Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Om in aanmerking te komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting moet een kind bij de gemeente staan ingeschreven op uw woonadres.
Wie zien wij als uw kind?
- een eigen kind
- een stiefkind
- een pleegkind, alleen als u deze opvoedt en onderhoudt als een eigen kind
- een geadopteerd kind
- een kind uit een eerdere relatie van uw echtgenoot of geregistreerd partner
- als u samenwoont of een huisgenoot hebt en u bent fiscale partners, beschouwen wij het kind van die fiscale partner ook als uw kind
Voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting moet ook zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:
- Uw kind is op 1 januari jonger dan 12 jaar.
- Uw kind staat ten minste 6 maanden in 1 kalenderjaar bij de gemeente ingeschreven op uw woonadres.
Bent u co-ouder? Dan mag uw kind ook ingeschreven staan bij de gemeente op het adres van uw ex-partner. Bij ‘Wanneer bent u co-ouder?’ leest u of u co-ouder bent.
Als u en uw kind korter dan 6 maanden op hetzelfde woonadres staan ingeschreven omdat u of uw kind overlijdt, krijgt u toch de korting. - Uw arbeidsinkomen is hoger dan een vastgesteld bedrag.
- U hebt geen of minder dan 6 maanden een fiscale partner. Of u hebt langer dan 6 maanden een fiscale partner, én u hebt een lager arbeidsinkomen dan uw fiscale partner.
Wonen buiten Nederland
Ook als u en/of uw partner in het buitenland woont, kunt u in aanmerking komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Daarvoor moet u voldoen aan de voorwaarden die op deze pagina staan. En, u of uw partner wonen in de EU, EER en Zwitserland, of op Bonaire, St Eustatius of Saba. Als u een fiscale partner hebt, dan is ook de hoogte van het arbeidsinkomen van uw fiscale partner van belang. Alleen de minstverdienende partner krijgt de korting. Om te bepalen of u fiscale partners bent voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting gelden dezelfde voorwaarden als wanneer u beiden in Nederland zou wonen.
Wonen buiten Nederland: situatie vóór 2022
Tot en met 2021 kon ook de meestverdienende partner de korting krijgen. Dit was het geval als u of uw partner geen kwalificerend buitenlands belastingplichtige was. Uw partner werd dan niet als uw fiscale partner aangemerkt voor de beoordeling voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Pleegkind
Hebt u een pleegkind waarvoor u bijvoorbeeld een pleegvergoeding ontvangt? Dan hebt u geen recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Wanneer bent u co-ouder?
U bent co-ouder als u met uw ex-partner hebt afgesproken om de dagelijkse opvang en opvoeding van uw kind ongeveer gelijk te verdelen. Hoe deze verdeling wordt beoordeeld, hangt af van het belastingjaar waarover u aangifte doet.
Beoordeling co-ouderschap vanaf 1 januari 2021
U bent co-ouder als het kind in een herhalend ritme in totaal minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder is. Hiervoor kunnen ook dagdelen bij elkaar worden opgeteld. Dit komt bijvoorbeeld neer op 3 dagen per week. Is niet het hele jaar sprake van co-ouderschap, maar wel minimaal 6 maanden? Dan wordt de 156-dageneis naar de tijd herrekend.
Deze regeling geldt ook voor aanslagen die nog niet onherroepelijk vaststonden op 13 maart 2020. Dit zal in de meeste gevallen zijn gegaan om uw aanslag voor 2019 en 2020.
Een aanslag staat onherroepelijk vast als de termijn van 6 weken voor bezwaar, beroep, hoger beroep of cassatie is verstreken.
Beoordeling co-ouderschap voor aanslagen tot 13 maart 2020 die onherroepelijk vaststaan (aangifte 2018 en eerder)
U was co-ouder als uw kind ten minste 3 hele dagen per week bij u verbleef en 3 hele dagen bij de andere ouder. Met 3 hele dagen wordt 3 keer 24 uur per week bedoeld. U voldeed ook aan deze eis als uw kind om de week bij u was en om de week bij de andere ouder.
U hebt een fiscale partner
Hebt u een fiscale partner? Hieronder staat een aantal voorbeelden. U kunt deze gebruiken om na te gaan of u recht hebt op de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Uw arbeidsinkomen is hoger dan een vastgesteld bedrag
In de volgende tabel kunt u zien hoe hoog uw arbeidsinkomen moet zijn om recht te hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Jaar van aangifte | Arbeidsinkomen |
---|---|
2023 | vanaf € 5.548 |
2022 | vanaf € 5.220 |
2021 | vanaf € 5.154 |
Arbeidsinkomen even hoog
Hebt u een fiscale partner en is het arbeidsinkomen van u en uw fiscale partner even hoog? Dan krijgt alleen de oudste van u beiden de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Hoogte inkomensafhankelijke combinatiekorting
De hoogte van de inkomensafhankelijke combinatiekorting is afhankelijk van de hoogte van uw arbeidsinkomen.
Tabellen inkomensafhankelijke combinatiekorting
- Tabel inkomensafhankelijke combinatiekorting 2023
- Tabel inkomensafhankelijke combinatiekorting 2022
- Tabel inkomensafhankelijke combinatiekorting 2021
Uitbetaling inkomensafhankelijke combinatiekorting
Hebt u een inkomen boven € 5.547 en betaalt u geen of weinig belasting over uw inkomen? En hebt u meer dan 6 maanden een fiscale partner die voldoende belasting is verschuldigd? Dan betalen wij de inkomensafhankelijke combinatiekorting mogelijk (voor een deel) aan u uit. Als u aangifte doet of een voorlopige aanslag aanvraagt, ziet u of u hiervoor in aanmerking komt.
Hoe vraagt u de inkomensafhankelijke combinatiekorting aan?
U vraagt de korting aan via uw belastingaangifte. Als u de korting alvast maandelijks wilt krijgen, vraagt u een voorlopige aanslag aan. Beide formulieren vindt u op Mijn Belastingdienst.