Vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI)

Bepaalde rechtsvormen die zich bezighouden met collectief beleggen, kunnen een vrijstelling voor de heffing van vennootschapsbelasting aanvragen. In Nederland zijn dit de naamloze vennootschap (nv) en het fonds voor gemene rekening (fgr). Zij moeten wel voldoen aan een aantal voorwaarden. In het besluit van 10 maart 2008, nr. CPP2008/291M (voor het laatst gewijzigd op 24 november 2024) staat welke voorwaarden dat zijn.

Nieuwe voorwaarden vanaf 2025

Vanaf 1 januari 2025 zijn de voorwaarden gewijzigd om te kunnen worden aangemerkt als vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi). U kunt geen gebruik meer maken van de regeling voor vrijgestelde beleggingsinstellingen als u privévermogen belegt. De status van vbi is nu beperkt tot beleggingsinstellingen en icbe's die rechten van deelneming aanbieden aan een breed publiek of aan institutionele beleggers.

Voldoet uw nv of fgr niet aan de voorwaarden?

Dan kwalificeert uw nv of fgr vanaf 1 januari 2025 niet meer als vrijgestelde beleggingsinstelling. Dat betekent het volgende:

• Een nv die niet aan de voorwaarden voldoet, is vanaf 2025 belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Eventuele dividenduitkeringen vallen onder de dividendbelasting.
• Voldoet een fgr niet aan de voorwaarden? Dan geldt vanaf 2025 dat de voordelen die het fgr haalt, fiscaal worden toegerekend aan de participanten. Hierover leest u meer bij Fonds voor gemene rekening.

Afhandeling verzoeken

Verzoeken om een beschikking 'Vrijgestelde beleggingsinstelling' behandelen wij op een centraal punt:

Belastingdienst kantoor Groningen
Coördinatiepunt Vrijgestelde Beleggingsinstellingen
Postbus 418
9700 AK  Groningen