Voorbeeld van btw-carrouselfraude
Ondernemer A uit Portugal levert goederen aan ondernemer B in Nederland. Omdat dit een intracommunautaire levering is (een grensoverschrijdende levering binnen de Europese Unie) levert ondernemer A de goederen tegen het 0%-tarief. A brengt B geen btw in rekening, A hoeft dus ook geen btw af te dragen.
Ondernemer B verkoopt de goederen vervolgens in Nederland aan ondernemer C. B brengt hiervoor btw in rekening. Die btw moet B afdragen aan de Belastingdienst, maar doet dit niet. Ondernemer C heeft btw betaald aan ondernemer B, C kan die btw aftrekken als voorbelasting.
C levert de goederen weer door aan ondernemer A in Portugal. Omdat dit een levering is tussen 2 EU-landen, levert C de goederen tegen het 0%-tarief. De carrousel kan weer opnieuw beginnen.
In dit voorbeeld is ondernemer B de fraudeur, omdat B de ontvangen btw niet afdraagt aan de Belastingdienst. Ook A en C kunnen bij de carrouselfraude betrokken zijn, maar dat hoeft niet. Als de Belastingdienst de fraude ontdekt, is de frauderende ondernemer meestal al verdwenen. Dit heet een ‘plof-bv’. Een plof-bv fraudeert vaak enkele maanden, om daarna met de achtergehouden btw te verdwijnen.