte.

Onvoorziene omstandigheden

Kunt u de woning niet zelf bewonen door onvoorziene omstandigheden, bijvoorbeeld doordat u onvoorzien gaat scheiden of omdat de koper plotseling is overleden en u de woning erft? En is deze onvoorziene omstandigheid ontstaan tussen het moment van de koop van de woning en het tekenen van de akte bij de notaris (de verkrijging)? Dan kunt u toch gebruikmaken van het lage tarief. U moet verklaren dat het de bedoeling was dat u (of de overledene) de woning voor langere tijd zou gaan bewonen. Dat kan met de Verklaring onvoorziene omstandigheden overdrachtsbelasting.

Let op!

De ondertekende verklaring moet vóór de overdracht van de woning in het bezit zijn van de notaris. De notaris voegt uw verklaring bij of in de akte.

Zie ook

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.