Btw berekenen als een klant goederen bij u inruilt
Het is mogelijk dat u goederen verkoopt en daarbij gebruikte goederen inruilt. U hebt dan te maken met 2 transacties:
- u koopt een margegoed van de klant
- u verkoopt een nieuw of een ander margegoed aan de klant
Bij verkoop van een nieuw goed brengt u btw over de verkoopprijs in rekening. Bij verkoop van een margegoed berekent u de btw over de winstmarge.
Voorbeeld 1: btw berekenen als een klant een auto bij u inruilt
Een particulier ruilt een gebruikte auto bij u in en koopt een nieuwe auto voor € 25.000. U betaalt voor de inruilauto € 10.000. De klant moet dus € 15.000 bijbetalen.
In deze situatie noteert u de volgende gegevens op uw factuur:
- verkoopprijs nieuwe auto, inclusief btw: € 25.000
- bpm: € 5.766
- verkoopprijs nieuwe auto inclusief btw, exclusief bpm: € 25.000 - € 5.766 = € 19.234
- btw (21% van de verkoopprijs nieuwe auto): 21/121 x € 19.234 = € 3.338
- inkoopprijs inruilauto: € 10.000
- factuurbedrag voor de klant (nieuwe auto - inruilauto): € 25.000 - € 10.000 = € 15.000
Voorbeeld 2: btw berekenen over de winstmarge
Stel u verkoopt de ingeruilde auto vervolgens weer voor € 11.000.
Dan berekent u zo de btw over de winstmarge:
- verkoopprijs inruilauto: € 11.000
- inkoopprijs inruilauto: € 10.000
- winstmarge inclusief btw: € 1.000
- btw die u moet aangeven (21% van winstmarge): 21/121 x € 1.000 = € 174