U hebt een laag inkomen
Als u inkomen hebt, moet u daarover belasting betalen. Maar u hebt ook recht op heffingskortingen. Dat zijn kortingen op de belasting die u moet betalen.
Hebt u geen of een laag inkomen? Dan betaalt u geen of weinig belasting. Het kan zijn dat het bedrag aan heffingskortingen waarop u recht hebt, hoger is dan de belasting die u moet betalen. U kunt uw heffingskortingen dan niet volledig verrekenen met de belasting die u moet betalen. Het bedrag dat u overhoudt, kan onder bepaalde voorwaarden wel worden uitbetaald als u een fiscale partner hebt. Meer daarover leest u bij: Heffingskortingen laten uitbetalen, kan dat?
Het gaat om de volgende heffingskortingen:
- algemene heffingskorting
- arbeidskorting
- inkomensafhankelijke combinatiekorting
- levensloopverlofkorting (tot 2022)
Jonger dan 21 jaar
Bent u op 1 januari over het jaar van aangifte jonger dan 21 jaar en hebt u een fiscale partner? En onderhouden uw ouders u in 2023 meer dan 6 maanden voor minimaal € 494 per kwartaal? Dan betalen wij een eventueel verschil niet aan u uit. Voor 2022 is dat minimaal € 446 per kwartaal. En voor 2021: minimaal € 439 per kwartaal.
Inkomen buiten Nederland
Uw fiscale partner die inkomsten buiten Nederland heeft, is misschien minder of geen Nederlandse belasting verschuldigd. Het bedrag dat u aan heffingskortingen krijgt uitbetaald, kan hierdoor lager zijn.
Uw partner bereikt de AOW-leeftijd
Een partner die de AOW-leeftijd heeft bereikt, betaalt minder belasting. Dit kan gevolgen hebben voor de uitbetaling van uw heffingskortingen. Eén van de voorwaarden om de heffingskortingen uitbetaald te kunnen krijgen is dat uw partner voldoende inkomen heeft en dus voldoende belasting betaalt. U kunt in de online voorlopige aanslag controleren of uw partner voldoende inkomen heeft. Heeft uw partner te weinig inkomen? Wijzig dan uw voorlopige aanslag. Hiermee voorkomt u dat u een bedrag aan ons moet terugbetalen.