Voorbeelden berekening privégebruik auto
In de voorbeelden hieronder ziet u hoe u het privégebruik van de auto van uw onderneming kunt berekenen.
Voorbeeld 1
- U rijdt privé in een personenauto (of een bestelauto) van uw onderneming.
- De auto heeft een cataloguswaarde van € 30.000.
- Uw privégebruik is 22% van € 30.000. Dat is € 6.600.
- Uw onderneming heeft de volgende kosten voor de auto.
Kosten |
Bedrag |
Motorrijtuigenbelasting per jaar |
€ 1.000 |
Verzekeringspremie per jaar |
€ 1.000 |
Afschrijving |
€ 4.000 |
Brandstof |
€ 3.000 |
Onderhoud en reparatie |
€ 1.000 |
Totale kosten |
€ 10.000 |
- U verrekent uw privégebruik met de autokosten van uw onderneming: € 10.000 - € 6.600 = € 3.400.
Voorbeeld 2
Uw totale autokosten zijn lager dan de bijtelling voor privégebruik
U rijdt meer dan 500 kilometer privé in een auto van uw onderneming. De totale autokosten zijn € 9.000. De auto heeft een cataloguswaarde van € 50.000. Normaal gesproken is uw bijtelling voor privégebruik van de auto: (€ 50.000 x 22% =) € 11.000. Maar u hoeft niet meer bij te tellen dan uw totale autokosten. Uw bijtelling is in dit geval gelijk aan de totale autokosten van uw onderneming, dus € 9.000.