Uw periodieke uitkeringen zijn tijdelijk, niet ingegaan en afhankelijk van iemands leven

U hebt tijdelijke periodieke uitkeringen die nog niet zijn ingegaan en afhankelijk zijn van iemands leven. U berekent de waarde van uw periodieke uitkeringen op 1 januari door de hoogte van de jaarlijkse uitkering te vermenigvuldigen met de factor uit Tabel 2 die hoort bij uw leeftijd op 1 januari. Voor de periode waarin de uitkering nog niet is ingegaan, stelt u de waarde op € 0.

Voorbeeldberekening

U bent een man en op 1 januari bent u 32 jaar. Vanaf de dag dat u 33 wordt, krijgt u tijdelijke periodieke uitkeringen van € 2.000 per jaar. Deze eindigt als u 58 wordt. Of eerder als u overlijdt.

In Tabel 2 kijkt u bij de kolom Leeftijd op de peildatum. Omdat u nu 32 jaar bent, valt deze in de categorie 30 t/m 34 jaar. Deze rij gaat u gebruiken. Na het 6e vijftal jaren, stopt de uitkering. Dan wordt u 58.

De berekening van de waarde is:

Tabel bij voorbeeldberekening
Periode Berekening Waarde
1e vijftal jaren 2 x € 2.000 x 0,91 €  3.640
2e vijftal jaren 5 x € 2.000 x 0,74 €  7.400
3e vijftal jaren 5 x € 2.000 x 0,60 €  6.000
4e vijftal jaren 5 x € 2.000 x 0,49 €  4.900
5e vijftal jaren 5 x € 2.000 x 0,39 €  3.900
6e vijftal jaren 3 x € 2.000 x 0,30 €  1.800
Totale waarde van deze tijdelijke periodieke uitkering € 27.640

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.