Uw periodieke uitkeringen zijn tijdelijk, al ingegaan en afhankelijk van iemands leven

U hebt tijdelijke periodieke uitkeringen die al zijn ingegaan en afhankelijk zijn van iemands leven. U berekent de waarde van uw periodieke uitkeringen op 1 januari door de hoogte van de jaarlijkse uitkering te vermenigvuldigen met de factor uit Tabel 2 die hoort bij uw leeftijd op 1 januari.

Voorbeeldberekening

U bent een vrouw en op 1 januari bent u 50 jaar. U moet jaarlijks een periodieke uitkering betalen van € 5.000. De verplichting tot betalen stopt na 13 jaar. Of eerder als u overlijdt.

Voor de berekening van de waarde corrigeert u eerst uw leeftijd: deze moet u met 5 jaar verminderen. 50 - 5 = 45. U gebruikt in Tabel 2 dus de rij bij 45 t/m 49 jaar. Bij het 1e vijftal jaren hoort factor 0,9. Bij het 2e vijftal jaren 0,72. Bij het 3e vijftal jaren hoort 0,56. Hierna houdt de uitkering op.

De berekening van de waarde is als volgt:

Tabel bij voorbeeldberekening
Periode Berekening Waarde
1e vijftal jaren 5 x € 5.000 x 0,9 € 22.500
2e vijftal jaren 5 x € 5.000 x 0,72 € 18.000
3e vijftal jaren 5 x € 5.000 x 0,56 €  8.400
Totale waarde van de periodieke uitkering € 48.900

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.