U hebt de WOZ-waarde nodig om de verhuurderheffing te berekenen
De basis voor de verhuurderheffing is de WOZ-waarde van uw woningen. De gemeente waarin een huurwoning staat, bepaalt de WOZ-waarde van de woning. Hierover ontvangt u van de gemeente een aanslag gemeentelijke belastingen. Op deze aanslag staat de WOZ-waarde. Tegen deze waarde kunt u bezwaar maken bij de gemeente. De vastgestelde waarde geldt voor 1 kalenderjaar. De waarde van een huurwoning wordt bepaald naar de staat van de woning op de waardepeildatum. Deze datum ligt 1 jaar voor het begin van het kalenderjaar waarvoor de waarde wordt vastgesteld.
Geen (juiste) WOZ-beschikking
Het maakt niet uit of u een wel of niet een (juiste) WOZ-beschikking hebt voor de woning. Als op 1 januari van het belastingjaar de huurprijs van de woning niet hoger is dan de huurtoeslaggrens in dat jaar, telt de woning mee voor de verhuurderheffing.
Hebt u nog geen (juiste) WOZ-beschikking? Als u de enige eigenaar bent van de woning, kunt u de WOZ-beschikking aanvragen bij de gemeente.
Als er meerdere eigenaren zijn, dan is het gebruikelijk dat slechts 1 eigenaar de WOZ-beschikking ontvangt. De andere mede-eigenaren kunnen bij de gemeente een zogenaamde medebelanghebbendebeschikking aanvragen. Ook is het mogelijk om de WOZ-waarde in te zien bij het WOZ-waardeloket. Maar u kunt het ook aan uw mede-eigenaar vragen die de WOZ-beschikking heeft ontvangen.
Hebt u 1 WOZ-beschikking gekregen voor een aantal zelfstandige woningen? U moet elke woning apart meetellen voor de verhuurderheffing.