Bpm-regeling voor mensen met een handicap (gehandicaptenregeling)

Gebruikt u uw bestelauto voor het vervoer van iemand met een handicap en diens hulpmiddel? Of hebt u zelf een handicap en gebruikt u de bestelauto voor uzelf en uw hulpmiddel? Dan kunt u onder voorwaarden gebruikmaken van de bpm-regeling voor mensen met een handicap (gehandicaptenregeling).

Wat zijn de voorwaarden?

U kunt gebruikmaken van de regeling als u voldoet aan alle volgende voorwaarden:

  • De bestelauto voldoet aan de bpm-eisen.
  • De datum eerste ingebruikname van de bestelauto is op of na 1 juli 2005.
  • De persoon met een handicap zit tijdens het vervoer in de bestuurderscabine.
  • U vervoert een niet-opvouwbare rolstoel of ander hulpmiddel in de laadruimte of in het bestuurdersgedeelte van de bestelauto.
  • Het hulpmiddel is noodzakelijk vanwege de handicap van de persoon.
  • Het hulpmiddel is te groot of te zwaar om in een personenauto te vervoeren.

Mag ik de vaste wand weghalen?

Kan de persoon met een handicap alleen via de laadruimte plaatsnemen in de bestuurderscabine, eventueel in de rolstoel? Dan mag u de vaste wand tussen de bestuurderscabine en de laadruimte weghalen. Meld in uw aanvraag dat de vaste wand is weggehaald.

Hoe vraag ik de regeling aan voor een nieuwe bestelauto?

Koopt u een nieuwe bestelauto? Om gebruik te maken van de regeling, moet u 2 dingen doen:

  1. Doe aangifte bpm met het formulier 'Aangifte bpm Registratie bestelauto'.
    Met dit formulier kunt u ook vragen om verrekening van de bpm.
  2. Vul het formulier 'Verzoek motorrijtuigenbelasting bestelautotarief voor gehandicapte personen' in.

Hoe vraag ik de regeling aan voor een gebruikte bestelauto?

Is de bestelauto die u koopt geregistreerd in Nederland en is er bpm betaald? Dan moet u 2 dingen doen:

  1. Vraag bpm terug met het formulier 'Verzoek om teruggaaf bpm – Gehandicaptenregeling'.
  2. Vul het formulier 'Verzoek motorrijtuigenbelasting bestelautotarief voor gehandicapte personen' in.

Wat als de persoon met een handicap overlijdt?

Als de persoon met een handicap overlijdt, hoeft in de volgende situaties geen bpm betaald te worden:

  • De bestelauto stond op het moment van overlijden op naam van de persoon met een handicap.
    Na het overlijden vraagt een inwonend gezinslid van de overledene de Belastingdienst schriftelijk om de bestelauto op eigen naam te zetten. De brief kan naar:

    Belastingdienst/Centrale administratieve processen
    Postbus 10013
    7301 GA Apeldoorn
  • De bestelauto stond op het moment van overlijden niet op naam van de persoon met een handicap.
    De bestelauto blijft dan op naam van de kentekenhouder staan. Alleen de kentekenhouder of diens inwonende gezinsleden mogen de bestelauto gebruiken.

Speciaal tarief motorrijtuigenbelasting

Voor een bestelauto voor iemand met een handicap geldt een speciaal tarief motorrijtuigenbelasting. Lees daarover meer bij Bestelautotarief voor mensen met een handicap.

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.