Uw vruchtgebruik is tijdelijk, al ingegaan en afhankelijk van iemands leven

U hebt tijdelijk vruchtgebruik dat al is ingegaan en afhankelijk van iemands leven. U berekent de waarde van het vruchtgebruik op 1 januari door eerst de jaarlijkse uitkering te berekenen. De jaarlijkse uitkering is 4% van de waarde van het bezit in het economisch verkeer. Deze uitkomst moet u vermenigvuldigen met de factor uit Tabel 2 die hoort bij de leeftijd van de betrokkene op 1 januari.

Voorbeeldberekening

U bent een vrouw en op 1 januari bent u 50 jaar. U hebt een tijdelijk vruchtgebruik van een woning. De waarde van de woning in het economisch verkeer is € 200.000. Het vruchtgebruik is 4% van € 200.000 = € 8.000. Het vruchtgebruik stopt na 13 jaar. Of eerder als u overlijdt. Voor de berekening van de waarde corrigeert u eerst uw leeftijd: deze moet u met 5 jaar verminderen. U kijkt in Tabel 2 dus bij 45 t/m 49 jaar.

De berekening van de waarde is als volgt:

Tabel bij voorbeeldberekening
Periode Berekening Waarde
1e vijftal jaren 5 x € 8.000 x 0,9 € 36.000
2e vijftal jaren 5 x € 8.000 x 0,72 € 28.800
3e vijftal jaren 3 x € 8.000 x 0,56 € 13.440
Totale waarde van het vruchtgebruik € 78.240

Blote eigendom

Hebt u deze berekening gemaakt omdat u de waarde van de blote eigendom moet uitrekenen? Ga dan (terug) naar Hoe bepaalt u de waarde van uw blote eigendom op 1 januari?

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.